Wandelen, Fietsen, Selfies
Deze fietstocht in vier etappes gaat nu eens niet langs de Hollandse Waterlinie, maar langs de Friese Waterlinie en de schansen in het Groningse Westerkwartier.
Ga je naar het Waterliniemuseum in Bunnik, dan worden de Oude Hollandse Waterlinie (eind zeventiende eeuw) en de Nieuwe Hollandse Waterlinie (negentiende eeuw) uitvoerig behandeld. De vijf andere waterlinies worden wel even genoemd en afgebeeld, maar de informatie is uitermate schaars. Drie van die vijf linies (Grebbelinie, Stelling van Amsterdam, IJssellinie) dateren van lang na het Rampjaar 1672, toen de (Oude) Hollandse Waterlinie voor het eerst werd toegepast.
Blijven over de twee oudste linies – Zuiderwaterlinie en Friese Waterlinie – die al een rol speelden tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568–1648) tegen de Spanjaarden en opnieuw in Rampjaar 1672, toen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd aangevallen door Lodewijk XIV en zijn bondgenoten. Het noorden kreeg toen vooral te maken met de vorst-bisschop Bernard von Galen van Münster, bijgenaamd Bommen Berend.
Over de Zuiderwaterlinie, die liep van Bergen op Zoom naar Nijmegen, aan de oostkant van de Brabantse Wal en aan de zuidkant van de Maas, heb ik al eens gereflecteerd (‘Waterlinies’. In: 1000110, 2019).
Maar dan de Friese Waterlinie! Die liep van Kuinre in de kop van Overijssel naar het dorp Frieschepalen op de grens met Groningen en sloot daar aan op het netwerk van schansen in het Groningse Westerkwartier (tot aan de Lauwerszee).
De Friese Waterlinie maakte in het zuidoostelijke deel van Friesland – de Stellingwerven – gebruik van het stroomgebied van twee riviertjes, de Linde en de Tjonger. En in het oosten naar Frieschepalen lagen de ontoegankelijke veenmoerassen op de grens met Drenthe.
Een elftal schansen werd aangelegd op strategische plekken zoals doorgaande wegen, sluizen en zandruggen om de vijand de toegang tot Friesland te beletten. De meeste schansen zijn helaas verdwenen, maar men probeert ze te reconstrueren of op z’n minst er symbolisch aandacht aan te schenken.
Ik maak deze vier dagtochten met ‘Vriend op de fiets’ Jan vanuit twee logeeradressen. Twee lussen vanuit Sonnega, bij Wolvega, de hoofdstad van Weststellingwerf, en twee tochten vanuit Zevenhuizen, een dorp in het Groningse Westerkwartier.
Op maandagmiddag, 9 mei 2022, arriveren we op ons logeeradres van ‘Vrienden op de fiets’ in Sonnega. De gastvrijheid van Gertrud van Leeuwen is hartverwarmend. We hebben de beschikking over een eigen annex van het bijzondere nul-energiehuis, gebouwd in 1995, de tijd ver vooruit.
Op dinsdag, 10 mei 2022, na een goede nachtrust en ontbijt, vertrekken we boordevol energie richting Kuinre, stroomafwaarts langs de benedenloop van de Linde, en vervolgens stroomopwaarts langs de benedenloop van de Tjonger richting Heerenveen. Toentertijd mondden de riviertjes gezamenlijk uit in de Zuiderzee, en regelmatig stonden grote delen van de rivierdalen onder water door storm en stuwing.
Vanuit Sonnega doorkruisen we Wolvega langs enkele markante rijksmonumenten: de Kerk op de Hoogte, de stellingmolen Windlust (de hoogste van Friesland), stinse Lindenoord en het Grietenijhuis (’t Stadhûys).
Ten zuiden van Wolvega stroomt de Linde (Lende in het Stellingwerfs). De Lendepoolder-West is omgevormd tot een woonwijk met veel water. De sloten zitten vol met de bloeiende waterranonkel en in de rietkragen huist een grote populatie van de kleine lisdodde.
We bereiken de eerste schans die aardig is gereconstrueerd in een oude meander van de Linde, de Blessebrugschans, die de belangrijke doorgaande weg van Steenwijk naar Friesland moest bewaken. Een aanval van de Spanjaarden op deze schans bleef tijdens de Tachtigjarige Oorlog uit. Maar rond het Rampjaar 1672 vocht hier mijn grote ‘vriend’ Johan Maurits van Nassau-Siegen (1604–1679) met wisselend succes tegen Bommen Berend (‘Vijf keer Johan Maurits’. In: Lustrum, 2017).
De schapen die het gras kort houden op de aarden wallen van de schans zullen een nieuwe oorlog niet winnen. Ik heb meer vertrouwen in het vervaarlijk blazend zwanenpaar met een nest vol kuikens. Naast fluitenkruid en raapzaad zijn de roze-rode dagkoekoeksbloem en oeverzegge met zijn bruin-zwarte aren opvallende aanwezigen in de oevervegetatie van de Linde. De roep van een koekoek draagt ver over de weilanden.
Een gevleugelde uitspraak in dit waterland is: “Et waeter is hier ok so verrekte dunne”. Dat kwam door een zuinig bestuur van het Waterschap Stroomkant, waardoor lekkages in dammen en sluizen vaak met ondeugdelijke materialen werden verholpen. Het excuus is onweerlegbaar.
De Lindesluis, een markant punt voor wandelaars en fietsers, is vernieuwd. Eerst lag er een keersluis om overstromingen door stuwing vanuit zee te weren, vervolgens een schutsluis om vertragingen voor schippers te voorkomen. Nu is het weer een keersluis (op een iets andere plek), met nieuwe houten deuren, maar wel werkeloos, want stuwing is er niet meer dankzij de Noordoostpolder.
Iets verderop vormt het Lindedal de overgang tussen de Weerribben in Overijssel en de Rottige Meente (Grote Veenpolder) in Friesland. Hier ligt een zeldzame Driewegsluis, waar voorheen drie waterniveaus bij elkaar kwamen: Bovenloop Linde, Benedenloop Linde en de gegraven Helomavaart (verbinding tussen Linde en Tjonger).
Vanaf hier is het ploeteren tegen de wind in langs de gekanaliseerde Linde naar Slijkenburg. Bij Slijkenburg komen Linde en Tjonger bij elkaar, om gezamenlijk door te stromen naar Kuinre aan de ‘Zuiderzee’. Twee strategische plekken, destijds beide gezegend met een schans. De schans in Kuinre kunnen we niet bezoeken (we doen ook geen poging), want er wordt momenteel een voetbalwedstrijd gespeeld! Aan de schans bij Slijkenburg herinneren slechts een monumentje en een kanon.
We verruilen de Linde voor de Tjonger. Enkele kiekendieven (mannetjes met zwarte vleugelpunten), die scheren over de rietkragen, krijgen we van dichtbij in beeld.
Via Schoterzijl met een oude sluis kiezen we de Langelilleweg. De naam van deze weg door het dorp Langelille verwijst waarschijnlijk naar de lange, slappe veendijk langs de Tjonger.
In Echtenerbrug houden we koffiepauze in Eetcafé Dikke Tút (‘Klapzoen’ in het Fries) bij de brug over de verbindingssloot tussen de Tjonger en het Tjeukemeer. Er is flink wat plezierbootverkeer en de brugwachter heeft recht op drie euro bruggeld per passant. Er is maar één manier om die cash binnen te hengelen: middels een klompje, versierd met Friese pompeblêden, … aan een hengel!
We volgen een eindje de oevers van het Tjeukemeer en dan weer langs de Tjonger. De eerste gele lissen bloeien. Bij een boerderij lopen enkele onvervalste ‘bebek’, van die Indonesische eenden met lange nek, die bijna rechtop lopen (Bebek erectus). Via Rotstergaast en Nieuweschoot gaat het naar Heerenveen.
Net ten zuiden van Heerenveen ligt dorp Oudeschoot langs de Tjonger. Hier werd in 1580 tijdens de Tachtigjarige Oorlog de Schoterschans gebouwd op de fundamenten van een hospitaalklooster van de Duitse Orde, daterend uit circa 1300. Een informatiepaneeltje is het enige overblijfsel. Op de fundering is aangegeven dat het origineel te bezichtigen is in de school, ik neem aan een ‘originele’ maquette.
Door de Tjonger over te steken van noord naar zuid passeren we een taalgrens. De rivier verandert van naam, van Tsjonger in het Fries naar Kuunder in het Stellingwerfs. Het Stellingwerfs is een Saksisch dialect, terwijl het Fries een Germaanse oorsprong heeft. Ik houd het overzichtelijk met de naam Tjonger in het Nederlands.
We volgen de Tjonger naar Mildam en zakken dan af via kleine dorpjes (Ter Idzard, Oldeholtpade, Nijeholtpade) naar de Linde. We worden onderweg gepasseerd door een groepje gemakzuchtige dames op Boerenscooters.nl. Een zeldzame paaltjasker (kleine weidemolen) en een mooi wit ophaalbruggetje over de Linde verfraaien onze route. Vervolgens door De Hoeve en terug naar Wolvega. Helaas kan het laatste stuk langs de Linde, vanaf de Kontermansbrug naar de Lendepoolder, niet gevolgd worden. ‘It Fryske Gea’ (Fries Landschap) is hier het natuurgebied drastisch aan het ‘verbeteren’.
Brabantse fietsmaat Jan is enthousiast na deze eerste dag. Friesland blijkt toch meer te bieden te hebben dan turbogras richting een oneindige horizon. Iedereen kent de Wieden en Weerribben, maar wie kent de Rottige Meente, een prachtig wandel- en fietsgebied tussen de Linde en de Tjonger, waar ieder jaar notabene twee opera’s worden opgevoerd (operanijetrijne.nl en operaspanga.nl)? En dan die blije Friese vogels, die zingen tenminste. In Brabant zijn de vogels bijna uitgestorven. Ze laten zich niet zien of horen (volgens Bredanaar Jan).
[Beeldverhaal: https://www.jansiemonsma.nl/452472869]
Gepost: 22 Mei 2022
Knooppunten: Sonnega, 50, 58, 83, 79, 49, 77, 75, 36, 32, 27, 26, Langelilleweg, 72, 63, 60, 61, 62, 73, 81, 74, 76, 83, 27, 25, 47, 54, 56, 62, 60, 96, 83, 58, 50 (80 km)
Meest recente reacties
19.11 | 12:49
Nu America werd opgericht door mensen die niet naar het echte America wilden emigreren.
19.11 | 12:46
Het bijzondere van het Molukse kamp dat het allemaal moslims waren.
19.11 | 10:54
Van het Molukse Kamp wist ik niet, maar het verbaast me niet, want die zijn in alle uithoeken van Nederland neergepoot.
19.11 | 10:51
Hoi Dirk,
Ja , ik heb Ny Amerika wel op een wegwijzer zien staan, maar heb nergens kunnen vinden waarom dit buurtschap naar Amerika is vernoemd.