WANDELEN: Zoetermeermeer

Woensdag, 12 oktober 2022. Plaats van handeling en wandeling is de Zoetermeerse Meerpolder. Op bijna iedere landkaart (uiteraard niet van Australië) is de bijna ronde Zoetermeerse Meerpolder tussen Zoetermeer en Stompwijk meteen en duidelijk te herkennen.

Tot begin zeventiende eeuw lag hier een zoetwatermeer. In de late middeleeuwen wordt het omringende veenmoeras afgegraven voor turf. Daardoor komt de omgeving lager te liggen dan de waterspiegel van het meer, met veel wateroverlast tot gevolg. Begin zeventiende eeuw krijgen enkele investeerders toestemming om het meer in te polderen. Een ringdijk en een ringvaart worden om het meer heen aangelegd. In 1616 valt het Zoetermeerse Meer droog, met dank aan een gang van een drietal molens. Het is de eerste grote polder in Zuid-Holland.

Mijn wandeling start bij station De Leyens in Zoetermeer-Noord, een halte van de sneltrams van RandstadRail. Ik zit al snel in het Binnenpark in deze wijk, waar halsbandparkieten elkaar uitschelden. Het is de tijd dat struiken en bomen extra de aandacht trekken omdat ze barstensvol vruchtjes zitten. In het park staat heel veel rode kornoelje, te herkennen aan zijn rode twijgen en kluwens van blauw-zwarte vruchtjes. Daartussen vallen witte vruchtjes – ook aan rode twijgen – extra op. Ze blijken te horen bij Canadese kornoelje, een exotische sierheester die inmiddels ingeburgerd is. Ik denk een rijtje mammoetbomen te herkennen, maar het blijkt de Hemlockspar te zijn, die overigens ook tot in de hemel kan groeien.

Via een stuk van de ringdijk van de Zoetermeerse Meerpolder bereik ik het Buytenpark. Het oorspronkelijke parkje in de wijk Buytenwegh is uitgegroeid tot een bijzonder geheel, de zogenaamde Zoetermeerse ‘highlands’, grotendeels op puinhopen van na-oorlogs sloopafval uit de Haagse regio. Op de plaats van de voormalige ‘steenbreker’ staat nu de lange slurf van de gigantische indoorskibaan van SnowWorld. Ik loop onder het hoogste punt van de skipiste door, waar zich de noodtrap bevindt. De skibaan is nog steeds open in weerwil van de hoge energieprijzen.

De puinheuvels zijn inmiddels ruim begroeid. Naast meidoorn en sleedoorn in volle vruchtdracht en wilde roos met rode bottels meen ik sporkehout te herkennen. Het blijkt echter de verwante wegedoorn te zijn, met een veel vollere vruchtdracht van zwarte steenvruchten en iets gekarteld blad. Eindelijk een bewuste kennismaking met wegedoorn!

Op het hoogste punt van het Buytenpark heb je enerzijds een mooi zicht op de Zoetermeerse Meerpolder met in de verte de Heilige Laurentiuskerk van Stompwijk, anderzijds uitzicht op de skyline van Den Haag met zijn profane ministeries.

Ik daal af tussen de geraamtes van zwarte mosterdplanten, sommige met een beetje nabloei. Op de ringdijk een waterinlaat die te maken heeft met de nieuwe Driemanspolder in het westen. We hebben niet alleen boeren die piekbelasters zijn van het milieu, maar ook polders die piekbergers zijn van overtollig water.

Dan volgen lange stukken op de ringdijk met veel lawaaiige Canadese ganzen. Smeerwortel bloeit nog, zowel wit als paars, en af en toe een zwarte nachtschade.

Ik passeer de rand van Stompwijk, en realiseer me plots dat we een zestal jaren geleden het jaarlijkse reünie weekend van het voormalig bestuur 1970-1 van de Wageningse Katholieke Studentenvereniging hebben doorgebracht in Hotelboerderij Akkerlust in Stompwijk, niet zo ver van de Heilige Laurentiuskerk (denk nou niet dat we tijdens de reünie nog naar de zondagsmis zijn geweest). Ik dacht al dat die skipiste me enigszins bekend voorkwam!

Ik vervolg de omringdijk en kom langs een grote Onbewoonbaar Verklaarde Boerderij, de Johannus Hoeve. Het ziet er mistroostig uit. Heilige Johannus heeft de eigenaar blijkbaar niet voor verloedering kunnen behoeden.

Even verder staan twee geknotte molens, die omgebouwd zijn tot woonhuis. Het zijn de restanten van een gang van drie molens die het Zoetermeerse Meer hebben drooggemalen in 1616 en daarna de polder droog hebben gehouden tot een elektrisch gemaal het werk overnam.          

Vanwege de verrekijker om mijn nek vraagt een sportvisser, die hengelt in de ringvaart, of ik nog bijzondere vogels heb gezien. Nee dus, afgezien van twee torenvalken. Ik vraag hem of de vissen een beetje willen bijten. Ook al niet!

Een sierlijke voetgangersbrug over de ringvaart draagt de naam Zoeterdam. De naam lijkt me een samentrekking te zijn van de drie gemeenten, die elkaar hier raken: Zoeterwoude, Zoetermeer en Leidschendam. Sowieso een wonder met zo veel belanghebbenden, dat de brug er gekomen is.  

Ik volg de omringdijk tot de buitengrens van Zoetermeer. Onderweg verstoor ik de siësta van een groepje jonge fazanten. De polderdijk ligt vol keutels van een kudde zwartblesschapen. Voor de duidelijkheid: geen zwarte bles op een wit schaap, maar een witte bles op een zwart-bruin schaap. Het is een vleesschaap dat niet veel zorg nodig heeft.

Oostelijk tegen het drooggemaakte Zoetermeerse Meer ligt tegenwoordig wel een waterplas, de diepe Zoetermeerse Plas. Deze recreatieplas is ontstaan door zandwinning voor Zoetermeerse buitenwijken. Na een klein labyrinth van jonge wilgen in de rietkragen (‘Volg de weg naar binnen, om van daaruit opnieuw te beginnen’), kom ik aan de noordkant van de Plas in het Prielenbos, een bos op zompige bodem met veel moeraswilg. ‘Priel’ is een oud woord voor ‘geul’ of ‘kreek’. Er hangt een mystieke sfeer in dit moerasbos. Langs het lange vlonderpad valt de klimmer bitterzoet op met zijn rode vruchtjes. Aan de oostelijke zijde van de Plas is volop strand (ook voor naturisten) en bijbehorende horeca, waaronder de blokhut van ‘Happy Moose’ (Blije eland). Op de bedijking van de zuidoever ligt een dooie snoek van zo’n zeventig centimeter, die mijn ‘dooie vissen serie’ van snoek, snoekbaars en baars completeert.

In deze hoek langs de Plas kom ik het botenhuis tegen van de ‘The Dutch Dragons’, een vereniging die drakenbootraces organiseert. Op het terrein ligt slechts één lange drakenboot (zonder draken versiersels) op een trailer, eigendom van Dura Vermeer.

Nog een schapenweide in park De Wijdse Weide, maar nu beheerd door het Drents heideschaap, dat moet zorgen voor verschraling van de bodem. Jammer, dat de akkerdistel niet in zijn dieet voorkomt, want daar staat het hier vol mee.

Nog een klein stukje door de bebouwde kom van Zoetermeer, langs het Langeland Ziekenhuis, vernoemd naar ’t Lange Land, waarschijnlijk de vroegste woonkern van Zoetermeer aan het voormalige Zoetermeermeer. Tot slot langs het talud van de trambaan een mooie haag van Spaanse aak, wilde rozen met bottels, sleedoorn met zijn pruimpjes en liguster met zijn trossen zwarte, glanzende vruchtjes.        

Gepost: 22 Oktober 2022

Mooisteroutes.nl: Zoete bergen, dijken en meer (18 km)

Meest recente reacties

19.11 | 12:49

Nu America werd opgericht door mensen die niet naar het echte America wilden emigreren.

19.11 | 12:46

Het bijzondere van het Molukse kamp dat het allemaal moslims waren.

19.11 | 10:54

Van het Molukse Kamp wist ik niet, maar het verbaast me niet, want die zijn in alle uithoeken van Nederland neergepoot.

19.11 | 10:51

Hoi Dirk,
Ja , ik heb Ny Amerika wel op een wegwijzer zien staan, maar heb nergens kunnen vinden waarom dit buurtschap naar Amerika is vernoemd.

Deel deze pagina