Wandelen, Fietsen, Selfies
Ik grijp twee warme herfstdagen aan om iets verder van huis te wandelen, in Friesland. Op donderdag, 27 oktober 2022, is Beetsterzwaag, net onder Drachten, de gelukkige. Vroeger dacht ik altijd dat het dorp Beesterzwaag heette, maar Beetsterzwaag en vele andere dorpsnamen in de buurt zijn gerelateerd aan riviertje de Beet (alias Boorne, Ouddiep, Koningsdiep). Het stroomt van Bakkeveen op de grens met Groningen langs Beetsterzwaag naar Irnsum, waar het in vervlogen tijden uitmondde in de Middelzee, nu in de Friese meren. ‘Zwaag’ verwijst naar laaggelegen weidegronden.
Ik start trouwens in dorp Olterterp (bij Hotel Het Witte Huis). Ook Olterterp, samen met het nabijgelegen Ureterp, verwijzen naar het riviertje, waarbij Olterterp de terp stroomafwaarts en Ureterp de terp stroomopwaarts betekent.
Langs de doorgaande weg ligt het Park Huize Olterterp. In dit park ligt het hoofdkwartier van ‘It Fryske Gea’, het Fries Landschap.
Op het eerste de beste bospad in landgoed Olterterp-Lauswolt zie ik langs de greppel een koningsvaren staan, maar verder vooral brede stekelvaren en mannetjesvaren. Het pad zelf staat vol met (‘gras’)pollen van de tengere rus. Daar kun je rustig op gaan staan, want die worstelt en komt boven.
Er wordt met zwaar materieel houtoogst gepleegd in het bos en dat doet de paden geen goed. Fraai haarmos en groot laddermos naast het pad trekken zich er niks van aan, en de geschubde inktzwam neemt er zijn hoed niet voor af. De ondergroei onder de bomen bestaat trouwens vooral uit rode bosbes. Ik heb geen blauwe bosbes kunnen ontdekken.
Ik bereik het Witte Meer, nu nog een ven met ondiep water vol vlottende bies, maar straks de ijsbaan van ijsclub ‘IJsnocht’ (IJspret). Sinds half oktober staat de pomp aan om het waterpeil op schaatshoogte te brengen. Langs de rand een vlonderpad om ’s zomers over te wandelen en ’s winters je schaatsen onder te binden. Op de oevers groeit veel wilg, egelskop, gewone waternavel, melkeppe (primeur!) en wolfspoot. Over de wolf gesproken. Er is veel opschudding in de noordelijke provincies over de wolf omdat hij zich steeds vaker in de buurt van mensen vertoont, niet alleen in NP De Hoge Veluwe. Ik moet terugdenken aan een excursie jaren geleden in het Limburgse, georganiseerd door een anti-wolfer, die uit oude archieven vele locaties had gedocumenteerd waar met name kinderen, die zich een eindje buiten het dorp waagden, werden aangevallen en verslonden door ‘lonely wolves’. Vroeg of laat gaat het ook nu een keer fout. Maar dat kan ook door een vechthond gebeuren.
Terwijl ik aandachtig naar de plantjes langs en in het water sta te turen vraagt een wandelaarster: “Vindt u wat u zoekt?” Ik leg uit dat ik niks zoek, maar wel dingen vind. Gewoon onbevangen rondkijken in de snoepwinkel. Ik geef haar een visitekaartje, voor het geval ze belangstelling heeft voor mijn ontdekkingsreis door Nederland.
Het bos rond het Witte Meer staat vol met kraaiheide, maar wel opvallend dat er geen enkele zwarte bes aan de plantjes te bespeuren is. Kraaiheide is tweehuizig en vermeerdert zich vegetatief. Je kunt dus hele plakkaten mannelijke planten tegenkomen, en dus geen vruchtjes. Van het Witte Meer naar het Zwarte Meer, een heideveld waar de kraaiheide het onderspit delft tegen het pijpenstrootje en jonge bomen. Delen van het omringende bos bestaan uit enorme lariksen en douglassparren.
Ik bereik een brug over de Beet oftewel het Koningsdiep. Het terrein is vervolgens wat opener, de Hemrikkerscharren. Er staat een uitkijktoren en die heet dan ook de ‘Skarrekiker’ (Scharrenkijker). Een ‘schar’ is van oudsher een open gebied met een heideachtige begroeiing voor gemeenschappelijk gebruik.
Nu eens geen ‘rode’ loper op het pad van varkensgras, maar van schapenzuring. Het is een goed jaar voor eikels en beukennootjes, de paden liggen bezaaid. De moederbomen hebben de banden met het nageslacht doorgesneden en kunnen nu met goed fatsoen het blad laten vallen ter voorbereiding op de winterrust.
Op de Lippenhuisterheide zie ik tussen de bladeren op de grond het kenmerkende blad met lange bladsteel van de ratelpopulier (esp). Loop ik bijna ongemerkt langs een aantal van deze bijzondere bomen. Alle populieren ratelen of ruisen in de wind, maar er is geen blad dat zo mooi wiegt in de wind als het blad van de ratelpopulier.
Ik steek terug het Koningsdiep over via de Lippenhuisterbrug. Het huis bij de brug heeft op de voordeur de tekst ‘Foroaring fan lucht’ (Verandering van lucht). Een huis bij deze brug stond centraal in het succesvolle boek ‘Feroaring fan lucht’ uit 1971 van de Friese schrijver Rink van der Velde (1932–2001). Opvallend dat het woord ‘verandering’ in het Fries op twee manieren kan worden geschreven – ‘foroaring’ en ‘feroaring’ – en dat deze variatie ook voorkomt in verschillende edities van het boek. Kort door de bocht gaat het boek over de tegenstellingen tussen stad en platteland.
In het Wallebosch staat een hond luid te blaffen aan de basis van een dikke eik. De eigenaar denkt dat de hond een vogel of een eekhoorn heeft gezien. Maar na even goed speuren zien we een angstige poes op tien meter hoogte op een tak zitten. Hopelijk kan de poes weer naar beneden klauteren, want de brandweer kan hier niet komen.
Langs het bospad een enorme populatie van salomonszegel die al aan het vergelen is. Ook opvallend tussen de bladeren op de grond is het blad van Spaanse aak. Meestal aangeplant als haag, maar hier is het een veel vóórkomende kleine laanboom.
Ik bereik de buitenwijken van Beetsterzwaag. Hoewel niet groot, heeft het dorp een deftige uitstraling, met dank aan de turfadel, die er zich in de negentiende eeuw vestigde. Families zoals Van Lynden, Lycklama à Nijeholt, Eysinga, Van Teyens, Harinxma, Lauswolt lieten bossen aanplanten, imposante woningen bouwen en tuinen aanleggen.
Via een Overtuin met een vijver, omgeven door lindebomen en met een standbeeld van Neptunus, zicht op het imposante Lyndensteyn (1821), nu revalidatiecentrum.
In de Hoofdstraat bijzondere gevels, vooral die van De Bakkers van Verloop, bakkerij sinds begin achttiende eeuw, maar begin twintigste eeuw voorzien van een gevel in Jugendstil.
Verderop in de Hoofdstraat het Lycklamahuis (1824), ook met een Overtuin. De Lycklama’s kom je overal en nergens tegen. Ik moet meteen terugdenken aan de colleges Fysische Chemie tijdens de propedeuse in Wageningen, maar dat was van professor Lyklema (1930–2017), een afwijkende tak of helemaal geen familie.
Wat de Lycklama’s van Beetsterzwaag wel bindt aan Wageningen is een tropische kas in de Overtuin. Slechts beperkt opengesteld, maar er staan wel bananen en citrusbomen in de open lucht. In deze Overtuin ook een kleine grafsteen waar de Lycklama’s hun honden Bello en Fanny hebben begraven.
Een andere patriciërsfamilie waren de Van Teyens. Ze hebben uiteindelijk hun landgoed ondergebracht in een stichting, die nu goede doelen ondersteunt. Ik kom langs een pand van de Van Teyens Fundatie, waar tot voor kort oudere dames hun laatste levensjaren mochten slijten. Op de grond een eenzaam blad van de tulpenboom (Liriodendron), maar ik kan de bijzondere boom zelf niet ontdekken.
Buiten de bebouwde kom ik in het bos nog een wetering tegen met veel koningsvaren en dubbelloof op de oever. Van ver over een weiland zicht op Huize Lauswolt, nu hotel. Dit chique hotel was begin 2007 een ‘geheime’ overleglocatie tijdens de formatie van kabinet Balkenende IV. CDA en PvdA hadden de CU nodig voor een meerderheid, want samen hadden ze ‘slechts’ vierenzeventig zetels! Daar zouden ze nu blind voor tekenen; dat waren nog eens andere tijden.
Helemaal verscholen tussen de bomen, alsof het niet gezien wil worden, het vijftiende-eeuwse Sint-Hippolytuskerkje van Olterterp. Een prachtige gedenksteen boven de ingang meldt dat de familie Boelens-Lycklama in 1744 vijfhonderd gulden doneerde voor de bouw van de toren.
[Beeldverhaal: https://www.jansiemonsma.nl/453468110]
Gepost: 9 November 2022
Mooisteroutes.nl: Feroaring fan lucht (16 km)
Meest recente reacties
19.11 | 12:49
Nu America werd opgericht door mensen die niet naar het echte America wilden emigreren.
19.11 | 12:46
Het bijzondere van het Molukse kamp dat het allemaal moslims waren.
19.11 | 10:54
Van het Molukse Kamp wist ik niet, maar het verbaast me niet, want die zijn in alle uithoeken van Nederland neergepoot.
19.11 | 10:51
Hoi Dirk,
Ja , ik heb Ny Amerika wel op een wegwijzer zien staan, maar heb nergens kunnen vinden waarom dit buurtschap naar Amerika is vernoemd.