Wandelen, Fietsen, Selfies
SELFIES: Gambia – Street Art
Op zondagochtend, 27 november 2022, boeken we bij onze lodge een natuurwandeling langs de Abca Creek. Onze gids lijkt er niet veel zin in te hebben, en wij even later ook niet. We zijn qua schoeisel niet berekend op wadlopen, oftewel een modderige tocht over de mangrove bodem. De gids brabbelt wat informatie over enkele bomen, maar van vogels heeft hij geen kaas gegeten. Er wordt gekozen voor een alternatieve route die ons door de bushbush leidt die ruikt naar munt. Overal groeit een soort bushmunt die wel naar munt ruikt, maar blijkbaar niet wordt gebruikt.
Wat ze hier de jellypalm noemen, een grote waaierpalm, is Borassus aethiopum, een wijdverspreide palm in tropisch Afrika. Deze palm levert dichte strengen van wat je kleine kokosvruchten zou kunnen noemen. Terwijl de kokosvrucht één kokosnoot bevat, heeft de vrucht van de jellypalm drie veel kleinere ‘noten’. Het geleiachtige kiemwit is een lekkernij.
We komen in een dorp terecht bij een flinke ‘woman’s garden’ met groenteteelt. Alle vrouwen telen hetzelfde: munt. Blijkbaar is gekozen voor specialisatie in plaats van diversificatie. Her en der staan plukken Afrikaanse basilicum in bloei, mogelijkerwijs een erfenis van een vorige teeltronde. De enkele planten okra, pompoen en Afrikaanse aubergine kunnen hooguit dienen voor eigen consumptie. Enkele sporenkieviten snuffelen tussen de bedden munt. Aan een baobab hangen bijennesten. Wanneer we de tuin willen verlaten verspert een uitgespreide doek op de grond ons de weg. Een oudere vrouw gaat in discussie met onze gids, dat hij niet zomaar toeristen door de tuin mag leiden, in elk geval niet zonder donatie. We leggen met genoegen een hoopje dalasi op de uitgespreide lap.
In het dorp is ook een klein hospitaal, dat de speciale interesse heeft van Meike en Kim. De dienstdoende arts laat ons zijn spreekkamer zien. Malaria is de belangrijkste ziekte. De kamer staat werkelijk vol met dozen medicijnen, al is het dan alleen maar paracetamol. Toen Meike een tijdje geleden een pijnlijke oorontsteking had, kwam ze ook terecht bij de huisartsenpost van het MRC. De arts kon haar slechts helpen met een schouderklopje en wat paracetamol. Uiteindelijk is ze in een privé neus-keel-oor kliniek van haar probleem afgeholpen voor vijftig euro. Een dragelijk bedrag voor haar, een onmogelijke barrière voor de lokale bevolking. Daar is dan ook de ‘crowdfunding’ actie van Meike en Kim op gericht, om iets meer toegang te bewerkstelligen tot de wat duurdere medische ingrepen.
In de begroeiing rond Abca’s Creek Lodge zien we nog enkele bijzondere vogels, zoals de grijze bananeneter, de gespikkelde duif en de purperglansspreeuw. Op de blinde buitenmuur van onze kamer is een mooie schildering gemaakt van een groepje musicerende mannen, met de kora als belangrijkste snaarinstrument. Een mooi bruggetje naar ons volgende reisdoel.
Ik wil namelijk graag op de terugweg een kleine omweg maken om het dorp Galoya te bezoeken. We pakken onze bagage en gaan met chauffeur Antou op weg richting Serekunda. Toevallig hoorde ik van het ‘Wide Open Walls Project’ in een viertal dorpen in de nabijheid van de internationale luchthaven. Het deed me meteen denken aan de collectie prachtige wandschilderingen die internationale kunstenaars hebben aangebracht op blinde muren in Breda (‘Blind Walls Gallery’. In: Paradijs, 2022).
Het ‘Wide Open Walls Project’ was een initiatief van de Brit Lawrence Williams, eigenaar van een ecolodge in de buurt. Het doel was om de lokale gemeenschap te ondersteunen met een blijvende bezienswaardigheid. Voor de honderden schilderingen wist hij bekende internationale ‘street artists’ in te vliegen en voor hun schildering te belonen met een verblijf in zijn ecolodge. Door een ongeluk heeft hij zich uit het project moeten terugtrekken. De tand des tijds doet muren met schilderingen verbleken of verbrokkelen, waardoor dit project een langzame dood zou kunnen sterven, maar lokale kunstenaars blazen het project nieuw leven in.
We worden in Galoya rondgeleid door een jonge kunstenaar, langs oude en nieuwe wandschilderingen, onder het motto ‘We are all one’ en ‘Peace’ in de lokale talen Mandinka en Wolof. De meest opvallende schildering toont een stokstaartje in gevecht met een slang. Volgens onze gids zijn alle kinderen doodsbang voor deze afbeelding. Ook hier geven we de gids na de uitleg gaarne een bijdrage om het goede werk voort te zetten. Het bord met het verzoek om het project te ondersteunen met honderd dalasi was ons niet ontgaan.
Op enkele akkertjes aan de dorpsrand wordt weer eens iets anders verbouwd dan aardnoot: parelgierst.
Gepost: 27 December 2022