SELFIES: Gambia – Doodgeboren

Voor de terugvlucht op woensdag, 30 november 2022, hebben we, door schade en schande wijs geworden, bijbetaald voor wat extra beenruimte. Een hele verbetering, van kistkalf naar legbatterijkip. Meike heeft geregeld dat Antou ons weer naar de luchthaven brengt. Aardige jongen, niet opdringerig, opgewekt ondanks zijn problemen met zijn vaste taxi, die niet gerepareerd wordt door zijn baas.

 

Wat zijn de indrukken van dit weekje Gambia?

 

Gebruik proberen te maken van de goedgeefsheid van de ‘quality tourists’ mag toch wel het ‘business model’ van Gambia worden genoemd. Toeristen uit de Lage Landen gaan vaak ieder jaar in Gambia op vakantie. Dan kan er zeker met lokale bewoners of instanties een band ontstaan. Ik twijfel geen moment aan de goede bedoelingen. Toevallig stond er vlak voor vertrek een artikel in de Gelderlander over een Nederlands konvooi met medische hulpmiddelen, over land door Marokko, de Westelijke Sahara, Mauritanië en Senegal naar Gambia afgereisd. Mooi toch! Toch was de conclusie achteraf dat de lokale behoeften beter afgekaart hadden moeten worden, want de iets geavanceerdere apparaten konden lokaal niet gebruikt worden.

 

Het ‘business model’ van Gambia. Neem Ousman, gistermiddag op het strand, de werkloze jongeman die ons op de eerste dag naar de hoofdingang van het MRC begeleidde. Op het strand neemt hij ons apart, vertelt een zielig verhaal (vader recentelijk overleden), wil niet meer afhankelijk zijn van fooien van toeristen. Nee, hij wil kippenboer worden, zodat hij de eieren aan hotels en supermarkten kan verkopen. Of wij hierin niet willen investeren? Nee dus! Onze band met Gambia en dit ‘business model’ zijn te pril om hierin mee te gaan. En ik vrees dat onze band zich ook niet verder zal ontwikkelen, want zonder Meike’s aanwezigheid hier, zouden wij niet op het idee gekomen zijn om nou net naar Gambia op vakantie te gaan.

 

Desalniettemin, een bijzondere week in een straatarm land met grote tegenstellingen. Gambia lijkt me een ‘doodgeboren kindje’, min of meer te vergelijken met Benin. Landen zonder grondstoffen en met een landbouw die de bevolkingsgroei niet of maar nauwelijks bij kan houden. Net als in Benin wordt er in Gambia veel gebouwd, maar niet afgebouwd. Er moet eerst weer geld verdiend worden voor de volgende bouwfase. Ondertussen verpieteren de open structuren onder de combinatie van tropenregens en felle zonneschijn.

 

Gambia had nooit gescheiden moeten worden van het grotere Senegal. Op de landkaart lijkt Gambia niet meer dan een wormvormig aanhangsel van Senegal. In 1967, twee jaar na de onafhankelijkheid van Gambia, werd er een verdrag ondertekend door beide landen met als doel om als één land verder te gaan, Senegambia. De naam Senegambia voor het toeristisch uitgaanscentrum van Serekunda komt dus niet uit de lucht vallen. In 1989 werd het verdrag door Senegal opgezegd omdat Gambia zich niet snel genoeg ontwikkelde. Ik kan me dat goed voorstellen.

 

Bij de bevolking voel je een zekere berusting bij de bestaande situatie. Altijd blijven lachen aan de ‘smiling coast’. In elk geval zal er een klein beetje minder gelachen worden aan de ‘smiling coast’ wanneer Meike vertrokken is.

 

De stage van vijf maanden op het MRC is voor Meike een leerzame ervaring. Hoge bloeddruk en obesitas zijn te behandelen met medicijnen, maar vaak onbetaalbaar voor de lokale bevolking. Voedingspatronen aanpassen is ook niet gemakkelijk, maar waarschijnlijk een heilzamer weg.

 

[Beeldverhaal]

                 

Gepost: 3 Januari 2023