SELFIES: Zuid-Afrika – Naar Johannesburg

Zaterdag, 22 juli 2023. Het is droog, maar nog wel bewolkt. Vandaag de terugreis naar Johannesburg. Hoe dieper we in de Drakensbergen doordringen, hoe zonniger het wordt. Dit is nog steeds onderdeel van de Panoramaroute. Prachtige vergezichten met wolkendekens tussen de bergen. Bosbouw overheerst hier het landgebruik. Af en toe koeien in de mist.

 

We gaan de LongTom pas over met de Mauchsberg als hoogste punt (2150 meter), en zakken dan weer iets af naar het ‘hoogveld’ (centrale plateau).

 

Even een korte stop bij een 155 mm kanon uit de Tweede Boerenoorlog (1899–1902), met de bijnaam LongTom. Vanaf deze positie werden de Tommies (Britten) beschoten.  

 

We passeren Mashishing, voorheen Lydenburg genaamd, gesticht in 1850. De naam verwijst naar veelvuldige botsingen van de Boeren met de Swazi’s. 

 

Een koffiestop in het prachtige toeristische dorpje Dullstroom, met vele eettentjes en winkeltjes. Het zou Pieter’s favoriete plek zijn voor een weekendje weg, als hij in Johannesburg had gewoond. De vele stroompjes in het gebied zijn veelal afgedamd, waardoor kleine stuwmeertjes ontstaan, die populair zijn om te ‘vliegvissen’.

 

Het dorp is vernoemd naar een Amsterdamse koopman, Wolterus Dull, en naar de Crocodile River, die in de buurt langs stroomt. Dull verleende op verzoek van Paul Kruger hulp bij de vestiging van Nederlandse immigranten die hadden geleden tijdens de Eerste Boerenoorlog (1880–1881).

 

Bij Belfast komen we op de snelweg N4 tussen Johannesburg en Maputo (Mozambique). Maar al snel verlaten we deze weer voor een zandweg richting een traditioneel Ndebele dorp. In de stoppelvelden zijn we getuige van de paringsdans van een heer struisvogel, die achter een dame aanzit, maar er is geen sprake van ‘wederzijdse instemming’. Meneer staakt zijn uitsloverij en druipt af.

 

We komen bij een kunstmatig dorpje met enkele felgekleurde hutten en een viertal dames die iets vertellen over de Ndebele cultuur. Het geheel wordt omlijst met enkele gezangen en dansen. De oudste dames hebben er duidelijk geen zin in in, de jongste blijft enthousiast vertellen. Tot overmaat van ramp moet ik tot ‘chief’ opgetuigd worden, een gedroogd insect eten (heb ik tot nu toe in Wageningen altijd kunnen vermijden) en sorghum bier drinken (waar totaal geen smaak aan zit). Sorry, maar het geheel maakt een wat kitscherige indruk. Het dorp maakt, denk ik, deel uit van de pogingen van Restaurant Corn & Cob om klanten te trekken. We krijgen daar een prima boboti lunch voorgeschoteld.

 

Tijdens de lunch bedanken we Dewandré voor zijn uitstekende chauffeurskwaliteiten. Verder heeft hij zich nogal op de achtergrond gehouden. Vanavond, na aankomst in Johannesburg, moet hij meteen door naar Port Elizabeth. Hij krijgt een paar dagen rust, voor hij weer met een grote groep in een grote bus op tournee moet. Voor morgen hebben we een andere bus en een andere chauffeur.

 

Terug op de N4 rijden we door Middelburg en daalt het besef in dat het einde van deze reis in zicht is. Vele steenkool/bruinkoolmijnen en talloze kolencentrales verpesten het landschap. De snelweg N4 splitst in de tak die doorloopt naar Pretoria en de N12 die iets naar het zuiden op Johannesburg afstevent.

 

Johannesburg is de grootste stad van het land en heeft zijn ontstaan te danken aan de goudkoorts sinds het einde van de negentiende eeuw. Het Witwatersrand Bassin loopt van Evander in het oosten (provincie Mpamulanga) naar Pretoria in het noorden (provincie Gauteng), vervolgens naar Klerksdorp in het westen (nu provincie Noordwest) en zuidelijk naar Welkom (nu provincie Vrijstaat). Dit hele bassin, overblijfsel van een oud binnenmeer, bevat gesteenten met goud. Het is geen klein bassin! Zeker zo’n driehonderd kilometer lang en honderdvijftig kilometer breed.

 

Johannesburg ontstond aan de noordkant van het bassin, en is waarschijnlijk vernoemd naar twee stadsplanologen (met Johannes in de naam), die enige chaos in die snel groeiende stad moesten brengen.

 

Bij het verlaten van Johannesburg aan de zuidkant twee weken geleden zijn me geen afvalbergen van de goudmijnen opgevallen. Nu bij het binnenrijden van de stad aan de oostzijde des te meer. Sommige afvalbergen worden opnieuw geëxploiteerd, en de ontblote goudgele hellingen schitteren weer in de zon omdat met nieuwere technieken de laatste restjes goud uit de grond kunnen worden gehaald. Zo gaat dat met grondstoffen, ook bij ons. Onze oudste olievelden bij Schoonebeek werden gesloten en de jaknikkers afgedankt omdat ze de laatste restjes stroperige olie niet meer omhoog kregen. De velden zijn heropend omdat via injectie met hete stoom de stroperige olie alsnog kan worden opgepompt, wel met heel veel afvalwater tot gevolg (‘Jaknikkers’. In: Lustrum, 2017).     

 

We discussiëren in de bus met Pieter over het programma voor morgen, de laatste dag. De ene optie is Pretoria met zijn Voortrekkersmonument, maar de meerderheid wil graag naar Soweto, om toch weer even met de neus op de feitelijke problemen van Zuid-Afrika te worden gedrukt. 

 

De laatste nacht verblijven we in hetzelfde hotel als de eerste nacht, de Airport Game Lodge. Alleen hebben we nu veel luxere kamers! De pauwen schijten nog steeds de veranda vol. In het hertenkamp laten de impala’s en de blesbokken zich nu wel zien, naast de struisvogels en de damherten. Eén blesbok heeft misschien de waslijn een keer aangevallen. Hij loopt rond met een rood breiwerkje om de hoorns.

 

Het is dringen bij het avondeten in het restaurant van Monica. Behalve voor ons heeft ze ook nog voor een grotere groep Italianen moeten koken. Maar het gaat haar goed af, in alle rust en kalmte.



[Beeldverhaal S633]


[Doorklikken naar volgende verhaaltje S634

 

Gepost: 20 Augustus 2023