WANDELEN: Schandelo

Ten noorden van buurtschap Schandelo (wat een mooie dorpsnaam!) en ten oosten van Lomm ligt een natuurgebied van Stichting het Limburgs Landschap met vele vennen. Gelegen tussen Arcen en Venlo is het een onderdeel – officieel of officieus – van Nationaal Park Maasduinen.


Het verbaast me dat dit gebied met de Ravenvennen me niet eerder is opgevallen. Vandaar een wandeling op donderdag, 28 juni 2024. Achteraf gezien vind ik dat ik te weinig van de vennen heb gezien. Deze ‘mooiste route’ leidt me er vakkundig op flinke afstand omheen. Daarom heet dit verhaaltje ‘Schande-lo’ en ga ik volgende week nog een keer terug naar de Ravenvennen sensu stricto voor meer detail.


Er wordt in het bos buiten het broedseizoen flink geselecteerd en uitgedund. Daar krijgen we stuifduinen en meer boomvariatie voor terug. Krijg je als boom een blauwe markering, dan mag je blijven, oranje betekent dat je laatste uur heeft geslagen. Maar je kunt op verschillende manieren aan je einde komen. Een oranje streep betekent omhakken, afvoeren en recyclen of cremeren in de biogascentrale. Een oranje kruis betekent omhakken, maar lekker in het bos blijven liggen om door de wormen en consorten te worden opgegeten. Een oranje R van ‘ringen’ betekent dat je ‘bloedsomloop’ wordt doorgesneden en je rechtop staande dood mag bloeden. Ik zie vooral oranje bomen; slechts een enkele blauwe. De meeste bomen zijn echter ongemarkeerd; die zitten nog in voorarrest.


Ik kom op een kruising een mooie driestammige tamme kastanje tegen. Te midden van de struiken figureert veel sporkehout. Onder de kruidachtige planten veel muursla en bijna uitgebloeid vingerhoedskruid.


Een eerste ven is ruim bedekt met witte waterlelies. Vlinders en libellen voelen zich hier in hun element. Een van de uitgezette wandelingen is zelfs een ‘Libellenroute’.


Een eerste vlindertje blijkt de eikenpage te zijn, een vrij schaarse standvlinder op zandgronden en duinen. Dit is een vrouwtje met enkele iriserende blauwe vlekken op de voorvleugels, helaas niet te zien op mijn foto, want ze houdt de vleugeltjes netjes bij mekaar. Toevallig (of niet) blijkt sporkehout haar favoriete nectarplant te zijn.


Een tweede vlinder is de phegeavlinder, die met name in dit deel van Limburg voorkomt. De naam is afgeleid van een mythische figuur uit het zogenaamde lieflijke Arcadië, in het centrum van de Peloponnesos. Lieflijk is Arcadië in het echt overigens helemaal niet, alleen maar landelijk en straatarm.


Een derde vlinder is de kleine ijsvogelvlinder, zo genoemd vanwege de associatie met de habitat van ijsvogeltjes in vochtige bossen langs beken.


In de meest noordelijke vennen bij buurtschap Hanik groeit volop moerashertshooi in het water langs de oevers, een eerste kennismaking voor mij. Het is een verwant van Sint-Janskruid. De vennen zijn aardig aan het dicht groeien, maar het is te veraf om te zien waarmee precies. Misschien toch ook de moerashertshooi?


In buurtschap Hanik staat langs de weg een Bevrijdingskruis, ter herinnering aan de evacuatie van dorp Lomm langs deze weg in januari 1945. En uit dankbaarheid voor de bevrijding.


De gewone oeverlibel, de watersnuffel – een algemene juffer – en een heidelibel laten zich gedwee door mij fotograferen.


Het bos gaat over in het kleinschalige cultuurlandschap Vreewater. Sommige geploegde akkers lijken dit groeiseizoen braak te blijven. Misschien was het voorjaar te nat en beperkt de bebouwing zich dit najaar tot een groenbemester en/of wintergraan. Op mijn pad enkele grijze veren met ronde witte vlekken, verloren door een grote bonte specht. Ik wordt gepasseerd door een tractor met Mukkekar – geen idee wat die naam betekent – die in een weiland een aantal koeien komt ophalen, met hulp van een schaapshond. De koeien loeien alsof ze in het slachthuis staan. Een andere braakliggende akker staat vol met reukeloze kamille, moerasandoorn en gewoon wilgenroosje.


Ik passeer de Duitse grens via een voormalige kronkelige smokkelroute, waar het IVN allerlei obstakels heeft aangebracht om het voor kinderen nog spannender te maken.


Via de grenspost tussen het Duitse Straelen en Schandelo/Velden ben ik weer ‘thuis’. Op de grens staat een beeldje van de ‘Gekke Maondaagvierder’. ‘Gekke Maandag’ wordt uitsluitend gevierd in de Noord-Limburgse dorpen Velden, Lottum en Grubbenvorst. De oorsprong is niet precies bekend, maar geleidelijk is er wel een koppeling ontstaan met het carnaval. De Carnavalsverenigingen in deze dorpen heten dan ook Gekkemaondaagsverenigingen.


Ik kom langs enorme kassencomplexen in het Veldense buurtschap Schandelo, deels nog in aanbouw. Geblindeerd tegen de felle zon kan ik niet zien wat ze er binnen uitspoken. De Gekkemaondaagsvereniging van Velden heeft hier in Schandelo zijn opslagplaats voor carnavalsattributen, de Wuilusloëds. ‘Wuilus’ is Limburgs voor ‘lobbes’ of ‘goedzak’.


In de bossen ligt het Openluchttheater Velden, een open plek in het bos rond een klein vijvertje met bloeiende brunel. Boomstammen dienen als zitbanken, een wc-hokje en een kleine abri om te schuilen voor als het gaat regenen.


Ik kies een verkeerde afslag, maak een extra kilometer vanwege het verlies van mijn aantekeningen – het zal ook niet waar zijn! – maar de vlinder landkaartje wijst me weer de goede richting. Tot slot een graanakker met korenbloem, meer bloem dan koren.


Terugkijkend op mijn route zie ik dat ik de essentie van de Ravenvennen heb gemist. Goede reden om terug te komen.        

 


[Beeldverhaal]


Gepost: 6 Juli 2024


Mooisteroutes.nl: Grenzeloos Lomm (18 km)