WANDELEN: Nederhemert

Nederhemert is een dorp in de Bommelerwaard, bestaande uit twee delen – Noord en Zuid – in 1480 van elkaar gescheiden door een nieuw loop van de Maas, die overigens rond 1900 weer werd afgedamd bij Well. Het zuidelijke deel is nu een schiereiland – ‘t Aailand – gelegen tussen de Afgedamde Maas, de Bergsche Maas en het Heusdensch Kanaal (‘Ammersoyen’. In: Tjiftjaffen, 2014).


Op woensdag, 22 mei 2024, begin ik de wandeling in Nederhemert-Noord, steek halverwege met het pontveer over naar Nederhemert-Zuid om na een kleine lus op ’t Aailand weer terug te keren naar Noord. De zon levert strijd met het wolkendek, er staat flink wat wind.


Het eerste deel is een lange lus over een drassig wandelpad door de weelderige begroeiing tussen de Drielsche Wetering (afgeleid van Kerkdriel) en de Eendenkade. Die begroeiing bestaat uit stikstofslurpers zoals brandnetel, fluitenkruid, gewone berenklauw, grassen, kleefkruid, riet en zuring. Groene kikkers kwaken. De tjiftjaf mekkert. Een leger aan dakloze naaktslakken kruipt over de bodem of hangt als acrobaten in het loof. Slechts zelden een slak met eigen huis.


Met drijfnatte schoenen en natte broekspijpen vervolgens een stuk klompenpad over landbouwgronden, waar een eenzame lepelaar foerageert in de plasdras op een akker. Kieviten en ook een scholekster vliegen schreeuwend om me heen om hun pullen te waarschuwen. Twee kraaien en drie kieviten leveren een luchtgevecht met een buizerd, die haastig de aftocht blaast. Echte valeriaan bloeit langs de sloten.


De naam Maas-Waalweg maakt duidelijk dat de (Afgedamde) Maas in noordelijke richting stroomde om zich bij Slot Loevestein te mengen met de Waal. Dat was geen succes, vandaar de latere afdamming. Deze afgedamde loop werd vervangen door de gegraven Bergsche Maas.


De Nieuwstraat heeft imposante grauwe abelen als laanbomen. In een kwekerij langs deze weg een veld met vele paars-bloeiende planten. Het blijkt een kweekvorm te zijn van het kluwenklokje.


Ik kom langs de gedeelde ingang van IJsclub ‘Eensgezindheid’ en de Oranjevereniging ‘Oranje Trouw’. Op het bord van de Oranjevereniging staat een gulden regel: “Vrijwilligers worden niet betaald, niet omdat ze waardeloos zijn, maar omdat ze onbetaalbaar zijn”.


Via enkele statige lanen kom ik bij het Sterrenbos, nu eigendom van de Maatschappij van Welstand (om protestantse boeren te ondersteunen), die het verkreeg uit de erfenis van Barones van Wassenaar, die hier woonde van 1932–1987. Het Sterrenbos is overigens al veel ouder, maar was niet aangelegd voor de jacht. Het was een zandig terrein door een dijkdoorbraak, ongeschikt voor landbouw, maar wel voor productiebos. Holenduif en zanglijster laten zich horen. Gewoon nagelkruid staat nu volop in bloei in het bos.


Ik volg de dijkhelling van de Afgedamde Maas die vol staat met margriet, knoopkruid, duizendblad en kleine klaver. In de uiterwaarden ligt een grote plas met wilgenbos eromheen. Een dichtbegroeid dijkje deelt de plas in tweeën. Ik moet een heel smal bruggetje passeren, me langs en over omgevallen bomen worstelen en continu bukken onder de kornoelje struiken door. Iemand heeft desondanks aan het water een knus zithoekje gefabriceerd.


Vlakbij de dijk een stortplaats van potgrond met restanten lupine en blauw kattenkruid. Langs de dijk een haag van de azijnboom, alias sumak.


Ik bereik het pontveer tussen Noord en Zuid. Ooit schreef ik – toen Rutte de mond vol had van de participatie-maatschappij – dat het pontveer van Nederhemert een mooi voorbeeld is van de ‘p’-maatschappij, omdat het niet door de overheid wordt geëxploiteerd, maar door de Stichting ‘Het Veer Nederhemert’. Nu zie ik pas dat de officiële naam ‘Drs. P Veer Nederhemert’ is, maar dat is niet de ‘p’ van participatie. Enkele regels van het gedicht Veerpont (Heen en Weer) van Drs. P hangen op de pont. En dan hangen er in het wachthokje op de veerstoep ook nog enkele toepasselijke dichtregels van A. Roland Holst: ‘In gevaar heen en weer geslingerd, zonder rust of duur; was ik maar een wingerd, had ik maar een muur’.


Aan de overkant op ‘t Aailand wordt de pont verwelkomd op de stoep door een groepje krielkippen met kuikens. Nederhemert-Zuid is een beschermd dorpsgezicht. Er wonen maar een vijftigtal inwoners en enkele lawaaiige koekoeken. Het heeft Kasteel Nederhemert (veertiende eeuw), een nieuw kerkje op de fundamenten van een laat-middeleeuwse kerk, een vervallen schans (zeventiende eeuw) en één van de oudste speeltuinen van Nederland (1915). De horeca bij de speeltuin komt als geroepen, want ik moet nodig ….


Het Kasteel is eigendom van de Overheid, maar wordt momenteel verhuurd aan het softwarebedrijf AudioExpert, dat er een Hifi Castle van heeft gemaakt. Tien jaar geleden (‘Ammersoyen’. In: Tjiftjaffen, 2014) verbleef in het bos rond het kasteel een grote reigerkolonie hoog in de bomen. Ik vrees dat ze de benen hebben genomen, misschien vanwege Hifi Castle. In elk geval worden ze aan het gezicht onttrokken door het dichte loof.


Ik neem even een zijweggetje om een snelle blik te slaan op het Heusdensch Kanaal. Een boot vaart voorbij. Een bioloog maakt in de uiterwaarden een floristische inventarisatie.


In het kerkje van de Hervormde Gemeente wordt op de eerste zondag van elke maand ’s middags een kerkdienst gehouden. De gelovigen uit Nederhemert-Noord worden dan om twee uur met het pontje overgezet. De enige keer dat het pontje vaart op zondag! En alleen voor kerkgangers!


Een wandelpad langs landbouwgronden brengt me terug naar het pontveer. Onderweg een mooie rogge akker met klaproos en korenbloem. Een veld met manshoog koolzaad, vol met hauwen die aan het afrijpen zijn. In de randen staat veel kaardenbol en gele honingklaver. Op het eind een wilde siertuin met veel vingerhoedskruid, lupine en een mij onbekende plant. Volgens de eigenaresse, die aan het wieden is, het grote Mariëtteklokje (Campanula medium), een van oorsprong mediterrane plant, hier ook in trek als snijbloem.

Heb je nog iets bijzonders gezien met je verrekijker?” vraagt de veerman. Nee, maar wel zonder verrekijker het mooie klokje van Mariëtte. De veerman vertelt dat bij de veerstoep aan de overkant in Noord een ‘zeldzame’ plant in het water staat. Een bioloog wist hem de naam te vertellen, maar die is hij natuurlijk vergeten. Bij aankomst wijst hij de plant aan, die nog niet bloeit. Ik vermoed grote wederik, maar het blijkt moeraswederik te zijn. Toch weer een primeurtje voor mij, maar jammer dat er nog geen bloei is te bekennen.


Ik volg aan de noordkant de dijk van de Afgedamde Maas, langs de zeldzame zeskante molen ‘Gebr. Remmerde’ uit 1716. Op de dijkhelling bloeit veel glad walstro. De kleine karekiet zingt in het riet.            

 

     

[Beeldverhaal]


Gepost: 3 Juni 2024

 

Mooisteroutes.nl: Dromen op Nederhemert (16 km)