WANDELEN: Schipbeek 1


De Schipbeek heeft zich nog niet in mijn aandacht mogen verheugen, hoewel ik op verschillende tochten in het grensgebied van Gelderland en Overijssel stukjes van de beek heb ontmoet of ben overgestoken (‘Markelo’. In: Dreamgirls, 2018).

 

De Schipbeek is een zijrivier van de Gelderse IJssel. Van de bron in Duitsland bij Ahaus tot Deventer is de waterloop zo’n tachtig kilometer lang, zo goed als helemaal op de oevers te bewandelen (jaagpad). Na een Duits begin als Ahauser Aa heet de waterloop in Nederland eerst Buurserbeek (‘Haaksbergen’. In: Paradijs, 2022) en vervolgens Schipbeek vanaf de Zandvang bij Diepenheim tot de monding in de IJssel bij Deventer.

 

De Schipbeek is grotendeels gegraven en dus ook sterk gekanaliseerd. Eeuwenlang een belangrijke verbinding tussen Westfalen en Holland via Deventer, vooral nadat medio achttiende eeuw de bevaarbaarheid voor zompen was verbeterd door de aanleg van stuwen.

 

Op donderdag, 5 januari 2023, start ik in de buitenwijken van Deventer bij de Oxersteegbrug. Het is grijs en grauw, maar droog, en veel te warm voor de tijd van het jaar (10°C). De natuur krijgt daardoor de lente in de kop, met het risico om door een nieuwe vorstperiode teruggefloten te worden. Een enkel exemplaar fluitenkruid staat al in bloei.

 

Geen bijzondere watervogels in de beek, afgezien van wilde eenden, meerkoeten, waterhoentjes en aalscholvers. Maar wel gigantisch veel beversporen: omgeknaagde boompjes en ontschorste takken. Er moeten her en der in de buurt beverburchten verborgen liggen. Rietkragen, vermengd met lisdodde, bieden de nodige bescherming. Langs het pad veel essen, makkelijk te herkennen aan de pikzwarte knoppen, ‘bokkenpoten’ in de volksmond.

 

Ik passeer de Banninkstuw met een hele lange rustige vistrap voor vissen die niet kunnen vliegen. Vervolgens Stuw Bathmen, voorzien van een bescheidener vistrap met een veel sterkere stroming voor vissen met spierballen.

 

Bathmen heb ik altijd een vreemde naam gevonden (Engelse badgasten?), maar de naam lijkt afgeleid van Bodeman of Bademan, een soort boodschapper van het gezag die een eigen plekje mocht uitzoeken.

 

De Schipbeek is een populair viswater. Een speciaal platform bij Bathmen is voor rolstoelvissers gereserveerd. Op de oever af en toe matjes van frisse, groene winterpostelein.

 

De derde stuw is de Bollestuw. Deze blijkt vernoemd naar ‘De Bolle’, een nabijgelegen vroegere boerderij, nu vakantiehuis. Maar dat is niet over één nacht ijs gegaan. Tot medio 2022 was de naam Bolestuw, veroorzaakt door een foutieve naam op een oude topografische kaart. De Oudheidkundige Kring Bathmen heeft kunnen aantonen dat de stuw toch echt vernoemd is naar boerderij ‘De Bolle’. Bleef voor mij de vraag waar de naam ‘De Bolle’ vandaan komt. Volgens de huidige eigenaren (dank voor de uitgebreide informatie!) verwijst deze naam naar Jan de Bolle, waarschijnlijk de allereerste eigenaar van de boerderij, ergens begin achttiende eeuw. Was Jan een dikbuikige boer of misschien een wildebras (‘bolle’ is stier in het Fries)?

 

Vlakbij takt hier bovenstrooms een oude loop van de beek af, de Oude Schipbeek, die ik een flink eind volg. Langs de (Oude) Schipbeek staan op geregelde afstand bordjes met een toepasselijk of minder toepasselijk gedicht. Van bekende dichters als Kopland, van Eeden en Nijhoff, maar ook minder bekende rijmelaars. Martinus Nijhoff (1894–1953) weet me wel te raken, zoals eerder in het gedicht ‘De moeder de vrouw’ met de zin: “Ik ging naar Bommel om de brug te zien”, reden dat de brug in de A2 bij Zaltbommel de Martinus Nijhoffbrug heet (‘Waal’. In: Siem Sing a Song, 2020). Hier val ik op de mooie zin in het gedicht ‘Het kind en ik’: “Ik maakte tussen de lissen – met de hand een wak in het kroos”. Initiatiefnemer van deze bordjes is de Stichting Bathmense Kunstbiënnale. Ik probeer wat meer over ze te weten te komen, maar tussen de edities van het tweejaarlijkse kunstfestijn door lijkt de Stichting van de aardbodem verdwenen.

 

Af en toe een mooi oud landhuis langs het water. Met een kleine klokkentoren (de klok loopt warempel gelijk). En zonnepanelen! Een stoet van een tiental (half)wilde eenden komt meteen op me af. Bij het landhuis worden ze mogelijkerwijs bijgevoerd, maar ik heb niets te bieden. In de houtwal een flinke populatie van de gewone eikvaren. Een eekhoorn steekt over naar de Oerbosdijk, geef hem eens ongelijk. De Menopsdijk wijkt hier voor even af van de Oude Schipbeek. Her en der struiken Gelderse roos met restanten rode bessen. Elzen hebben al bloeiende katjes, evenals de hazelaar, die zelfs de rode stampers van de vrouwelijke knoppen al naar buiten steekt. Hier klimt heel veel kamperfoelie met nieuwe toefjes blad in andere struiken omhoog. 

 

Bij een boerderij staan twee speciaal geconstrueerde carbid kanonnen. Niks geen melkbussen. Constructies van twee meter lengte, op een karretje voor het transport en de verankering. Die afgeschoten ballen hebben ze nooit meer teruggezien.

 

Op het verste punt ligt dorp Loo met de Looschool, Restaurant Loo, Trimsalon De Vrolijke Snuit en een handjevol huizen. Ik kruis de Oude Schipbeek en kom bij een informatiebord over een oude landweer en – achter die boerderij in de verte – de fundamenten van kasteel Arkelstein. Het informatiebord gaat vergezeld van een kunstwerk, een uitvergroting van een ‘steengoedscherf’, die bij de ruïne is opgegraven.

 

Bij een huis een vlag met horizontale banen rood–geel–blauw, met in het rood een wapen. Het blijkt de gemeentevlag van Bathmen te zijn, een ‘collector’s item’, want de gemeente Bathmen bestaat niet meer (Deventer).

 

Ik loop over de mooie weidse Apenhuizer Enk, helaas slechts bedekt met turbogras. Af en toe een stukje bos, waar opnieuw de culturele sector van Bathmen actief is: ‘I.v.m. de voorbereidingen voor het Openluchtspel Tegenwind, gelieve de open plek in het bos niet te betreden’.   

 

De beschrijving van de wandeling eindigt bij windkorenmolen De Leeuw in buurtschap Oude Molen. En hoe moet ik dan mijn auto weer terugvinden? Had ik natuurlijk wel uitgezocht: dwars door Bathmen – opvallend veel leegstand en achterstallig onderhoud in het centrum – en dan in westelijke richting door het buitengebied.

 

Helemaal op het eind nog een mooi onverhard wandelpad – Spildijkspad – langs Landgoed De Bannink, met een protestbord: ‘Geen energiecentrales op Landgoed De Bannink’. Zou daar het Openluchtspel Tegenwind misschien over gaan? Of over de avonturen van windkorenmolen De Leeuw?

 

Ik steek de Banninkstuw over – duidelijk nu waar die naar vernoemd is – en doubleer het laatste stuk naar de auto langs al die beversporen.

 


[Beeldverhaal]

 

Gepost: 21 Januari 2023

 

RouteYou: Schipbeek 01 (14) + terugtocht (5 km)