Wandelen, Fietsen, Selfies
WANDELEN: Friese Stinzen
Het is weer eens iets anders, een autotocht langs Friese Stinzen en State’s om stinzenplanten te bekijken. Ik raadpleeg grote vriend Wikipedia voor enige achtergrondinformatie.
‘Stins’ (stenen huis) is het Friese woord voor een middeleeuwse, versterkte stenen woontoren/woonhuis, waarvan er vele honderden hebben gestaan in de provincies Friesland en Groningen. De meeste zijn verdwenen of opgegaan in grotere landhuizen, die in Friesland de naam ‘State’ kregen, en in Groningen de naam ‘Borg’. Deze landhuizen waren omgeven door tuinen en parken, vaak als onderdeel van een groter landgoed, in bezit van adellijke of bemiddelde families. Men trachtte de parken te verfraaien met bijzondere, liefst exotische planten.
De enige nog bestaande middeleeuwse Stins in Friesland is de Schierstins in Veenwouden. Rondom deze Schierstins bloeide onder andere Haarlems klokkenspel (Saxifraga granulata), door de lokale bevolking ‘stinzeblomkes’ genoemd. Hoogstwaarschijnlijk komt hier de naam stinzenplanten vandaan. Het zijn in het algemeen voorjaarsbloeiers met opvallende bloemen, die van elders – andere streek in Nederland, net over de grens of van ver – zijn geïntroduceerd. De term is ook buiten Friesland algemeen goed geworden, zoals op de landgoederen van de Stichtse Lustwarande in de provincie Utrecht. Langzaam maar zeker is de categorie typische stinzenplanten wel enigszins verwaterd door allerlei ‘bijgoed’, maar dat mag mijn pret niet drukken.
Op zondag, 24 maart 2024, maak ik een autotocht langs zes van deze Friese State’s, inclusief de Schierstins in Veenwouden. Uiteraard is dit een momentopname. De verschillende stinzenplanten hebben andere bloeitijden over een periode van enkele maanden.
Al met al levert deze dagtocht een serie prachtige foto’s op van State’s met hun stinzenplanten en aanverwante artikelen.
Epema State
Ik start bij de Epema State, gelegen aan de Epemaweg(!) in IJsbrechtum, slechts twee kilometer van mijn geboorteplaats Sneek. Als puber ging ik met vriendjes op de fiets naar het bos rondom het landhuis voor kattenkwaad, vooral geïnteresseerd in de grote kolonie roeken, die nog steeds nestelen in de hoge bomen, en zonder enig benul van stinzenplanten.
Ooit stond hier in de dertiende eeuw een Stins, die werd afgebroken in de vijftiende eeuw en later vervangen door een landhuis met poortgebouw. Het park rond de State is gemuteerd tot bos. In de ringgracht zitten de woerden achter de meiden aan, en ik doe aangifte van groepsverkrachting.
De bodem is momenteel vooral bedekt met speenkruid (‘bijgoed’), met ertussen crocus en narcis. De bloem van de bostulp staat op springen, langs het water een flinke pluk van de kievitsbloem, her en der gevlekt longkruid. Aan de buitenrand bloeit langs het water oeverzegge met zijn bruin-zwarte aren. Dat is geen stinzenplant, maar wel een opvallende verschijning.
Dekema State
Ik rijd naar het dorp Jelsum vlak boven Leeuwarden. Hier ligt de Dekema State aan de Dekemaweg(!), omgeven door een mooie tuin. Ook Dekema State begon als een Stins. Het is ook nu geen kolossaal gebouw, maar een aantrekkelijk onderkomen met een houten brug over de omringende gracht als entree. Een zwarte zwaan houdt de wacht bij enkele plukken dotterbloem. Op de oever staat ook de struisvaren (‘bijgoed’), de steriele bladeren verwelkt, maar de fertiele bladeren nog fier overeind.
Hier is daslook de belangrijkste bodembedekker, die op het punt staat te gaan bloeien, met ertussen heel veel bloeiende holwortel, en af en toe groepjes knikkende vogelmelk, met bloemknoppen die op springen staan. Verspreid staan Italiaanse aronskelk en gevlekte aronskelk (bijna in bloei). Slanke sleutelbloem (‘bijgoed’) en gevlekt longkruid (ook een enkeling met witte in plaats van paarsblauwe bloemen) staan volop in bloei, evenals enkele paars- en geelgroen-bloeiende exemplaren van nieskruid.
Ondertussen volgt een grote schare goudkleurige krielkippen met twee haantjes mij op de voet. In het park een mooi theehuisje en de grafzerk (niet het graf) van ‘burgemeester’ (grietman) Hette Dekema (1480–1522) en zijn vrouw, overgebracht uit de gesloopte Galileërkerk in Leeuwarden.
Martena State
Op schootsafstand van Jelsum ligt het dorp Cornjum met de Martena State langs de Martenaweg(!). De eerste bewoning dateert uit de vijftiende eeuw, maar de State werd gebouwd in 1687, getuige een familiewapen en gevelsteen ‘Anno 1687’ in een oud muurtje bij de huidige voorgevel. De State verpauperde en werd in 1899 vervangen door het huidige miniatuur kasteeltje.
De toegangspoort van het park stamt uit 1620 en is hierheen verplaatst bij het afbreken van het Landschapshuis te Leeuwarden, waar in de achttiende eeuw de Friese Staten bijeenkwamen.
In het park – een erkende ‘hotspot’ voor stinzenplanten – staan naambordjes bij de perkjes.
Paarsrode en witte holwortel, Italiaanse en gevlekte aronskelk, daslook en bostulp, maar ook blauwe anemoon, gele anemoon en adderwortel (nog niet in bloei). Bij het bordje Haarlems klokkenspel is helaas nog geen klok te bekennen, maar het is dan ook een van de latere bloeiers.
Harsta State
Ik rijd naar Hogebeintum in het dak van Friesland, waar Harsta State is gelegen langs de Harstaweg(!). Vanaf de State mooi zicht op de hoogste terp van Friesland (negen meter boven NAP) met de kern – dat wil zeggen de kerk – van Hogebeintum op de top. De terp dateert uit de zesde eeuw, de kerk uit de twaalfde eeuw. Ik kwam hier al eens langs op de fiets tijdens mijn vierdaagse Elfstedentocht, al komen de schaatsers hier in de verste verte niet in de buurt (‘Elfstedentocht – Hynderke in Ferwerd’. In: It giet oan!, 2016).
De oorsprong van de State ligt begin zestiende eeuw, maar kreeg zijn huidige vorm rond 1850. Helaas kan ik de tuin niet betreden, maar er wel omheen wandelen, waar ik slechts enkele tuinvlieders tegenkom, die ik al eerder heb benoemd (zoals blauwe anemoon).
Stania State
Ik daal af naar Oenkerk om een kijkje te nemen bij Stania State, nu eens niet langs de Staniaweg(!). Ik ken deze State nog van een wandeling in een ander jaargetijde (‘Trynwâlden’. In: Paradijs, 2022).
Stania State dateert in oorsprong uit begin zestiende eeuw, maar na een brand is rond 1850 een nieuw State gebouwd. Ik schuil voor een fikse regenbui in de aangebouwde, drukbezochte Brasserie. Rond het landhuis een mooi park met heuveltjes, vijvers en daarover houten bruggetjes.
Het aanbod van stinzenplanten valt wat tegen, maar naast de blauwe anemoon hier ook de bosanemoon, sterhyacint en sneeuwroem, en de gewone vogelmelk (nog niet in bloei).
Schierstins
Op naar Veenwouden met de enige overgebleven middeleeuwse Stins in Friesland, een stenen woontoren uit begin veertiende eeuw. In de vijftiende eeuw stond de toren bekend als het Schiere Monniken Huis, net als Schiermonnikoog vernoemd naar de schiere (grijze) pijen van de cisterciënzer monniken. In de loop der tijden zijn er nieuwe delen tegen de toren aangebouwd.
In de tuin rond de toren bloeien holwortel en voorjaarshelmbloem (vingerhelmbloem) naast elkaar zodat je mooi de verschillen kunt waarnemen. Er bloeien kievitsbloemen, zowel de paarse als de witte variant, wilde hyacint, slanke sleutelbloem, gevlekt longkruid, zomerklokje en sneeuwroem. Knikkende vogelmelk en gevlekte aronskelk staan nog niet in bloei. Ook hier nog geen spoor van Haarlems klokkenspel. Op de oever van de ringsloot bloeit Japans hoefblad (‘bijgoed’), maar er staan ook dichte bossen ‘tulpen’bladeren, die toebehoren aan droogbloeier (Colchicum xbyzantinum), een verwant, ja zelfs bastaard, van de herfsttijloos. Er zitten geen bloemen aan, want de bloei heeft net als bij de herfsttijloos al in de herfst plaatsgevonden. Maar er zitten ook geen doosvruchten verstopt tussen de bladeren, want dit kruisingsproduct is steriel. Is dit al een primeur voor mij, de leukste primeur vind ik de bosgeelster in volle bloei!
Gepost: 6 April 2024
Autotocht IJsbrechtum – Jelsum – Cornjum – Hogebeintum – Oenkerk – Veenwouden.