WANDELEN: Zalk

Iets zuidelijk van het Reevediep, waar ik recentelijk twee keer heb gewandeld, ligt op de linkeroever van de IJssel het dorp De Zande en vervolgens het dorp Zalk in de binnenbocht van een grote meander. Door de eeuwenlange aanslibbing is een groot buitendijks gebied ontstaan en het Laarzenpad Zalk belooft een mooie wandeling door deze uiterwaarden, al is er nog enig risico dat hoogwater roet in het eten gooit. De vorst is voor even (of voorgoed) uit de lucht, temperaturen zitten overdag in de dubbele cijfers.


Ik start op dinsdag, 30 januari 2024, in het historisch centrum van Zalk met de Sint-Nicolaaskerk (romaanse toren uit de dertiende eeuw), het Schultehuis (voormalige woning van de schout uit de zeventiende eeuw) en enkele oude rietgedekte boerderijtjes.


Van hier loop ik de Zalkerdijk op en kom uit bij het beeldje van de laatste bever van Nederland. Eenmaal eerder koerste ik op de fiets over de Zalkerdijk langs het dorp (‘Hattemerbroek’. In: Siem Sing a Song, 2020), en stond toen ook even stil bij dit ‘monument’. In 1825 sloeg een visser het dier dood in de veronderstelling dat het een otter was. Het was waarschijnlijk een dwaalgast, want de bever was in Nederland al honderden jaren eerder uitgestorven. Inmiddels wordt sinds 1988 de bever weer succesvol uitgezet. Rond die tijd raakte echter de otter juist uitgestorven (laatste otter doodgereden in Friesland in 1989). De herintroductie van de otter verloopt moeizamer dan van de bever, zeer gevoelig als hij is voor vervuiling en afhankelijk van visrijk zoet water.   


Aan de overkant de skyline van Zwolle. De noordelijke lus van de wandeling loopt in eerste instantie vanwege hoogwater niet vlak langs de oevers van de IJssel, maar volgt de voet van de Zalkerdijk. Een paalnest in de uiterwaarden is reeds bezet door een koppeltje ooievaars, dat niets beters te doen heeft dan op elkaars lip gaan zitten wachten op een hormonale oprisping.


Ik kom uit bij het Zalkerveer, dat in de zomermaanden de overtocht verzorgt naar ’s-Heerenbroek. Aldaar meld je je voor de overtocht in het Theehuis Zalkerveer, aan Zalkse kant hangt een mooie antieke bel om het Theehuis aan de overkant te alarmeren. Eigenlijk ging de overtocht vanuit Zalk naar het dorp Veecaten, dat ooit samen met Zalk de gemeente Zalk en Veecaten vormde, zodat het veer vooral gebruikt werd door schoolgaande kinderen en kerkgangers. Veecaten lag echter in de buitenbocht van de IJssel meander, waardoor het langzaam maar zeker door de rivier werd verzwolgen. Het restant is nu een buurtschap van ’s-Heerenbroek. 


De sporen van het hoogwater van een paar weken geleden zijn nog duidelijk zichtbaar in de Zalker uiterwaarden. Rietstengels en gras hangen als wasgoed aan het prikkeldraad rond de weilanden. Vanaf de veerstoep kan ik zonder probleem een oeverwal tussen de IJssel en een nevengeul volgen. Ik zie vele ganzen, vooral Canadese gans en grauwe gans, en hoor smienten fluiten. Hazen schieten her en der weg uit de vegetatie. Opvallend veel bastaardganzen, die van beide overspelige ouders iets hebben meegekregen.


Buitendijks ligt ook het Zalkerbos, één van de weinige overgebleven hardhout ooibossen van Nederland, vooral bestaande uit essen en iepen. Het wordt beheerd als hakhoutbos en daar zijn net vandaag een tiental houthakkers met hun kettingzagen mee bezig. Volwassen uitlopers worden verwijderd en een enkele ‘spaartelg’ blijft staan op de stronk. Een grote bonte specht maakt het zichzelf makkelijk door op de grond in te hakken op een vermolmde stobbe. Nu het bos uitgedund is pakken de sneeuwklokjes het podium.


Ik begin aan de zuidelijke lus, maar word al snel gedwongen door het hoogwater om de Zalkerdijk te volgen. Dan maar een route binnendijks in plaats van de uiterwaarden. De vroege geschiedenis van Zalk is nauw verbonden met de havezate Buckhorst, die hier eeuwen heeft gestaan, maar werd afgebroken medio negentiende eeuw.


Enkele akkers zijn bedekt met de kale bleke stengels van het laatste gewas. Ik kan het niet meteen thuisbrengen, maar denk dat het toch een groenbemester is (gele mosterd?), verbleekt door de vrieskou.


Terug in het dorp kom ik langs korenmolen De Valk uit 1860 en vervolgens een zijstraatje met de naam ‘Klaasje van den Brinkerf’. Het is vernoemd naar Klazien van den Brink (1919–1997), beter bekend als kruidenvrouwtje ‘Klazien uut Zalk’, een bekende tv-persoonlijkheid in de tachtiger jaren van de vorige eeuw, met allerlei goedbedoelde adviezen over huis-, tuin- en keukenmiddeltjes om kwaaltjes te genezen. Van Kooten & De Bie maakten met ‘Berendien uut Wisp’ daar in de negentiger jaren weer een mooie parodie op in hun programma ‘Keek op de Week’.


De naam Zalk zal voor eeuwig verbonden blijven met het allerlaatste kruidenvrouwtje en de allerlaatste bever van de laatste extinctiegolf.

 

 

[Beeldverhaal]


Gepost: 9 Februari 2024

 

Laarzenpad Zalk (13 km)