Wandelen, Fietsen, Selfies
WANDELEN: Laren
Dochter Meike kocht een tijd geleden op Marktplaats een tweedehands kledingkast voor haar Amsterdamse studentenkamer. In Laren. Nou, dat ligt mooi op de route van Wageningen naar Amsterdam, denk je dan. Tot blijkt dat het gaat om het dorp Laren in de Achterhoek!
Het Gelderse Laren was recentelijk meermalen in het nieuws vanwege Landgoed Oolde, dat uitvoerig figureerde in de TV-serie ‘Liefde voor het Landgoed’ van Omroep Max. Helaas blijkt het landgoed vandaag, woensdag 19 juni 2024, niet toegankelijk vanwege de naweeën van het ‘Mañana Mañana’ festival (13–16 juni). Kasteeleigenaren halen zich van alles op de hals om financieel rond te komen.
Ik parkeer achter de Kerk van Laren, een Waterstaatkerk uit 1835, en loop even naar het centrum van het dorp voor het informatiebord van het Klompenpad over de Larense enken (Laorns Enkenpad). Enk, eng, es, het is allemaal hetzelfde en betreft een aaneengesloten stuk oud bouwland in gebruik bij verschillende boeren.
Acteur Albert Mol (1917–2004) kijkt op het plein nichterig voor zich uit. Hij kreeg een standbeeld in Laren, waar hij woonde en overleed. Van een dikke knoestige boomstam is een infozuil gemaakt met een ingebouwd beeldscherm, maar de techniek laat de boom vandaag even in de steek.
Ik kom al snel langs de ‘Verzamelhuuskes’ van de familie Kok, waar het verleden van het Achterhoekse boerenleven herleeft rondom het nagemaakte klasje van meester H.W. Heuvel (1864–1926), auteur van het boek ‘Oud-Achterhoeksch boerenleven, het hele jaar rond’. Een beroemde schoolmeester en publicist, die ook aandacht krijgt in Boerderijmuseum Lebbenbrugge en geëerd wordt met een borstbeeld in Borculo (‘Lebbenbrugge’. In: Eigen land laatst!, 2021). Een beeldje van een bedelaar bij een poort in een haagbeuk vraagt om ‘een dubelte voor de klijnkinder’. Zo hebben we dat niet geleerd bij schoolmeester Heuvel. Iemand heeft twee stuivers in het centenbakje gedeponeerd, maar ik heb geen klijngeld.
Ik kom meteen op een graspad lang een boerensloot met rijke flora. Na de nattigheid van de afgelopen tijd zijn bermen en oevers floristisch geëxplodeerd. Je zou bijna bermtoerist willen worden. Het blad van de grote waterweegbree piept door het wateroppervlak en veenwortel bloeit boven haar drijvende bladeren. Op de oever bloeien plukken moerasspirea, terwijl kattenstaart ook al in bloei schiet.
Een geknotte, tot woonhuis omgebouwde molen is ‘La Rana Verde’ gedoopt, maar ik zie het verband niet met een Spaanse groene kikker.
Het is genieten van een prachtig rustiek landschap van enken, omgeven door boerensloten en houtwallen. In een weiland een haas. Ik kuch even zodat haas zijn oren spitst. Het blijken twee hazen te zijn. Die deden vast haasje-over.
Tijdens de wandeling langs de Boven-Slinge in het Buskersbos (zie: ‘Boven-Slinge’) zag ik heren en dames bosbeekjuffer, maar van de weidebeekjuffer alleen het vrouwtje. Hier dan een heer weidebeekjuffer met een blauwe band over zijn vleugels.
Laren wordt omgeven door een aantal landgoederen, zoals Oolde, Verwolde en Ampsen. Over Landgoed De Flesch kan ik niet veel informatie vinden. Het Klompenpad loopt langs het bos, niet erdoor, maar de waterpartij zou in oorsprong een pingoruïne zijn.
In een volgend stuk bos is het wandelpad veranderd in een soort kabouterroute. Maar de kabouters worden begeleid door allerlei frutsels waar mensen graag vanaf wilden.
Bij de boerderijen zijn de bedekte bulten kuilvoer vaak de moeite waard om even nader te bekijken vanwege de plantjes: een bloemrijke kuilvoerbult doet nauwelijks onder voor een bloemrijke akkerrand. Langs een prachtig pad in een houtwal kom ik een solitair exemplaar van de zwarte toorts tegen.
Ik kruis de spoorlijn Zutphen–Hengelo, de Twentekanaallijn, die hier parallel aan het kanaal loopt. Langs de spoorlijn een bloemrijke akker, ingezaaid met een bloemenmengsel van Veredelaar LG (Limagrain), voor mij een nieuwe naam op dit gebied. Een mooi mengsel met veel vlas, klaproos, margriet, bijenbrood, smeerwortel, korenbloem, kaasjeskruid en koekruid (zowel roze als wit). De akkerbouwgewassen zelf bestaan hier vooral uit gerst, tarwe, aardappel en mais.
Weer een slootoever met zowel poelruit als moerasspirea in bloei. De pluimen lijken wat op mekaar, maar naast elkaar zie je dat de bloeiwijze van poelruit veel geler is dan die van moerasspirea. Koninginnenkruid staat op het punt te gaan bloeien. Ik passeer de Heurnerbeek en dan een enorm veld met erwt, ik vermoed voor doperwten.
Bij de Haarbroekse Vijvertuin is het een drukte van jewelste met fietsers. De spreukentuin is dan ook de moeite waard en een leuke gelegenheid om je kennis van gezegden en spreekwoorden op te frissen. Ze worden (bijna) allemaal plastisch uitgebeeld met boerderijrommel. Ik wandel een klein rondje om de vijver en kom langs ‘De neus’ (Tussen stoel en gat, van daaruit ruikt men wel eens wat), een kop in een omgekeerde bloempot (‘De potten kiekker’) en een blote dame (‘Hef niks um’t lief). Het Boluspad laat ik aan me voorbijgaan.
Al die fietsers zijn trouwens geen toeval. De Vijvertuin blijkt een controlepost te zijn van een fietstoer, georganiseerd door de NTFU (Nederlandse Toer Fiets Unie).
Ook grote wederik siert de slootoevers. Af en toe een hoge gele honingklaver. En een wirwar van draden van een ‘paardenstaart’, waarin ik geen individuele exemplaren heermoes kan ontdekken, maar wat het wel is.
Ik volg de routeverlenger in de hoop dat ik toch het Landgoed Oolde kan bereiken, maar het festivalterrein is nog lang niet opgeruimd en de omheining nog niet verwijderd. Ik word al spoedig omgeleid. Morgen zou het weer normaal moeten zijn, maar dat weet je nooit met ‘Mañana’.
Tot slot bij een weilandhek nog een aantal exemplaren van de echte Spiraea, het theeboompje.
Gepost: 30 Juni 2024
Klompenpad: Laorns Enkenpad (16 km)