Wandelen, Fietsen, Selfies
WANDELEN: Vechtdal
De Duitse regenrivier Vechte komt bij Gramsbergen ons land binnen en stroomt langs Hardenberg, Ommen en Dalfsen als Overijsselse Vecht naar Zwolle, waar hij uitmondt in het Zwarte Water. Het brede stroomdal van de Overijsselse Vecht was ooit een slecht toegankelijk hoogveenmoeras dat als een soort natuurlijke waterlinie enige bescherming bood aan de noordelijke provincies ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog.
Het is alweer jaren geleden dat ik langs de Overijsselse Vecht heb gefietst (‘Overijsselse Vecht 1 & 2’. In: Dreamgirls, 2018) en zelfs een stuk de grens over (‘Vechte’. In: Siem Sing a Song, 2022). De enige wandeling in het Vechtdal was op de landgoederen Mataram, De Horte en Den Berg (‘Hoonhorst’. In: Paradijs, 2022).
Iets ten oosten van Ommen liggen nog twee buurtschappen en landgoederen aan de zuidoever van de Overijsselse Vecht, namelijk Beerze en Junne. Zij vormen het doel van mijn wandeling op woensdag, 15 november 2023.
Ik start om tien uur vlakbij Huis Beerze in de bossen van het natuurgebied. De ergste buien moeten nu voorbij zijn, maar nog maar net op pad krijg ik een flinke plens over me heen. Terug naar de auto vervang ik mijn drijfnatte gewone jas voor een regenjack. Dat jack is niet meer uit geweest want de hele dag wisselen zonnestralen af met regenbuitjes.
Ik wandel aan de noordkant van het landgoed onderlangs een hoog kamduin, een rij stuifduinen met uitlopers in windwaartse richting, te vergelijken met de tanden van een kam, al staan die tanden wel erg ver uit elkaar. Onder de loofbomen een prachtig bodemdek van varens, hoofdzakelijk brede stekelvaren, maar her en der ook populaties van de eikvaren. Zelden zo’n mooi varenbos gezien.
‘De Goede Vrouw’ was een bekende herberg voor schippers op de Vecht. De herberg bestaat niet meer, maar bij de oprit van het nieuwe woonhuis staat nu een bord ‘Vanouds De Goede Vrouw’.
Na een stukje van de huidige gekanaliseerde Vecht volg ik een oude, afgesloten Vechtarm. Opgesloten in de meander ligt Vakantiepark (‘Huttopia’) De Roos. Het seizoen is voorbij en de glamping tenten zijn met extra spanbanden omgeven om het zaakje bij mekaar te houden tijdens de herfststormen.
Een zwanenfamilie bevaart deze oude loop van de Vecht. Op de oever enkele verdorde exemplaren van de koningsvaren. Ik zit inmiddels in de bossen van Landgoed Junne, tegenwoordig eigendom van verzekeraar ASR. Ik raak even aan de stuifzanden van de Junnerbelten, maar daar krijg ik op de terugweg meer van te zien. Dan een loofbos met een zeer dichte ondergroei van verdorde adelaarsvaren.
Bij het betreden van akkerland valt meteen de hoeveelheid bloeiend knopkruid op. In een bloemrijke akkerrand bloeit nog volop de gele kamille en cosmos in verschillende kleuren. Een spandoek maakt reclame voor een ‘Excursie Hooglanders’. “Ga op avontuur met Margreeth.”
De Stuw van Junne in de Vecht is een bijzondere plek, een stuw met een smalle brug die geen vrachtverkeer toestaat, een vispassage en een aparte doorgang met een innovatief type zelfbedieningssluis voor kleine pleziervaartuigen. Recentelijk is er aan de noordzijde een nevengeul van meer dan drie kilometer lengte aangelegd. Het gebied is aangemeld als Natura2000-gebied, maar ik dacht dat we ons lesje met al die kleine ‘postzegels’ natuur wel geleerd hadden. Hoe kleiner de ‘postzegel’, des te meer omringende boeren de dupe worden en hoe moeilijker het is om de ‘postzegel’ gaaf te houden.
Ik gebruik de lunch op het eilandje met de vistrap. Het staat er nog vol met bloeiend boerenwormkruid, duizendblad en zelfs een grasklokje. Er valt momenteel voor de Stuw van Junne weinig te stuwen. Het waterpeil is zeer hoog en de stroming vervaarlijk door de hevige regenval in het achterland. Het water wordt zo snel mogelijk afgevoerd naar het Zwarte Water en vervolgens via Zwarte Meer en Ketelmeer naar het IJsselmeer.
In de weilanden langs de Vecht ligt de zogenaamde Waterschapsheuvel. De oevers van de rivier zijn watervriendelijk gemaakt en de vrijgekomen stenen en grond moesten ergens opgeslagen worden. Inktzwammen hebben een mooi onderkomen aan de heuvel met uitzicht. In de buurt een veld pastinaak, waar de oogst is gestaakt vanwege de nattigheid.
Buurtschap Junne is een rustiek geheel, zo’n driehonderd jaar oud, maar er broeit wat. Er is stevig protest onder de minder dan honderd inwoners tegen de plannen om de stuw met de huidige smalle brug volledig te vervangen door een nieuwe brug van zwaarder kaliber. Zij pleiten voor renovatie van het bestaande monument en behoud van de autoluwe verkeerssituatie.
Een informatiebord langs de weg wordt geflankeerd door ‘Verhaalpomp 21’. Er staan dertig van deze verhaalpompen in het Vechtdal. Je moet op het pedaal pompen om de paal aan de praat te krijgen. Deze komt met een verhaaltje over de koeherder. Door de kanalisatie kwamen weilanden plots aan de ‘verkeerde’ kant van het water te liggen. Boeren vertrouwden hun koeien toe aan de koeherder die wel wist waar je veilig het water kon oversteken. Vóór de kanalisatie van begin twintigste eeuw was het Nederlandse deel van de Vecht negentig kilometer lang, na de kanalisatie slechts zestig en moesten er zes stuwen worden aangelegd om het water op peil te houden.
Weer in de bossen moet ik een eindje door het stuifzand van de Junnerbelten ploeteren. In de bossen vallen de goudgeel kleurende lariksen op tussen de groenblijvende naaldbomen. Er zijn wel veel paddenstoelen, maar door het vochtige weer zien ze er weinig appetijtelijk uit.
Ik ben weer in de bossen van Landgoed Beerze en kom langs een groot heideveld, dat lijdt aan vergrassing met pijpenstro. Er bevinden zich wel uitgestrekte struwelen van jeneverbes.
Vlakbij het eindpunt van de wandeling een ven dat lang dienst gedaan heeft als zwemvijver, maar nu omringd wordt door rietkragen. De enige zwemmers zijn drijvende waterlelies. Tussen de bomen door gloort de statige villa Beerze uit 1925.
Gepost: 1 December 2023
Mooisteroutes.nl: Beerze en Junne (17 km)