WANDELEN: De Borkeld

Mijn fietstocht door het Reggedal (zie: ‘Regge Bovenloop’) van vorige week bracht me op het eind door de rand van Natura 2000-gebied De Borkeld. 

 

Vandaag, donderdag 16 februari 2023, een nadere kennismaking met dit natuurgebied, dat aan de noordzijde begrensd wordt door de A1. De Borkeld is ongeveer zeshonderd hectare groot en ligt tussen de plaatsen Markelo, Holten en Rijssen. Het is zowel natuurgebied als archeologisch reservaat met vele sporen van bewoning sinds de laatste ijstijd, zo’n twaalfduizend jaar geleden. Een mengsel van jong bos, heide, akkers en graslanden, maar het meest bijzondere is het grootste jeneverbesstruweel van Nederland.  

 

Ik start bij het Dagkampeerterrein van Staatsbosbeheer aan de zuidkant van de A1, waar voorzieningen zijn om overdag te recreëren zoals een toiletgebouw, schommels, zandbak en enkele wipkippen in de vorm van bezige bijtjes.

 

Een boomkruiper begeleidt me met zijn roep over de A1 heen naar buurtschap Borkeld met vooral akkers en grasland. Ik kom meteen paaltjes tegen van de Lus Borkeld van het Wereldtijdpad (WTP). Het eerste paaltje – jaar 1019 uit de duistere Middeleeuwen – meldt dat er in de Lage Landen een bleke komeet werd waargenomen met een lange staart, een voorbode van oorlog en bloedvergieten. Duizend jaar later zitten we er midden in.

 

Bij zorgboerderij De Borkeld worden op z’n minst drie alpaca’s verzorgd, maar die moeten nodig naar de kapper, want ze zien geen snuit voor de ogen. Een omgekeerde Nederlandse vlag in een naburig weiland gaat vergezeld van de leuze: ‘Ook handhavers kunnen keuzes maken!!!’. Ik weet niet goed wat er bedoeld wordt, maar het lijkt me een soort oproep om een oogje dicht te knijpen bij een creatieve mestboekhouding.

 

Ik kruis een andere lus van het WTP. Het paaltje van het jaar 362 – in de nadagen van het (West-)Romeinse Rijk – meldt dat Lugdunum Batavorum het meest westelijke Romeinse fort aan de ‘limes’ is, bij het huidige Katwijk. Destijds liep de Rijn nog van Wijk bij Duurstede naar Utrecht (nu Kromme Rijn), van Utrecht naar Harmelen (nu Leidse Rijn) en van Harmelen naar Katwijk (nu Oude Rijn).

 

Het Middelveen is een moerassig gebiedje, waar een stel kieviten hun eerste baltsvluchten uitvoeren. Een boer is met een enorm landbouwmonster mest aan het injecteren in zijn weilanden. Hij is er snel bij, want vanaf vandaag, 16 februari, is dat weer toegestaan. Hopelijk heeft hij zijn mestboekhouding op orde. En dan nog zit hij dicht bij een Natura 2000-gebied.

 

In de bossen van het Hollands Schwarzwald, ten zuiden van Rijssen, her en der uitgebreide bodemmatten van kleine maagdenpalm en plukken van de rankende helmbloem, terwijl de paarse dennenzwam ‘saprofiteert’ van omgevallen exemplaren van de grove den. ‘Tamme kastanje is hier’ bewijzen de massa’s grote ovalen gekartelde bladeren op de bosbodem.   

 

Via een fietsbrug, vlak naast ecoduct De Borkeld 2003, passeer ik de A1. De oprit wordt geflankeerd door gaspeldoorn met zijn gele vlinderbloemen, en de afrit door uitgebloeide guldenroede.

 

Hier ligt het grootste jeneverbesstruweel van Nederland. Jeneverbes is een conifeer uit de cipresfamilie. De tweehuizige plant – er zijn mannelijke en vrouwelijke struiken – heeft het moeilijk in Nederland. Er moeten bij voorkeur vele struiken bij elkaar staan om de twee geslachten met elkaar in contact te brengen. Het ‘roken’ van zo’n struweel – de wolk van stuifmeel die door een windvlaag de mannelijke bomen verlaat – is spectaculair, zoals ik al eens heb mogen aanschouwen in april op de Lemelerberg (‘Lemelerberg’. In: Siem Sing a Song, 2020). Vervolgens is ook nog eens de geslachtelijke voortplanting erg traag. Van bestuiving tot rijpe kegelbes duurt zo’n drie jaar. Je kunt dan ook aan de vrouwelijke planten kegelbessen vinden in alle stadia van ontwikkeling. De wetenschappelijke naam Juniperus betekent ‘jong verschijnend’ en slaat op het feit dat jonge vruchten al verschijnen voordat de rijpe vruchten zijn afgevallen. En Jennifer zal ook wel een jonge verschijning zijn. Eenmaal rijp moeten de ‘bessen’ met de zaden ook nog eens een goed kiembed zien te vinden, waar de plantjes niet verdrongen worden door opslag van loofbomen. Er vindt dan ook in Nederland nauwelijks verjonging plaats. Naast enkele grotere struwelen komt jeneverbes meestal voor als solitaire struik in heidevelden en zandverstuivingen.

 

Toch kun je bij de supermarkt altijd wel potjes gedroogde jeneverbes vinden om de zuurkool mee te kruiden. En zonder jeneverbes geen jenever. Het zit zelfs in Bénédictine, mijn favoriete aperitief. Jeneverbes mag het hier dan moeilijk hebben, de plant heeft een zeer groot verspreidingsgebied op het noordelijk halfrond en is geen bedreigde soort.

 

Een gedenksteen bedankt bioloog Jan Barkman (1922–1990), die de wegenbouwers van de A1 wist te overtuigen om het tracé met een bochtje om het jeneverbesstruweel heen te leiden.     

 

De Friezenberg is met veertig meter boven NAP het hoogste punt van het natuurgebied. Sporen zijn hier gevonden van jager-verzamelaars van vlak na de laatste ijstijd en aan de voet van de heuvel liggen enkele imposante grafheuvels, ongeveer vijfduizend jaar oud.

 

Een kudde Hereford runderen – roodbruin met witte kop, witte buik en een staart met witte kwast – houdt de begroeiing van het Elsenerveld kort, maar staat nu te genieten van hooi uit een ruif. De schors van een groepje bomen vertoont vraatsporen, ik neem aan van reeën en niet van deze runderen.

 

Een uitzichtpunt legt de werkzaamheden uit waardoor een moeras (Elsenerveen) lijkt gemuteerd in een groot open water. Vervolgens wandel ik door heide met pijpenstro, verspreide vliegdennen, solitaire struiken jeneverbes en brem. In de verte een kudde schapen en een houten kooi, waar ze onderdak vinden. Op kleine veldjes in de heide is de begroeiing verwijderd zodat de zandhagedis in een zandbak kan spelen. Fraai haarmos en groot laddermos vormen regelmatig een mooi gemengd bodemdek. Op boomstronken groeit smal bekermos.

 

Na de oranje route maak ik nog een tweede lus (blauwe route), maar de motregen wordt heviger. Afgezien van enkele kale plekken met het bleke rendiermos voegt deze lus niet veel toe aan de nattigheid.  

 


[Beeldverhaal]



Gepost: 4 Maart 2023

 

De Borkeld: Combinatie van oranje en blauwe route (16 km)