WANDELEN: Culemborg

Op dinsdag, 31 januari 2023, maak ik een wandeling bij Culemborg. Deels stadswandeling, met uitstapjes naar het buitengebied langs de Lek.

 

Culemborg ligt op de oeverwallen en stroomruggen van de Lek en zijriviertje de Meer. Het begon blijkbaar met een burg (kasteel) bij een kuil (wiel of kolk), want Culemborg betekent zo veel als Kuilenburg. Kasteel Culemborg dateert van eind dertiende eeuw. Begin veertiende eeuw kreeg Culemborg stadsrechten en het bijzondere asielrecht. Culemborg werd daardoor een Vrijstad. Een schuldenaar was relatief veilig zolang hij in Culemborg verbleef. ‘Naar Kuilenburg gaan’ werd synoniem met ‘failliet gaan’. Waar heb ik dat eerder gehoord? ‘Naar Vianen gaan’ betekende hetzelfde (‘Lek’. In: 1000110, 2019). En IJsselstein was ook zo’n Vrijstaat, maar dan meer een belastingparadijs voor rijkaards (‘Lopikerwaard’. In: Eigen land laatst!, 2021). De Bataafse Republiek maakte eind achttiende eeuw een eind aan al deze voorrechten.

 

Mijn wandeling begint bij het treinstation, dat een eind van het centrum ligt. Dit komt door de lange aanloop naar de Kuilenburgse Spoorbrug over de Lek op het traject Utrecht–‘s-Hertogenbosch. De oorspronkelijke spoorbrug uit 1868 was met een overspanning van dik honderdvijftig meter wereldrecordhouder.

 

Ik parkeer aan de verkeerde kant van het spoor en moet inchecken om door het stationsgebouw over te steken. Mijn OV-kaart blijkt per 1 januari 2023 te zijn verlopen. Maar wat een toeval! Sinds vandaag, 31 januari, kun je in/uitchecken met je pinpas.

 

Ik kom meteen door de ecologische wijk Lanxmeer oftewel EVA-Lanxmeer, want de wijk is opgezet volgens de concepten van de Stichting EVA (Ecologisch Centrum voor Educatie, Voorlichting en Advies). Bijzondere woonvormen, materialen en tuinen zijn internationaal een voorbeeld voor duurzaam bouwen en wonen.

 

Ik volg een eind riviertje de Meer langs de stadsboerderij Caetshage, met aan de overzijde de wijk Terweijde, enkele jaren geleden het toneel van de M&M Twisten (Molukse & Marokkaanse Twisten). Ik denk overigens niet dat die zo beroemd zullen worden als de H&K Twisten (Hoekse & Kabeljauwse Twisten).                  

 

Riviertje de Meer komt uit in de stadsgracht. Bij het stadskantoor – ooit de plaats van een kleinseminarie – wordt de gracht omzoomd door mooie treurwilgen en bevaren door getemde Canadese ganzen. Voor de ingang van het stadskantoor wapperen de geel-rode vlag van de gemeente en de blauw-gele vlag van Oekraïne.

 

Op het grasveld staat een achtkantig ‘prieeltje’, met de bijnaam De Acht Zaligheden. Tijdens een verbouwing van het voormalige kleinseminarie deed het gebouwtje dienst als toiletgebouw voor de priesterstudenten. Daar konden ze hun zaligheid de vrije loop laten. Nu worden er tekeningen geëxposeerd van ene Peter Steutel.

 

Langs een restant van de stadsmuur bereik ik de locatie van Kasteel Culemborg, waar slechts het grondplan van over is. In Rampjaar 1672 was het gedaan met het kasteel, verwoest door de Fransen.

 

Over de Lekdijk gaat het enkele kilometers richting Beusichem. In de uiterwaarden een mengsel van grauwe gans en kolgans. Dooie roeken zijn opgehangen als vogelverschrikkers in ingezaaide weilanden, zonder veel succes. Binnendijks midden in het weiland een vos! Maar ik trap er niet in zoals de vorige keer (‘Rhijnauwen’. In: Paradijs, 2022). Het is een fopvos, een levensgrote afbeelding. Waarschijnlijk om ander ongedierte af te schrikken. Ook aan de achterkant is de fopvos levensecht, de foto is tweezijdig.   

 

Binnendijks ligt hier het historische landgoed De Bol: een ‘speelhuis’ met ernaast een geometrische tuin met rechte lanen en een cirkelvormig centrum, het Rondeel. De lanen liggen nu in het open veld, maar de zeventiende-eeuwse structuur is bewaard gebleven.

 

Via de polder Redichem kom ik in de Plantage, het stadspark van Culemborg, aan de rand van de stad gelegen, met slingerende waterpartijen en een hertenkamp (nog wel). Ook nog een grote ouderwetse volière met vooral parkieten en oude kippenrassen (geen ‘kneu, kneu, kneu’, zoals in het Wilhelminapark in Sneek). In het park staat een herinneringsbank voor staatsman Mr. A.C. Dresselhuys (1870–1926), Kuilenburger van geboorte, en liberale voorman. 

 

Dan bereik ik het echte stadscentrum via de Lanxmeerpoort, ooit een buitenpoort, maar sinds de ommuring van Lanxmeer de Binnenpoort, die toegang geeft tot de Markt. Aan de binnenzijde van de Binnenpoort wordt het verweerde beeldje van de heilige Barbara (1943) in een nis geflankeerd door een profaner silhouet van een blote dame voor het raampje erboven. Ik kan het ook niet helpen dat daar altijd mijn oog op moet vallen.

 

Boven alles uit torent de stompe toren van de Grote of Barbarakerk met de Nederlandse vlag in top. Ik merk dat ik tegenwoordig bij elke vlag even moet nadenken: hangt hij nou goed of op z’n kop. Dat hebben die boeren toch maar mooi bereikt. En ze hebben zelfs de Belgen in verwarring gebracht die tijdens het bezoek van Rutte de Nederlandse vlag ook op z’n kop hadden hangen. Op het uiteinde van de Markt het prachtige zestiende-eeuwse Stadhuis.

 

Via een zijstraatje kom ik bij het Elisabeth Weeshuis. Elisabeth (1475–1555) was de laatste Vrouwe van Culemborg. Uit haar erfenis (‘genoeg voor een heel weeshuis’) werd dit complex gebouwd, dat tot 1952 dienst heeft gedaan. Onder het adellijke wapen een Latijnse spreuk, die in vertaling zegt: “Burgerkinderen, te snel ontrukt aan hun ouders, neemt Elisabeth hier op, en koestert ze in haar schoot, vanaf 1560”. Die ‘schoot’ niet te letterlijk nemen, want het weeshuis opent pas de deuren vijf jaar na haar overlijden.  

 

Op de muur van het weeshuis staan enkele waterstanden van dijkdoorbraken door kruiend ijs, in 1827 bij Ochten en in 1855 bij Lienden. Het water van 1995 kwam gelukkig niet, anders was het de grootste watersnoodramp geweest voor Culemborg sinds mensenheugenis.

 

Via paden aan de voet van de Lekdijk, langs de wijken Molenzicht en Parijsch, verlaat ik Culemborg voor de Goilberdingerwaarden. Binnendijks nog een prachtige hoogstam boomgaard met alle vruchtbomen in het gelid, gewassen en geschoren. Op de dijk een monument dat de dijkverzwaring gedenkt na de bijna-ramp van 1995. Een grote schop (werk aan de dijk) met een vogel op het handvat (nieuwe natuur) en een moeder met kind onder een paraplu (bescherming).

 

Ik laat de extra lus naar het voormalig fort ‘Werk aan het Spoel’ aan me voorbijgaan, want er is regen op komst. Bovendien heb ik daar al eens rondgesnuffeld, zelfs bij horeca Caatje aan de Lek (‘Everdinger Waarden’. In: 1000110, 2019).

 

Via de nieuwe natuur, de Goilberdingerwaarden, die in dit seizoen niet zo veel te bieden hebben, loop ik onder de Kuilenburgse Spoorbrug door. Naast de nieuwe spoorbrug uit 1983 heeft men een stukje van de oorspronkelijke overspanning – het wereldwonder uit 1868 – op een voetstuk geplaatst. Een veerpont verzorgt hier al sinds 1750 de overtocht van overig verkeer van Culemborg naar Schalkwijk aan de overkant.

 

Het begint te regenen, maar er staat nog één bezienswaardigheid op het programma, het geboortehuis van Jan van Riebeeck, nu Museum.     

 

Jan van Riebeeck (1619–1677) was in dienst van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) en diende van 1639 tot 1648 op verschillende posten in het Verre Oosten. In 1652 wordt hij opnieuw uitgezonden om een verversingspost op te zetten bij Kaap de Goede Hoop. Er worden tuinen aangelegd om fruit en groenten te verbouwen voor de bemanning van de VOC schepen, belangrijk om scheurbuik (gebrek aan vitamine C) te voorkomen. In 1662 reist Jan door naar het Verre Oosten voor nieuwe taken en overlijdt in Batavia.     

 

Hoe wordt Jan van Riebeeck beoordeeld in Kaapstad? Zijn standbeeld in het centrum van de stad is nog niet omgehaald. Bij het driehonderdjarig bestaan van Kaapstad in 1952 werd het Van Riebeeckfestival georganiseerd, maar dat was nog ten tijde van het Apartheid regime. Oud-president Zuma heeft recentelijker Van Riebeeck de oorzaak genoemd van alle problemen in Zuid-Afrika, hiermee zijn eigen straatje schoonvegend. 

 


[Beeldverhaal

 

Gepost: 17 Februari 2023

 

Mooisteroutes.nl: Culemborg in de breedte (17 km)