WANDELEN: Rosendael

Op de parkeerplaats van Kasteel Rosendael in Rozendaal (bij Velp) rijden rond negen uur op donderdag, 13 juni 2024, auto’s af en aan. Niet om het kasteel te bezoeken, maar om kinderen af te zetten bij de Torckschool.


Het kasteel werd gebouwd in de veertiende eeuw en werd bewoond door de graven en hertogen van Gelre. Het wordt interessanter wanneer het kasteel in 1721 door vererving toevalt aan Lubbert Adolph Torck (1687–1758). In 1722 trouwt hij met de schatrijke Petronella van Hoorn (1698–1764). Ze hebben veel aan kasteel en tuinen veranderd en gebouwen toegevoegd.


Toevallig wordt deze Torck ook beschouwd als de beroemdste inwoner van Wageningen, burgemeester (drost) van de stad vanaf zijn elfde. Tussen 1711 en 1720 laat hij het Kasteel van Wageningen afbreken om ruimte te maken voor nieuwbouw. Met het VOC-vermogen van zijn echtgenote kan hij nieuwe herenhuizen laten bouwen in Wageningen, waaronder de zogenaamde Rosendaelse huizen, een verwijzing naar zijn kasteel Rosendael. Er is in Wageningen heel wat onroerend goed naar hem vernoemd: Huize Torck, een Torckpark en verzorgingstehuis Torckdael. Zelfs zijn Bijbel wordt bewaard in het Wageningse Museum Casteelse Poort. Ik heb zelf meegewerkt aan een brochure van het museum met een fietstocht & wandeling waarin deze en andere ‘Indische sporen in het Wageningse’ worden belicht.


En Rozendaal heeft dus een Torckschool uit 1842. Maar dat is niet te danken aan Lubbert Adolph, maar aan een latere telg van het geslacht, Assueer Lubbert Adolph Torck (1806–1842).


Mijn wandeling begint langs deze Openbare School en villa Heuveloord, de kapitale woning van de hoofdonderwijzer. Het is wel duidelijk dat in die tijd deze functie meer aanzien genoot dan tegenwoordig. Onder tegen de Koningsberg stroomt de Rozendaalsebeek.


Robinia’s tieren welig in het loofbos op de Koningsberg. Bij de sportvelden van Sportclub Veluwezoom kom ik een exemplaar van de toorts mottenkruid tegen, alsmede vrouwenmantel in volle bloei en een walstroleeuwenbek met lichtpaarse bloemen (primeur!).


Even klimmen in de Beekhuizense Bossen en dan kom ik op het Rozendaalse Veld. In de bossen van het Rozendaalse Veld ligt de Emmapiramide, aangelegd in 1891 in het kader van de werkverschaffing en vernoemd naar koningin-moeder Emma. De heuvel had wel een doel, namelijk het tijdig waarnemen van bosbranden. In 1934 is er een uitkijktoren op de piramide geplaatst. Het hoogste punt ligt nu op 110 meter boven NAP, wat net over de toppen van de omringende bomen een mooi uitzicht biedt richting Arnhem.


Onder aan de heuvel een gedenksteen voor tien mannen die hier eind 1944 zijn gefusilleerd. Een mooi gedicht van ene Frits Koning verplaatst zich in de laatste gang van deze slachtoffers.

Rondom de plassen in het bos groeien perzikkruid en pitrus en in het water een kroos. In het bodemdek vooral veel blauwe bosbes.


Het bos gaat over in heide. De heide gaat over in pijpenstro. Langs de paden bloeien Sint-Janskruid, boskruiskruid, Jacobskruiskruid, een enkele tormentil en matjes van muizenoor. Maar de opvallendste bloeiers tussen en over de heidestruiken zijn liggend walstro met zijn talloze kleine witte bloempjes en de vuurrode schapenzuring. Zowel dopheide als struikheide beginnen voorzichtig te bloeien. 


Mestkevers vliegen rond en kruipen over de grond. Eentje kijkt niet goed uit en vliegt keihard tegen mijn gezicht.


Ik fotografeer een klein groen vlindertje, het groentje. Hoewel de bovenkant van de vleugels bruin is, vouwt het vlindertje in rust de vleugels samen, waardoor alleen de groene onderkant zichtbaar is en het net een onopvallend blaadje lijkt.


De Emmapiramide werd in 1949 als observatiepost vervangen door een brandtoren op de heide. Ook deze is alweer obsoleet, want sinds 1978 wordt de omgeving door vliegtuigjes in de gaten gehouden. De toren is van de sloop gered door een stichting onder het motto: ‘Wie staat zie toe dat hij niet valle’. De toren staat op het hoogste punt van de Veluwe, op 110 meter boven NAP. De toren van een kleine twintig meter is alleen te beklimmen tot het eerste plateau, wat ik al eens deed op een eerdere fietstocht in dit gebied (‘Vrijland’. In: Tureluren, 2015).               


Het pad vervolgt tussen het Rozendaalse Veld en de Worth-Rhedense Heide, waar in het najaar de edelherten komen burlen tijdens de bronst.


In de naaldbossen van Nationaal Park Veluwezoom bestaat het bodemdek bijna egaal uit een mengsel van rode en blauwe bosbes, met rode bosbes in de meerderheid. Het bos grenst ook aan de Terletse Heide, maar geen zweefvliegtuigen vandaag, wel een rondcirkelende buizerd. Een oorlogsmonument herdenkt de omgekomen bemanning van een in 1943 neergestorte Lancaster bommenwerper. In het Rozendaalse Bos roept de koekoek en zingt de zanglijster.


Ik kom langs het Nationaal Verstrooiterrein Delhuyzen. Hier mag de as van overledenen worden verstrooid onder begeleiding van de beheerder, maar er mogen afgezien van verse bloemen zonder vaas geen merktekens worden geplaatst.


Via mooie beukenlanen en paden tussen manshoge adelaarsvarens passeer ik de Begraafplaats Rosendael, oorspronkelijk een rustplaats voor de kasteelbewoners. Onderweg een naaktslak, de rode wegslak, die gezien zijn knaloranje kleur klaar is voor het EK Voetbal.


Kasteel Rosendael met zijn omringende park  en bijgebouwen behoort tot de Top100 van monumenten in Nederland. Een bezoek meer dan waard. Op het voorplein een groot exemplaar van de Amerikaanse tulpenboom, te herkennen aan de bijzondere bladvorm. Deze boom staat ook nog eens in volle bloei.   


Het is goed toeven op het terras van de Oranjerie. De oranje linzensoep smaakt prima. Ik ben de slijmerige knaloranje naaktslak alweer vergeten.  

     


[Beeldverhaal]


Gepost: 24 Juni 2024

 

Mooisteroutes.nl: Rosendael (17 km)