Wandelen, Fietsen, Selfies
WANDELEN: Leenderbos
Het Leenderbos is onderdeel van het Natuurgrenspark Groote Heide in het grensgebied van Nederland en België onder Eindhoven. De Groote Heide is een verzameling van meer dan twintig losse elementen, met als complicatie dat enkele van die losse onderdelen in hun eentje ook weer Groote Heide worden genoemd. Knap onoverzichtelijk en niet ‘milieu’vriendelijk (‘Groote Heide’. In: Dreamgirls, 2018).
Het Leenderbos is in elk geval onderdeel van het Nederlandse Natura2000-gebied Leenderbos, Groote Heide (s.s.) & De Plateaux, een natuurgebied op een aaneengesloten zandrug tussen Eindhoven en het Belgische Achel.
Tot ongeveer 1900 was het hele gebied heide. In de dertiger jaren van de vorige eeuw werd het noordelijke deel beplant met naaldhout in het kader van de werkverschaffing. Dit Leenderbos bestond uit grove den voor de mijnbouw, maar ook kwalitatief beter naaldhout zoals de douglasspar. Enkele heidevelden met vennen bleven in het bos gespaard.
Ik start op woensdag, 16 oktober 2024, op de parkeerplaats langs de Budelsebaan in Bruggerhuizen aan de westelijke rand van het Leenderbos bij Valkenswaard.
Stapels naaldhout langs de paden bewijzen dat het bos flink wordt uitgedund om inheemse loofbomen meer ruimte te geven, maar ook de Amerikaanse vogelkers grijpt volop zijn kans. Er is weinig bloei meer onder de kruidachtige planten, maar bezemkruiskruid, Jacobskruiskruid en duizendblad houden het nog wel even vol.
Ik bereik het open gebied met de Hasselsvennen, die behoorlijk buiten hun oevers lijken te zijn getreden door overvloedige regenval. Vele jonge boompjes en struiken staan met de voeten in het water. De naam schijnt afgeleid te zijn van ‘hassel(t)’, een oude naam voor de hazelaar. Weten we ook weer dat we voor hazelnoten in de buurt van Hasselt moeten zijn. Het vennengebied is kwetsbaar en omheind, zelfs verboden terrein voor wilde zwijnen. Het aantal zwijnen neemt toe in het Leenderbos, asielzoekers die de Belgische grens illegaal zijn overgestoken. Ze mogen worden afgeschoten.
Het stikt van de libellen en juffers in de zonnige bosrand. Terwijl ik een foto van een juffer wil maken, landt een grote libel op de rug van mijn rechterhand en blijft me daar een tijdje zitten aanstaren met zijn bolle ogen. Onmogelijk om een foto van hem/haar te maken, want ik heb mijn rechterhand nodig om af te drukken.
Op een verkeersbord is een sticker geplakt: ‘Media = Virus’. Zou de plakker hier de reguliere media of de sociale media mee bedoelen?
Langs de oostzijde van dit natte gebied ligt een prachtig smal wandelpad dwars door struikheide met op de bodem grijze kolonies rendiermos en hier en daar een vliegden. Zelfs een uit de kluiten gewassen pol pijpenstro heeft zijn charme, verguld door de ochtendzon. Boomstronken worden gekoloniseerd door zwavelkopjes en aardappelbovisten, een enkeling reeds ontploft.
Het vochtige bos heeft een bodemdek van zachte mostapijten, vooral van fraai haarmos en laddermos. Je lot als boom wordt aangegeven met een blauwe of oranje markering. Blauw mag blijven, oranje moet het veld ruimen. Maar de Gedragscode Zorgvuldig Bosbeheer wordt uiteraard in acht genomen: eerst wordt een inventarisatie gemaakt van nesten, holen, mierenhopen en nestholtes. Bij een forse douglasspar zonder markering is een stokje met blauwe top naast de boom in de grond geprikt. De boom mag blijven want aan zijn voeten ligt een nesthoop van de rode bosmier.
Voor het bestrijden van pijpenstro en boomopslag in de heideveldjes wordt Rob Adriaans uit Eindhoven ingeschakeld, althans zijn grote schaapskudde.
In ultieme isolatie ligt het Klein Hasselsven in het bos, een pingoruïne met in het midden een eiland van levend hoogveen, omringd door een smalle strook water (ringven). Het uitzicht vanaf de omringende zandwal valt wat tegen. Als je niet beter weet vermoed je een beekje met stilstaand water te midden van een begroeiing van pijpenstro. Wel groeien verspreid op de zandwallen jeneverbesstruiken. En plaatselijk een grote concentratie van rode vliegenzwammen, met of zonder witte stippen. Hier zie ik ook de eerste wroetsporen van wilde zwijnen.
Ik bereik het beschermd dorpsgezicht van Strijp, vroeger Leenderstrijp genoemd naar het nabijgelegen Leende. Het heeft vele langgevelboerderijen, de meeste grondig gemoderniseerd, sommige verwaarloosd. De monumenten hebben onderling afgesproken om de raam- en deurkozijnen poepiebruin te schilderen.
Strijp heeft begin negentiende eeuw flink moeten strijden voor een eigen dorpsschool. Om de school te bekostigen werd onder andere een Coöperatieve Kruidenierswinkel opgezet, Coöp. St. Jan, die nog steeds bestaat, maar inmiddels wel verpacht is aan een zetbaas. Met de inleg van de leden van de coöperatie kon de bouw van de school worden bekostigd. De opbrengst van de winkel dekte de lopende kosten.
Het centrum bestaat uit een kleine driehoekige brink, het Kaetsveld (te klein om te kaatsen). Er stond wel een twee eeuwen oude lindeboom, gesnoeid als een kandelaar met drie etages (Drievuldigheid?), die helaas het loodje legde in 2006. Een vervanger is geplant met ernaast een foto van de voorganger ter inspiratie van de jonge boom.
Uit de namen van de coöperatie, de kapel, de school en het gilde blijkt St. Jan Baptista (Johannes de Doper) de schutspatroon van het dorp te zijn. Zijn naamdag wordt gevierd op 24 juni, maar ook zijn onthoofding op 29 augustus, althans herdacht.
Vanuit de bosrand zicht op de akkers van Strijp met de Heimolen, een kleine standerdmolen, en de schietmasten (schutsbomen) van het gilde. Ik gebruik hier de lunch op een bankje ter ere van ‘Opa van de Bossen’. Leuk om zo door je kleinkinderen herinnerd te worden.
Tijdens de terugtocht dwars door het bos kom ik langs een terrein met staken van dooie fijnspar. De ‘openbare’ ruimte eronder is gretig opgevuld door de Amerikaanse vogelkers. Een andere Amerikaan, de Amerikaanse eik, verzorgt de eerste mooie herfstkleuren, terwijl ook de bladverliezende lariks goudgeel begint te kleuren.
Veel liggend dood hout, maar ook stammen levend hout kleuren oranje door de Portugese rode alg. Ik noemde het fenomeen al eens eerder, maar schold de alg toen uit voor een oranje schimmel (‘Geen wildernis’. In: Paradijs, 2022).
Ik bereik het bizarre complex van zo’n vier dozijn visvijvers, die begin twintigste eeuw langs riviertje de Tongelreep zijn aangelegd. Het was een initiatief van de familie Van Tuyll van Serooskerken, bewoners van Kasteel Heeze en van Slot Zuylen (‘Oud-Zuilen’. In: Zafira, 2024). De kweekvis diende als pootgoed voor de Nederlandse binnenwateren, maar ook ter consumptie. Niet alleen voor menselijke consumptie naar al snel bleek. De vijvers trokken zo veel gevleugeld bezoek, zoals de grote zilverreiger, dat de kwekerij moest worden beëindigd. Ik zie vele aalscholvers, die nu welkom zijn in het natuurgebied.
De meeste vijvers liggen iets noordelijker in Landgoed Valkenhorst en zijn beperkt toegankelijk. Ik kan wel tussen de meest zuidelijke visvijvers door wandelen.
In de aanvoersloten van de vijvers enkele interessante planten zoals kleine watereppe, gele waterkers, moerasvergeet-mij-nietje en pijlkruid. Op de oevers groeien de wijfjesvaren en grote wederik.
Ik kruis enkele malen de Tongelreep. Dit riviertje ontspringt in België, loopt in Nederland grotendeels parallel aan de Dommel, om net onder Eindhoven in de Dommel uit te monden.
Een bord informeert over het LIFE Resilias project, dat de aanwezigheid van invasieve exoten (Amerikaanse vogelkers, Japanse duizendknoop) accepteert, maar probeert in te perken door de veerkracht van het Leenderbos te versterken. Zo probeert men door aanplant van schaduwrijke bomen de zon minnende Japanse duizendknoop uit te roeien. Ben benieuwd. Een aanpak voor de lange termijn, vrees ik. Japanse duizendknoop heb ik overigens vandaag niet gezien (al uitgeroeid?), wel enorm veel Amerikaanse vogelkers.
Vlakbij mijn startpunt steek ik de Tongelreep over via de Stuw Driebruggen met een flinke vistrap. De stuw wordt begeleid door een houten toren die onderdak biedt aan allerlei gespuis. Aan de basis een bijenhotel, in het middendeel gleuven voor vleermuizen en bovenin een nestkast voor roofvogels.
Gepost: 2 November 2024
Mooisteroutes.nl: Dwars dur ‘t Leenderbos (17 km)