Wandelen, Fietsen, Selfies
SELFIES: Noord-Spanje – Oviedo
Dinsdag, 16 juli 2024. Vandaag de rit van Santillana del Mar in Cantabrië naar Oviedo, de hoofdstad van Asturië, een afstand van ongeveer 180 kilometer.
Maar eerst stoppen we vlakbij Santillana nog in Comillas, voor een bezoek aan één van de weinige creaties van de nog jonge Antoni Gaudí (1852–1926) buiten Catalonië. We dachten het gebouw van achter een hek te moeten bewonderen, maar het is publiekelijk toegankelijk.
Villa Quijano, tegenwoordig beter bekend als het kasteeltje ‘El Capricho’, ontwierp Gaudí als vriendendienst voor de bemiddelde vrijgezel Quijano. Beiden waren grote natuurliefhebbers en dat zie je terug in de organische vormen in de ontwerpen van Gaudí. Zijn mantra: ‘Alles is geschreven in het grote boek van de natuur’. De vele kleuren, het scala aan materialen, de motieven in het tegelwerk (zoals zonnebloemen), de inpandige serre, de bewerkte plafonds, de ramen en kozijnen, het meubilair (ook van Gaudí) en de tuin om het gebouw vormen een sprookjesachtig geheel. Marita heeft nergens tijdens deze vakantie meer foto’s gemaakt dan hier en zelfs het gebouw in onderdelen mee naar huis genomen (Ravensburger Puzzle van 1000 stukjes). Gaudí zelf zit in de tuin op een bankje van zijn creatie te genieten, en iedereen wil naast hem met hem meekijken.
We moeten verder en gaan net als gister een eindje in de richting van Potes om vanaf Pañes een groene route langs de Rio Cares te rijden, aan de noordzijde van Nationaal Park Picos de Europa. In de buurt van Pañes komen Rio Deva (uit het keteldal van Fuente Dé) en Rio Cares bij elkaar om uit te stromen op de Golf van Biskaje. Het is genieten van de rotsformaties en de ruige begroeiing. Picknicken aan een ‘natuurlijke’ tafel, bestaande uit een verdwaald rotsblok met zicht op de kleine rivier. Rond de parkeerplaats bloeien overvloedig slangenkruid, een leeuwenbek en duifkruid.
We zitten inmiddels in de provincie Asturië. Toen de Moren rond 711 de Visigoten probeerden te verdrijven uit het Iberisch Schiereiland, konden een aantal Visigotische edellieden standhouden aan de noordkust, waar ze het christelijke koninkrijk Asturië stichtten.
We bereiken Covadonga, waar Don Pelayo (685–737), de eerste koning van Asturië, wordt geëerd en vereerd. Pelayo versloeg hier in 722 een legermacht van de Moren en dit wordt beschouwd als het prille begin van de Reconquista. Het koninkrijk Asturië splitst, fuseert en vererft, en de Reconquista vanuit deze christelijke koninkrijkjes krijgt pas echt momentum wanneer rond het jaar 1000 het emiraat, later kalifaat Cordoba in Andalusië uiteenvalt door onenigheid en burgeroorlog. Granada valt als laatste Moorse bolwerk in 1492, al met al dus een proces dat zo’n 750 jaar heeft geduurd (‘Andalusië – Antecedenten’. In: 1000110, 2019).
We klimmen eerst naar de Cueva Santa (Heilige Grot), die een rol gespeeld zou hebben in de veldslag en waar Pelayo en zijn mannen de hulp afsmeekten van Maria. De tombe van Pelayo gaat dan ook vergezeld van een Maria kapel.
Eind negentiende eeuw is er nog een grote kerk aan het complex toegevoegd. Op het voorplein een enorm standbeeld van Don Pelayo. Verder enkele winkeltjes en een sidreria (waar je cider kunt drinken), die uiteraard La Reconquista heet.
We rijden naar onze bestemming in Oviedo, het Gran Hotel d’Espagne. Mooi oud hotel, centraal gelegen, maar geen aantrekkelijke lobby of bar. Maar de buren hebben een mooi terras, een vlotte ober en lekker bier. Inmiddels is het zonneklaar dat Agapanthus (Afrikaanse lelie) hier in Noord-Spanje de belangrijkste perkplant is. En deze tijd van het jaar is zijn bloeiperiode.
Een avondwandeling door de Oude Stad brengt ons naar het Plaza Alfonso II El Casto (De Kuise), de kern van het middeleeuwse Oviedo. Deze koning van Asturië (759–842) verhuisde in 792 het Asturische Hof naar Oviedo. Aan het plein een aantal statige gebouwen en de gotische Catedral de San Salvador. Voor de deur een standbeeld van Alfonso II en in de kathedraal zijn tombe.
Een straatje om ligt nog een kerk, behorend bij een Benedictijnenklooster. De Santa María la Real de la Corte heeft een prachtig orgel met van die horizontaal uitstekende orgelpijpen. Dat zie je hier veel in de kerken. Als pelgrim kun je hier terecht om gezegend te worden.
Op een kruising van straten staat een beeldengroep van zeven naakte personen, mannen en vrouwen. Het moet saamhorigheid en solidariteit verbeelden: Monumento a la Concordia.
We komen in een leuk straatje met alleen maar sidreria’s, waar we besluiten te gaan eten. Grote flessen cider verschijnen meteen op tafel. De cider wordt, net als de txakoli (witte wijn) in Baskenland, van grote hoogte in het glas geschonken om luchtbelletjes te genereren. Steeds een klein beetje, zodat de ober om de haverklap zijn kunstje weer mag vertonen. Ik kan niet zeggen dat ik de cider erg lekker vind.
Ik probeer het streekgerecht Fabada Asturiana, een schotel van grote witte bonen met worst (vooral chorizo). We zijn nog steeds niet echt onder de indruk van de Spaanse keuken, waarin naar onze smaak de finesse en voldoende groenten ontbreken. Misschien moeten we daarvoor naar het hogere segment, want ik lees net dat bijvoorbeeld San Sebastián een zeer hoge dichtheid van sterrenrestaurants heeft.
Woensdag, 17 juli 2024. De dag begint met een scheerwondje (notabene door mijn scheerapparaat) op mijn kin dat maar niet wil stoppen met bloeden. De geijkte methode is een ijskoude kompres vijf minuten op het wondje houden. Maar waar haal je op een hotelkamer zo gauw een ijskoude kompres vandaan? Een blikje uit de minibar biedt uitkomst. Waar Heineken al niet goed voor is.
We hebben voor even genoeg van de kerken en oude gevels en verlaten de stad om twee bergdorpjes te bezoeken op een uur rijden van Oviedo: Bermiego en Bárzana.
Onderweg kijken we even rond bij het Natura2000-gebied Las Ubiñas La Mesa. Via het ‘Berenpad’ kun je van hier naar Bárzana wandelen, maar Marita staat al op de foto met een (opgezette) bruine beer. De bermen staan vol met wilde venkel, toortsen, vetplantjes, grote kaardenbol, wondklaver en een enkele gouden ster (een mooie composiet).
Een prachtige kronkelige bergrit naar Bermiego, een dorp met een dertigtal hórreo’s, traditionele houten graanschuurtjes op palen. Platte stenen tussen palen en eigenlijke schuur versperren ongedierte de weg naar boven. Het stenen trappetje om zelf binnen te treden staat ook los van het schuurtje.
Wanneer ik stop voor een foto van een hórreo langs de weg, roept iemand: “Ben je de weg kwijt?” Een jonge Nederlander is hier een paar jaar geleden neergestreken in de afgelegen bergen en doet met een grastrimmer bermonderhoud voor de gemeente. Wel toevallig, want we hebben nog nooit zo weinig Nederlanders gezien of gehoord tijdens een vakantie. De bergweg groeit trouwens bijna dicht door overhangende struiken witte honingklaver. Er is dus nog genoeg werk voor onze Nederlandse gastarbeider!
Een kilometertje buiten het dorp staat het kerkje van Santa María, met een enorme taxusboom (volgens de Capitol Reisgids met een stamdoorsnee van dertien meter, maar hier moet stamomtrek worden bedoeld). Halverwege ligt het kerkhof van het dorp, waar het dringen is voor een plekje. Naast traditioneel begraven, is het hier ook heel gebruikelijk om bovengronds te begraven, waarbij de lijkkist in een muur met nissen wordt geschoven. Het is moeilijk graven voor graven in de rotsachtige bodem.
Langs het wandelpad allerlei bijzondere bomen en planten zoals de Pyreneese eik, een soort sleedoorn, muurnavel (vetplantenfamilie), klokjes en zelfs een bremraap.
Enkele paarden met koebellen om de nek hebben de schaduw opgezocht van een boom. In een bergweide zitten twee aasgieren. Ik krijg er één voor de lens voordat ze opvliegen en hoog rondcirkelen.
Barzana valt een beetje tegen, vooral omdat het Museo Etnográfico de Quirós potdicht zit. Dan maar voor lunch een sandwich in de kleine kroeg El Teixo (De Taxus), waar we voor het eerst het gevoel hebben door de uitbaatster afgezet te worden als doorreizende toeristen.
We maken dit schitterende rondje ten zuidwesten van Oviedo af via Pola de Lena en komen opnieuw op flinke hoogte, getuige de sneeuwpalen langs de weg. Prachtige vergezichten tussen de bergtoppen. Heel opvallend op de schuine bermen langs de wegen de rode dopheide in volle bloei.
Na terugkomst in het hotel doe ik een siësta en Marita gaat even winkelen. Ze doet weinig meer dan een ijsje eten. Vanavond mag ik het restaurant uitzoeken: Mexicaans! We zijn natuurlijk weer de eerste gasten na opening om acht uur, maar hebben nog niet eerder tijdens deze reis zo lekker gegeten.
We maken nog een avondwandeling door de Oude Stad en merken dat we nog lang niet alle oude gebouwen hebben gezien, laat staan bezocht. Een volgende keer dan maar. Wij gaan morgen Oviedo verlaten.
Gepost: 10 September 2024