SELFIES: Noord-Spanje – Salamanca

Vandaag wacht ons een flinke rit van ongeveer 260 kilometer, van Lamego in Portugal naar Salamanca in Spanje. Het is donderdag, 25 juli 2024. Marita is koortsvrij.


De binnenwegen in Portugal leiden ons eerst nog stroomopwaarts langs de Douro naar Pinhão. Onderweg de Régua Stuwdam; de hele rivier is op regelmatige afstand gestuwd voor de bevaarbaarheid en voor het opwekken van elektriciteit. Aan beide zijden van de rivier struikel je over de wijnhuizen (Quinta’s), die hun naam in grote letters op de hellingen tussen de wijnranken etaleren. Dit gedeelte van de Dourovallei wordt als het mooiste omschreven, maar wij vinden het deel dat we gister hebben gereden – stroomafwaarts van Lamego naar Porto Antigo – indrukwekkender.


Vanaf Pinhão wijken we iets verder van de rivier af, maar nog steeds mooie vergezichten en af en toe een glimp van het water tussen de heuvels. We houden koffiepauze in het stadje São João da Pesquéira, dat claimt één van de oudste stadjes te zijn van Portugal. Enkele mooie gebouwen (met azulejo’s) rond het Praça da Republica. Er is geen mens op straat en de stokoude uitbater van het café vertoont geen enkele neiging zich op het terras te begeven. Een sticker op de terrastafeltjes maakt duidelijk dat terrasbediening ‘indisponível’ is.


Wat volgt is een prachtig heuvellandschap met wijngaarden, maar ook met plantages van amandel en olijf, met verspreid voorkomende vijgenbomen. Bij de wijnhuizen regelmatig een combinatie van traditionele wijnopslag in enorme betonnen ‘kruiken’ en moderne opslag in roestvrijstalen containers.


De Oost-Aziatische hemelboom (Ailanthus) begint in Nederland een probleem te worden, maar in Zuid-Europa, dat als tussenstation heeft gefungeerd, is het al veel erger.


Op een kruispunt staan we ineens achter een vrachtwagen, volgeladen met de schors van de kurkeik. Niet veel later komen we een aanplant tegen waar de schors is geoogst. Er zijn duidelijke paralellen met het tappen van de rubberboom (mijn eerste baan in Indonesië was in het Hevea onderzoek). De schors moet zodanig losgesneden worden dat het cambium tussen schors en hout niet beschadigt. De schors kan dan regenereren en na een flink aantal jaren opnieuw worden geoogst c.q. getapt. Het blad van de kurkeik ziet er niet meteen uit als ‘ons’ eikenblad; het is klein en veel oppervlakkiger gegolfd.


Een opvallende geel-bloeiende bermplant doet enigszins aan saffloer denken, maar het is Centaurea ornata, nauw verwant aan de korenbloem, knoopkruid en grote centaurie.       


We passeren Almeida, een vestingstad die op een luchtfoto erg op Naarden lijkt. Met beide benen op de grond zien wij van het stadje slechts de verdedigingsmuur met daarachter de kerktorens en rode daken van de huizen. Almeida ligt strategisch op een hoogvlakte op een tiental kilometers van de Portugees-Spaanse grens. Er is dan ook regelmatig om gevochten.       


We bereiken de grens bij Vilar Formosa en nemen in Spanje de snelweg naar Salamanca. Waar kun je nu beter dan in het Spaanse dorp Sancti Spiritus je auto voltanken? Veel krachtiger dan de oude Esso slogan ‘Stop een tijger in uw tank’.


Dit deel van de autonome regio Castilië & Léon met hoofdstad Valladolid is de graanschuur van Spanje. Juli is de oogstmaand en van de meeste akkers is de oogst al binnen. Hier en daar vrij open bossen met kurkeik.


We bereiken Salamanca en Hotel Itaca midden in het centrum. We krijgen een instructie hoe we in de ondergrondse hotelparking moeten komen. Met een autolift! Onze Zafira past er maar net in. Onderweg uitstappen is onmogelijk. We voelen ons gekooid, maar worden veilig afgeleverd in het onderaardse.


Na het betrekken van de kamer wandelen we naar de Plaza Mayor, om de avond door te brengen op het mooiste plein van Spanje! Als voormalige stierenvechtersarena is het plein aan alle kanten omgeven door gebouwen met enkele toegangspoorten. ‘Gouden stad’ wordt Salamanca ook genoemd; de oude gebouwen zijn opgetrokken uit geel zandsteen. De randen van het plein zijn een en al terras. Rond een uur of tien gaat de verlichting aan en klinkt er van alle kanten ‘Aah!’ en applaus. We sturen een filmpje naar onze dochters, omdat we met hen een keer eerder hier op een terras hebben gezeten, op doorreis van een vakantie in Portugal in 2012. Er gaan bij hen geen belletjes rinkelen.


Vrijdag, 26 juli 2024. Salamanca is de oudste universiteitsstad van Spanje en één van de oudste van Europa, gesticht in 1218.


Het oude centrum is Unesco Werelderfgoed (alweer!) en daar concentreren we ons vandaag op. Eerst het Escuelas Mayores, het oude hoofdgebouw van de universiteit.


Onderweg komen we langs de bijzondere gevel van de Clerecia, gebouwd door de Jezuïeten in de zeventiende en achttiende eeuw. Ernaast ligt het Casa de las Conchas (Huis met de schelpen). De gevels van dit stadspaleis zijn systematisch versierd met gebeeldhouwde schelpen.


In de platereske façade (‘plateresk’ wil zeggen: bijna net zo fijn als het filigrain van de zilversmid) bij de hoofdingang van de universiteit zit een kikker verstopt. Als je hem vindt, ga studeren aan deze universiteit, want de studie zal voorspoedig verlopen. Het valt echt niet mee om de kikker te vinden in dit decoratieve hoogstandje, maar wij hebben het geluk dat een groepje toeristen uitleg krijgt van een gids met…  een pointer: het kleine kikkertje zit ergens boven op een doodskop. De kikker is het stadssymbool geworden van Salamanca.


Het gebouw rondom een kloosterhof zit vol met prachtige collegezalen, een bibliotheek en een kapel. Prachtige gewelven in de kloostergangen.    


Vlak naast de universiteit liggen de twee kathedralen van Salamanca, tegen elkaar aan. De oude sobere kerk uit 1120 en de nieuwe uitbundige kerk, gebouwd tussen de zestiende en achttiende eeuw. Het is uitzonderlijk dat de oude kerk niet gesloopt is en een waardevol onderdeel van het complex is gebleven.


De nieuwe kathedraal heeft weer zeer decoratieve façades boven de ingangen en binnen een veelheid aan zijkapellen, prachtige orgels en opnieuw rijkversierde geveltjes rond het koor. In sommige zijkapellen wordt zichtbaar de biecht afgenomen. De oude kathedraal heeft een bijzonder altaarstuk.


Een groter contrast met het Museo Art Nouveau y Art Déco is nauwelijks mogelijk. Casa Lis was een stadspaleis, gebouwd aan het begin van de twintigste eeuw. In de loop der tijden werd het verwaarloosd, tot het stadsbestuur het gebouw in de jaren tachtig onteigende en omvormde tot dit museum op basis van de grote collectie decoratieve kunst van ene Don Manuel Ramos Andrade. Ik word vrolijk van al die frutsels (fotograferen verboden), van speelgoed tot vreemde koppen, van meubels tot schilderijen, van waaiers tot ‘bathing beauties’, van porselein tot glaswerk, van bronzen beeldjes tot sieraden, van Franse tot Duitse poppen, maar vooral van het glas-in-lood met de lis als symbool: Casa Lis.  


Marita heeft ontdekt dat er een Erasmus Bruin Café is in de buurt. Daar moet zij uiteraard als Erasmus coördinator bij Wageningen University naar toe, hoewel Wageningen geen uitwisselingsprogramma heeft met deze universiteit. Daarvoor worden er te weinig vakken in het Engels gegeven. Veel buitenlandse studenten komen hier dan ook juist om goed Spaans te leren.


De eigenaren van het café blijken een Spanjaard met zijn Nederlandse vrouw te zijn. Een grote collectie bieren, cocktails, mocktails en eten. We gebruiken hier de lunch, terwijl een karikatuur van Erasmus (lange neus en vooruitstekende kin) op de menukaart, en vooral op de bierkaart, ons in de gaten houdt. 


We houden een siësta in het hotel en zien begin van de avond een stuk van de opening van de Olympische Spelen. Daarna opnieuw gegeten in het Erasmus café (het bloed kruipt waar het niet gaan kan), maar we zijn wederom niet onder de indruk van de Spaanse keuken.


Een paar drankjes op de Plaza Mayor ter afscheid van Salamanca. Na het ‘Aah!’ en het applaus bij het aangaan van de verlichting keren wij hotelwaarts. De opening van de Olympische Spelen is nog steeds bezig.

 

 

[Beeldverhaal]


Gepost: 19 September 2024