WANDELEN: Verwolde

Een lange wandeling op donderdag, 19 september 2024, over het grote Landgoed Verwolde, gelegen ten noordoosten van het Gelderse Laren in de Achterhoek. Geen overlap met een recente wandeling aan de westkant van Laren (zie: ‘Laren’), behalve na gedane arbeid de versnapering op een terras onder het toeziend oog van Albert Mol, in brons gegoten.


Vanuit Laren eerst een flinke aanlooproute. Aan de zuidelijke dorpsgrens kom ik langs een beeldhouwwerk zonder uitleg. Het Historisch Genootschap Lochem zet me op het spoor van de bekende beeldhouwster Marianne van den Heuvel, die abstracte sculpturen maakt. Ze maakte onder andere een serie ‘waaiers’. Waaiers werden aan het Franse Hof door vrouwen gebruikt om door bewegingen met elkaar te communiceren, zonder woorden dus! Sculpturen hebben ook niet veel praats! Deze waaier heeft trouwens ook wel iets weg van een vlinder. Die dartelen ook om elkaar heen zonder woorden om elkaar het hof te maken. Het beeld staat nu dan ook in een vlinderweitje in Laren, waar verder geen bloem en dus ook geen vlinder is te bekennen.


Een pony op een kleine weide moet ’s nachts overnachten in een gevaarlijk overhellend schuurtje. De pony luistert waarschijnlijk naar de naam Lucky Lucas, hetgeen in sierlijke letters (waarvan inmiddels delen ontbreken) op de daklijst is geplakt. En dan ook nog een hoekje Japanse duizendknoop in volle bloei.


Vele akkers zijn begroeid met een jong gewas. Het is weer de tijd van de groenbemesters, vooral gele mosterd en bladrammenas.


Ik passeer het Kapraolsvenne (Korporaalsven), een pingoruïne uit de laatste ijstijd, mogelijk vernoemd naar een officier uit het leger van Napoleon (Korporaal Pingo?).


In een grote hal liggen de luchtballonnen opgeslagen van Bas Ballonvaarten bv. Ik zal er bij gunstig vliegweer eens op letten, want Bas staat met grote letters op de luchtballonnen gedrukt.


Wat opvalt onderweg in de bosranden is de veelheid aan jonge en oude bomen van de exotische robinia. Een oude, licht overhellende robinia langs de weg draagt een bordje ‘Bert’s Boompje’. Zou Bert ertegenaan zijn gefietst? Of eroverheen hebben gepiest?     


Een opvallende klimmer is de Hedera klimop, die lang in volle bloei staat. Het is in het najaar een belangrijke voedselbron voor bijen en andere insecten. Veel genummerde vleermuiskastjes aan de bomen. Deze is voor vleermuis No.352.


Ik betreed Landgoed Verwolde en kom bij de dikste eik van Nederland, de zogenaamde Dikke Boom, met een omtrek van dik zevenenhalve meter. Rond 1800 (omtrek vierenhalve meter) werd er tweehonderdvijfenzeventig gulden voor geboden omdat er twee molenassen uit konden worden gezaagd. Nu staat er een collectebus met een verzoek:

 

Ik ben IJzeren Hein

en vind uw bijdrage reuze fijn.

Deponeer uw gave in mijn mond,

dan houden we de Dikke Boom zo goed mogelijk gezond.

Ik word regelmatig geleegd van door u geschonken zaken,

dus bespaart u zich de moeite mij te kraken.

 

De woorden ‘zo goed mogelijk’ zijn terecht, want de Dikke Boom, die zo’n vijfhonderd jaar oud moet zijn, is aan het eind van zijn latijn. Maar tweehonderdvijfenzeventig euro brandhout zit er nog wel in.


Over de gracht en de bomen heen is Huis Verwolde zichtbaar. Het landhuis uit 1776 is tegenwoordig eigendom van de Stichting Geldersch Landschap & Kasteelen, maar werd twee eeuwen lang bewoond door de familie van der Borch van Verwolde. Het omringende landgoed is nog altijd particulier bezit.


Langs een bospad, dat aan het begin bewaakt wordt door een enorme houten oehoe, volgen nog meer bijzondere bomen, zoals de gekortwiekte overleden zomereik ‘Oom Frits’, geplant in 1791 bij de geboorte van Frederik Wilhelm Baron van der Borch, een telg uit het geslacht.


Even verderop de douglas-tweeling, een tweestammige douglasspar, waarschijnlijk geplant rond het jaar 1900. Aan de voet van de Siamese tweeling een enorme zwam, de grote sponszwam, die parasiteert op de wortels van diverse naaldbomen. Die zal wel gedacht hebben: ‘Mooi twee in één klap’. Het is overigens een eetbare paddenstoel.


Ik kom op het landgoed langs enkele monumentale pachtboerderijen uit eind negentiende eeuw. Kenmerkend zijn de luiken met een gele zandloper op een zwarte achtergrond, omgeven door een groene rand. 


Er volgt een lange lus door Landgoed Kranengoor, afgesplitst in 2014 van Landgoed Verwolde en eigendom van de particuliere Stichting Anitya (Vergankelijkheid). Het is een moerassig gebied (goor) en ‘kranen’ lijkt te verwijzen naar kraanvogels, hetgeen wordt ondersteund door het logo van het landgoed. Een deel van het bos bestaat uit rabatten.


Op vele plekken is de vochtige bodem bedekt met een witte schimmel, ik vermoed een slijmzwam, maar ben niet zeker. Langs de boomstammen concurreren de klimmers klimop en hop (met ‘oor’bellen, dus vrouwelijk) om voorrang.


Weer een imposante boerderij Blankenberg uit 1885 en in de buurt een gedenksteen waar een zeer oude twaalfde-eeuwse spieker (graanschuur) heeft gestaan, die gesneuveld is bij het beleg van Lochem in 1606 tijdens de Tachtigjarige Oorlog.       


’t Jagershuis uit 1887 is ook een gemeentelijk monument. Toen Huis Verwolde in 1977 werd verkocht aan De Stichting Geldersch Landschap & Kasteelen ging de laatste bewoner, Allard van der Borch van Verwolde (1926–2008) wonen in dit Jagershuis.


Mijn oog valt nog langs de paden op een solitair exemplaar van knopig helmkruid en een bodemdek van bloeiende tormentil, een ganzerik met viertallige bloemen.


Langs een greppel enkele exemplaren van de koningsvaren. Naar alle waarschijnlijkheid hebben varens de naam gegeven aan Verwolde, dat afgeleid zou zijn van Varenwolde. En misschien is het wel vanwege deze bijzondere koningsvaren dat het bos rond het landhuis Oranjewoud is genoemd, niet te verwarren met Oranjewoud bij Heerenveen ('Oranjewoud'. In: Dreamgirls, 2018). Het bos alhier is parkachtig met een tweetal vennen.


Ik bereik de lange oprijlaan van Huis Verwolde, de Jonker Emile Laan. Emile van der Borch van Verwolde (1910–1943) was een verzetsheld die in 1943 op de Leusderheide is gefusilleerd. Ik passeer op de oprijlaan een erewacht van twee aangelijnde pony’s. Nog een aantal blikken op de zij- en achtergevel van Huis Verwolde.


Op de terugweg opvallend veel van de klimmende heggenduizendknoop in vrucht. En een populatie van de eikvaren.


Bij binnenkomst in Laren kom ik langs de St.Steffenrijders, een grote paardensportvereniging. Sint Stefanus (5–34 A.D.) was de eerste christelijke martelaar te Jeruzalem, die door steniging om het leven kwam. Hij is dan ook beschermheilige van alle beroepen die met stenen te maken hebben, maar niet van hooligans die hulpverleners stenigen.


Sint Stefanus is blijkbaar ook beschermheilige van alle dieren, paarden in het bijzonder. Tweede Kerstdag (26 december) is zijn naamdag en dan gaan vele ruiters er met hun paarden op uit. Ook de traditionele Engelse paardenjacht op vossen vindt op die dag plaats. De vos heeft het dan ook helemaal gehad met Sint Stefanus, evenals de hooligans. 

 

 

[Beeldverhaal]


Gepost: 10 Oktober 2024

 

Mooisteroutes.nl: Dwalen bij Verwolde (20 km)