WANDELEN: Boxtel-Noord

Ten noorden van Boxtel en ten zuiden van Sint-Michielsgestel ligt een bosrijk gebied met enkele landgoederen. Dit verhaaltje had dus ook Sint-Michielsgestel-Zuid kunnen heten, maar ik begin mijn wandeling op vrijdag, 4 oktober 2024, nu eenmaal in Boxtel.


Deze bosrijke driehoek op stuifzanden ligt ook nog eens tussen de Essche Stroom en de Dommel, die iets ten noorden van Sint-Michielsgestel bij Halder samenstromen.


Start vlakbij het Oertijdmuseum, waar versteende dino’s je in de tuin grimmig aankijken (de geraamtes staan binnen). Lang geleden startte ik hier een fietstocht (‘Het Groene Woud’. In: Tureluren, 2015) en bekeek de ‘oer’bomen in de omringende tuin. De destijds nog kleine kustmammoetboom kan ik niet meer terugvinden en de dwergrododendron ‘Grumpy’ is sindsdien niet veel opgeschoten. ‘Grumpy’ triggert mijn herinnering omdat één van de reisgenoten tijdens een groepsreis door Indonesië deze bijnaam kreeg omdat hij zo knorrig was (‘Terug naar Indonesië – Vijfde dag’. In: Tjiftjaffen, 2014).


Ik steek de weg over naar Landgoed Sparrenrijk, ooit heide maar rond 1900 beplant met grove den, vervolgens met fijnspar, douglasspar en Amerikaanse eik, en nu krijgen inheemse loofbomen meer de ruimte.


Hoewel de hoofdwegen in een kaarsrecht patroon zijn aangelegd, mag ik smalle kronkelige paadjes volgen. Aan de oevers van de greppels groeit veelvuldig de varen dubbelloof. Als je goed kijkt zie je twee typen bladeren, de overhangende groenblijvende onvruchtbare bladeren met korte brede deelblaadjes, en de rechtopstaande vruchtbare bladeren met lange smalle slippen.


Het bos is vrij vochtig en prachtige kussens van mossen (kussentjesmos onder andere) bedekken de bodem, vooral aan de voet van grote bomen. Delen van het bos bestaan uit rabatten.


Aan de zuidwest zijde probeert men het Sparrenrijk te verbinden met de Kampina Heide, zoals men alle geïsoleerde natuurgebiedjes binnen de Groene Meierij (driehoek tussen ’s-Hertogenbosch, Eindhoven en Tilburg) aan elkaar probeert te knopen. 


Ik wandel door het Trouwlaantje, een berceau van beuk, aangelegd in 1927 door de rentmeester van het landgoed ter gelegenheid van het huwelijk van zijn zoon. Óf de rentmeester had een vooruitziende blik en heeft de berceau aangelegd jaren vóór de huwelijksvoltrekking van zijn zoon (zodat die door het trouwlaantje kon lopen met zijn bruid), óf hij heeft de trouwerijen van zijn kleinkinderen in gedachten gehad.   


Ik verlaat het Sparrenrijk en wandel het Landgoed Den Eikenhorst in. Bij menigeen gaat er misschien een koninklijk belletje rinkelen. Er zijn in den lande inderdaad meerdere Eikenhorsten, zoals Villa Eikenhorst bij Wassenaar, lang de woning van Willem-Alexander en zijn gezin (‘De Horsten’. In: No.10, 2023).


Tijdens de oversteek van een stukje weiland loop ik even te dwalen. Een tractor komt met reuzenvaart op me af en de verbaasde boer vraagt wat ik op zijn land doe. Hij kent het gebied natuurlijk op z’n duimpje en zet me behulpzaam op het rechte pad.


Langs de oprijlaan van het landhuis pronken de rode aardbeitjes van de geelbloeiende schijnaardbei in de berm. Het park rond Den Eikenhorst is aangelegd in Engelse landschapsstijl, met kronkelige paadjes, tunneltjes van rododendron (geen ‘Grumpy’!) en mooie zichtlijnen naar het landhuis. Een monumentale beuk in het park steelt de show. De bijzondere bladeren van de Amerikaanse tulpenboom op het wandelpad leiden me naar de stam van deze boom, ook bijzonder, want de schors kenmerkt zich door verticale ‘spierbundels’. Op het grote grasveld vóór het landhuis grazen twee jonge reeën. Hier staat ook een natuurstenen bank met een verweerd familiewapen en de jaartallen 1843–1923. De aanleiding is onduidelijk. 


Vanaf Den Eikenhorst bereik ik de Essche Stroom, een beek die ontstaat uit andere beekjes ten oosten van Oisterwijk en uitstroomt op de Dommel. Men heeft in de zogenaamde Halsche Beemden over een afstand van zo’n drie kilometer de oude meanderende loop hersteld, parallel aan de gekanaliseerde beek en om een stuw heen. De oevers van deze meanders zijn dicht begroeid, vooral met verschillende soorten wilgen: de breedbladige grauwe wilg en de smalbladige katwilg en amandelwilg.


Vanaf de zuidelijke splitsing van ‘kanaal’ en meanders kom ik tussen beide in te wandelen. Links het ‘kanaal’ met vrij kale oevers en rechts de meanderende beek, onzichtbaar door de dichte begroeiing.


Deze beek, evenals de Dommel, heeft veel last (gehad) van de grote waternavel, een invasieve aquariumplant, die moeilijk te bestrijden is. Tot mijn verbazing kom ik geen grote waternavel tegen, maar wel een andere invasieve soort, die nu vanaf de oevers dichte drijvende matten vormt: waterteunisbloem, met hier en daar een open bloem of bloemknop. Deze ben ik niet eerder bewust tegengekomen, dus weer wat geleerd. Er groeien ook een sterrenkroos en de watergentiaan, maar die vormen geen gevaar en verfraaien de waterpartij. Een nestje herkauwende koeien heeft het reuze naar de zin in de Halsche Beemden.


Ik passeer door een tunneltje de A2 en kom in Landgoed Halse Barrier. Ooit was de ‘A2’ een steenweg van Eindhoven naar ‘s-Hertogenbosch, aangelegd in 1741. In buurtschap Hal stond een tolboom als barrière, en daar is het landgoed naar vernoemd. Enkele greppels staan vol koningsvaren en ik krijg mooi zicht op een ven. Bij het verlaten van het landgoed staat langs de weg een simpel houten kruis met de tekst ‘Nihil sine Deo’ (Niets zonder God). Toch is Sapiens zonder zijn hulp de aardkloot aardig aan het verkloten, ondanks deze mooie puzzelstukjes natuur.


Op een wandelpad word ik gewaarschuwd voor een holensysteem naast het pad: ‘Let op, Dassenburcht. Betreden op eigen risico!!’. Met dat laatste wordt misschien bedoeld dat je in een holopening je enkel kunt verzwikken, want van agressieve dassen ken ik geen voorbeelden. Of wordt de das hiermee gewaarschuwd voor agressieve wandelaars.


Ik bereik in het bos bij Sint-Michielsgestel een ven met drijftillen en vervolgens enkele banen van Golfclub De Dommel. Een bordje waarschuwt voor overvliegende golfballen. Er staat wel een schuilhut, maar die is tegen onweer. Met geluidssignalen worden golfers dan geïnformeerd of ze moeten schuilen, of ze weer aan de slag kunnen of dat ze het zelf maar moeten weten.     


Ik mis de essentie van Landgoed Zegenwerp (arboretum, landhuis, vennen) door een verkeerde afslag en kom langs een kilometer lange vistrap tussen twee bochten van de Dommel. Deze vistrap omzeilt de stuw met de Dommelcentrale, een waterkrachtcentrale aangelegd op initiatief van mijn Wageningse jaargenoot Jan Taks en zoon. Eind 2023 bezocht ik met Marita deze centrale na een kerststallenwandeling aan de overkant (‘Gemonde’. In: Zafira, 2024).


Ik pik de route weer op bij het clubhuis van de Golfclub en moet dan helaas een lang stuk langs de doorgaande weg wandelen om het particuliere Landgoed Zegenrode heen.


Een gedichtje langs de weg komt me bekend voor. Blijkbaar al eens langs gefietst, maar geen melding van gemaakt. Dat doe ik nu wel want het is een grappig gedicht over de Vierdaagse van ene Gerard Bijvoet, Dichter van Dijk en Dommel.

 

Moeder is gaan lopen

’t is moeilijk te verkopen

vijf kinderen om je heen

vader is degene die het gezin bestuurt

maar goed dat de Vierdaagse

geen vijf dagen duurt……

          

Toen ik thuis voor Marita het gedicht uit mijn hoofd reciteerde, draaide ik onbewust de rollen van vader en moeder om: een pijnlijk bewijs dat ik nog steeds als automatisme uitga van een archaïsche rolverdeling.


Het paddenstoelen seizoen is weer begonnen. Groepjes van de grote parasolzwam en van de helmmycena staan al boven de grond, ontsproten aan het ondergrondse mycelium netwerk.


Het laatste landgoed is Venrode. Een enorme moerascipres (Taxodium) wordt op een drassige plek omringd door tientallen ‘schildwachten’, knobbelige aanzetten tot bovengrondse luchtwortels om het verzopen ondergrondse wortelsysteem van de boom van de nodige zuurstof te voorzien.


Landgoed Venrode heeft enkele mooie bosvennen. Het zijn niet de eerste vennen die dicht lijken te slibben door moerashertshooi, maar de plant staat toch bekend als een kwetsbare soort.  


Tussen de vennen ligt een grafheuvel die met een extra laag zand is bedekt en ligt te wachten op toekomstige betere archeologische onderzoeksmethoden.


Tot slot moet ik de A2 weer over. Boven op het viaduct staat verdekt opgesteld een mobiele flitscamera. Het verkeer raast eronderdoor. Ik maak een foto van de opstelling. De flitser geflitst!

 


[Beeldverhaal


Gepost: 26 Oktober 2024


Mooisteroutes.nl: Meierijse Landgoederen (18 km)