WANDELEN: Grafwegen

Als onderdeel van de Nederrijnse Heuvelrug ligt tussen Nijmegen en Kleef een W-vormige stuwwal om twee glaciale bekkens heen, veroorzaakt door twee gletsjertongen tijdens de voorlaatste ijstijd. Mooi te zien op de kaart van het gebied (Wikipedia). Deze twee bekkens heten de Groesbeeker Lobus en de Kranenburger Lobus.


De ‘W’ wordt in het Frans ‘double V’ genoemd en dat is wel handig om aan te geven dat de Groesbeeker Lobus de linker ‘V’ is en de Kranenburger Lobus de rechter ‘V’.


Vandaag, zaterdag 11 januari 2025, wandel ik in de linker ‘V’, de Groesbeeker Lobus, maar wel aan de rechterkant van deze ‘V’ in het grensgebied, waar zowel in Nederland als in Duitsland een buurtschap Grafwegen is gelegen. Niet dat daar zo veel is te beleven, maar het verhaal moet een naam hebben.


Tot in het recente verleden was Monsieur Gérard mijn maat op deze stuwwal, waar we samen enkele interessante wandelingen hebben gemaakt (‘Reichswald’. In: Tureluren, 2015; ‘Sint-Jansberg’. In: It giet oan!, 2016; ‘Kiekberg’. In: Eigen land laatst!, 2021; ‘Groesbeek’. In: Paradijs, 2022).


Bij Monsieur Gérard beginnen echter de jaren dubbel te tellen (86), zodat lange dagtochten tot het verleden behoren. Maar hij is nog kwiek en fit (er is dus absoluut geen relatie met de titel van dit verhaaltje). 


Met name de laatste gezamenlijke wandeling aan de linkerkant van de Groesbeeker Lobus op een zonnige herfstdag (Allerzielen, 2021) leverde prachtige vergezichten op, vanaf de stuwwal (Zeven Heuvelen) tot ver in Duitsland.


Dat zit er vandaag niet in. De sneeuw is hier nog niet verdwenen, de paden zijn af en toe verraderlijk glad, en het is de hele dag mistig. Dat leidt wel weer tot een mystieke sfeer en mooie foto’s.


Ik start in het gehucht Breedeweg, net ten zuiden van Groesbeek, midden in de Groesbeeker Lobus. Breedeweg werd tijdens Operatie Market Garden grotendeels verwoest, maar is weer opgebouwd rond de Antoniuskerk. Hoewel in het bekken op vele plaatsen kwelwater opborrelt, afkomstig van de stuwwal, zijn aan de rand van het dorp een aantal waterbekkens gegraven om water beter vast te houden en verdroging tegen te gaan. De naastgelegen wijngaard zal daar zijn voordeel mee doen.


Ik zit al snel op het prachtige Kiekbergsepad door de akkers en weilanden van Klein Amerika richting de Kiekberg op de stuwwal, samen met de Sint-Jansberg het onderste puntje van de ‘V’. De naam Klein Amerika verwijst naar de landing van parachutisten in september 1944.


Een grote akker met een verdroogd en bevroren ‘gewas’ stelt mij voor een winters raadsel. Volgens vriend Roel een schermbloemige. Niet geoogste pastinaak misschien?


Aangekomen op de Kiekberg met het mooiste uitzichtpunt is de wijde omgeving in nevelen gehuld. Geen Duitsland te zien, zelfs geen Reichswald. Ik maak vervolgens een ommetje over de Sint-Jansberg, langs de Molenbeek die de Bovenste Plasmolen aandrijft (de Onderste Plasmolen is verdwenen) en voorbij de plek met de contouren van een Romeinse villa. Langs het beekje, dat langs de helling van de Sint-Jansberg stroomt, groeit de varen dubbelloof. De hangende onvruchtbare bladeren zijn groenblijvend, de rechtopstaande vruchtbare sporenbladeren zijn aan het afsterven.


Ik verlaat de stuwwal langs de Neutraleweg en kilometerpaal 491 geeft aan dat ik een eindje op Duits grondgebied wandel aan de basis van het Reichswald. Tot Boscafé Merlijn in Grafwegen, waar ik me niet onder de stamgasten waag.


In het Nederlandse Grafwegen kom ik twee kalkoenen tegen, die de Kerst overleefd hebben. En een soort prachtriet steekt zijn nek uit en doet me aan struisvogels denken door de zijwaartse eindstandige pluimen.


Ik bereik het bijzondere natuurgebied De Bruuk, waar kwelwater uit de stuwwal zorgt voor een bijzondere vegetatie. Het is voornamelijk open terrein met her en der bosschages en verspreide bomen. Vriend Roel gaat mij hier in het late voorjaar nog een keer gidsen, wanneer de orchideeën en de bijzondere grassen bloeien.


Op een bankje een aardig gedicht (zonder dichter), getiteld ‘Vandaag’ en dat komt neer op ‘Carpe Diem’.

 

                Vandaag is de dag

                Hij komt maar één keer

                Morgen dan is het

                vandaag al niet meer

                Niet zeuren, geniet

                van het leven, het mag

                Maar doe het vandaag

                want vandaag is de dag

 

Een tweede bankje heet de Voijerbank. Mogelijk een familienaam, maar in elk geval nauw verbonden met de bewoners van De Bruuk.


Natuurgebied De Bruuk gaat over in natuurgebied De Leigraaf. Het eerste deel lijkt een maanlandschap, omdat de vruchtbare bovenlaag van het boerenland is afgegraven voor verschraling. Vervolgens is het kilometers lang kommer en vooral kwel op het modderige graspad langs deze beek tot buurtschap De Horst, waar de Leigraaf samenvloeit met de Groesbeek en als Groesbecker Bach over de grens verdwijnt richting Kranenburg. Het water komt overigens wel weer terug naar Nederland en stroomt uit op de Waal bij de oude Waalbrug in Nijmegen.


Onderweg een groep ganzen in de mist en een populatie groenblijvende beekpunge in de modder. Er wordt in het grensgebied flink aan de afwatering gesleuteld met groot materieel. Thuis kom ik er pas achter dat de Leigraaf begint in Breedeweg, vlakbij waar mijn auto geparkeerd staat. 


Ik volg de Groesbeek stroomopwaarts over soortgelijke modderoevers en ga zelfs een keer onderuit in de gladde glibberigheid. Op één plek duidelijke beversporen.


Via Boerenlandpaadje, Precessiepaadje en Sigeunerpaadje bereik ik de andere zijde van De Bruuk met een flinke heuvel, de inmiddels begroeide voormalige vuilstort Dukenburg (1962–1987). Beklimmen heeft geen zin nu het uitzicht ontbreekt door de mist.


Met Breedeweg weer in zicht krijg ik als mosterd na de maaltijd even de gesluierde zon in het vizier.


Kortom, het deel op de stuwwal was aangenaam, het deel in het glaciale bekken een kwelling door al het beekwater op een halfbevroren bodem. Je bent vooral bezig te kijken waar je je voeten neerzet.   

 

 

[Beeldverhaal]


Gepost: 22 Januari 2025

 

Mooisteroutes.nl: Sint-Jansberg en De Bruuk (18 km)