WANDELEN: Arnhem-NO

Een wandeling in 2023 langs de Sint-Jansbeek in Arnhem was een openbaring. Die beek ontspringt op de Veluwse stuwwal in Landgoed Zypendaal en stroomt als een groene ader door Park Sonsbeek naar het centrum van de stad, waar de beek – lang ondergronds verstopt geweest – weer zichtbaar is gemaakt om uiteindelijk vanaf de Rijnkade in de Rijn te watervallen (‘Sint-Jansbeek’. In: No.10, 2023).


In Noordoost-Arnhem loopt ook zo’n groene ader, een aaneenschakeling van een aantal stadsparken en landgoederen, waar ik me aan waag op vrijdag, 20 maart 2025.


Ik parkeer bij winkelcentrum Presikhaaf in de veronderstelling dat ik via een loopbrug over de drukke IJssellaan Park Presikhaaf kan bereiken. De honderddertig meter lange brug is echter sinds november van zijn voetstuk gehaald voor onderhoud (‘een lik verf’). In april zou hij weer operationeel moeten zijn. Helaas is de beeldengroep ‘Spitting leaders’ niet in actie, vier borstbeelden van wereldleiders die elkaar bespugen met waterstralen. Daar had ik graag vanaf de loopbrug even aan meegedaan. Ik moet dus een eindje omlopen langs Leerpark Arnhem, een grote middelbare school.


Park Presikhaaf heeft een mooi T-Huis (voor een waardige afsluiting vanmiddag), een vijverpartij die ooit hoorde bij het landhuis Groot Presikhaaf en een kunstwerk ‘Pietre in Olanda’ van een Italiaanse beeldhouwer: drie monolieten met ribbels, meer kan ik er niet van maken. In delen van het landgoed werd na de oorlog de nieuwbouwwijk Presikhaaf aangelegd, de resterende delen zijn nu een rustgevend, weids opgezet park, een oase voor de flatbewoners van de wijk.  


Langs een locatie van de HAN ‘University of Applied Sciences’ en na een spoorwegovergang kom ik in het Park Sacré Coeur, voorheen onderdeel van landgoed Presikhaaf, maar geamputeerd door de spoorlijn naar Zutphen. In het park ligt verzorgingscentrum ‘Regina Pacis’, om even in katholieke sferen te blijven.


Een bordje ‘Sawah Belanda’ zet me op scherp en dat heeft alles te maken met mijn langdurige arbeidsverleden in Indonesië. Bij een vijverpartij wordt met behulp van geringe hoogteverschillen een helling met kleine rijstveldjes gesimuleerd. In de nabije omgeving zeven grote granieten platen met teksten uit de Indische boeken van Marion Bloem. Het landschapskunstwerk – een monument voor Indische Nederlanders zoals zijzelf – is van de hand van haar zus Joyce. Mooie plek! Maar ik moet verder.


Via enkele drukke overgangen bereik ik Park Bronbeek met het ‘Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen’ van het voormalig KNIL en van het Nederlandse Leger. Stichter en beschermheer was Koning Willem III (1817–1890). In het bijbehorende Museum staat de koloniale geschiedenis van Nederlands-Indië centraal.


In het park zijn vele monumenten opgericht, onder andere voor de slachtoffers van de Japanse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog: dwangarbeiders aan de Burma spoorlijn, vrouwenkampen.


Een Bronbeek bewoner maakt achter zijn rollator een wandelingetje door het park. Hij lijkt verdomd veel op Dok Kostermans, de in 1994 in Bogor overleden icoon van de plantensystematiek in het na-oorlogse Indonesië, nadat hij de Burma spoorlijn had overleefd (‘Dok Kostermans’. In: Lustrum, 2017). Als ik deze man in de Hoogstraat in Wageningen was tegengekomen, had ik waarschijnlijk de associatie met ‘Dok’ niet gehad, maar hier….. Bronbeek, Burma spoorlijn, Sawah Belanda.


Ik verlaat het terrein langs Indonesisch restaurant Kumpulan, waar de keuken wordt verbouwd. Binnenkort de ‘Rijsttafel’ maar eens uitproberen, want de ‘kokkies’ krijgen goede recensies.


Via het wijkje Paasberg met de Paasbergkerk en straatnamen die herinneren aan onze grote schrijvers en dichters, kom ik op landgoed Rennen Enk, wederom met een katholiek verzorgingstehuis ‘Insula Dei’. Langs een beekje zie ik de eerste dotterbloemen in bloei, vergezeld door jonge scheuten van de gele lis. Op het centrale grasveld een majestueuze eikenboom. Het landgoed is vernoemd naar de eerste pachter (boer Rennen) van het toenmalige boerenbedrijf in de zestiende eeuw. Het huidige landhuis is negentiende-eeuws.


Pal naast Rennen Enk ligt Park Angerenstein. De eerste eigenaar was een Van Angeren. De hoogteverschillen leiden tot beekjes met watervalletjes. Onder pergola’s door naar een vijver, waar je vriendelijk wordt verzocht de watervogels niet te voeren (ratten, stinkend water, zieke eenden). Rondom het achttiende-eeuwse landhuis hoge bomen met nesten van de blauwe reiger.


Vervolgens is het behoorlijk klimmen door de wijk Monnikenhuizen. Geen wonder! Ik bereik op een open grasvlakte ‘Hoogte 80’, een uitzichtpunt op tachtig meter boven NAP. Overigens niet het hoogste punt van Arnhem, maar wel het hoogste met een mooi uitzicht in zuidoostelijke richting. Op de voorgrond een kerk en op de achtergrond de AVR-Afvalverwerking in Duiven. De kerk blijkt de voormalige Sint-Jozefkerk te zijn, nu de locatie van ‘Holy Fit’, waar je kunt padellen en fitnessen. Als je goed kijkt zie je rechts in de verte het kolossale Rijnhert staan op een voormalige vuilnisbelt in kantorenterrein IJsseloord (‘Boven-IJssel’. In: Zafira, 2024).


Afgedaald volgt een rondje langs het luxe wooncomplex rondom het exercitieterrein achter de poort van de Saksen Weimar Kazerne. Wat heeft een Nederlandse kazerne met het Duitse hertogdom Saksen-Weimar te maken? De kazerne blijkt vernoemd naar Hertog Karel Bernard van Saksen-Weimar-Eisenach (1792–1862). Deze Duitse generaal trad in 1813 in Nederlandse dienst en vocht mee in de Slag bij Waterloo, bestreed de Belgische afscheidingsbeweging en werd ook nog commandant van het KNIL in Nederlands-Indië, kortom een veel gedecoreerde mannetjesputter. Enigszins wrang is wel dat de troepen van Hitler de eerste bewoners werden, omdat de kazerne nog niet helemaal was afgebouwd in 1939.


Vervolgens het grote Park Klarenbeek met op de Cornelsberg De Steenen Tafel, een omgekeerde grafzerk van de voormalige begraafplaats van Klooster Monnikhuizen. Tot 1900 was dit een populaire toeristische plek vanwege het uitzicht op het rivierenlandschap. Inmiddels zie je door de bomen de rivier niet meer. In de oude watertoren (Amsterdamse School, 1928) zit het luxe restaurant De Steenen Tafel.


Deze kant van het park was ooit de locatie van voornoemd klooster (1342–1572). Daar is niet meer van over dan twee funderingsbalken in het bos en het beeld van een monnik, gesneden uit een oude boom.


Ik kom langs een grasveldje met twee groenblijvende mammoetbomen (Sequoiadendron). Tot slot de Baroktuin van het voormalige landhuis Klarenbeek (verwoest door een geallieerd bombardement in april 1945) langs de Klarenbeek. Klein hoefblad bloeit op de vochtige oevers. Bij de vijver met riet en lisdodde een bankje voor mijn twaalfuurtje.


Na een flink eind door bebouwd Arnhem – ik laat me niet verleiden door Café Moes in de voormalige portiersloge van de ENKA-fabriek (1911–2007) – ben ik weer terug bij Park Presikhaaf. Langs het Park ligt een heemtuin, met een sprengbeek en verschillende landschapjes met bijbehorende flora en fauna. In het bos bloeit de bosanemoon. Bij het moerasje is een vrij tamme blauwe reiger ingehuurd als figurant tussen de dotterbloemen.    


Via het terrein van de Stadsboerderij, met Lakenvelders en Blaarkoppen, krijg ik het T-Huis weer in het vizier, waar het heerlijk toeven is op het terras bij temperaturen die de twintig graden aantikken.

 

 

[Beeldverhaal]


Gepost: 9 April 2025

 

WandelZoekpagina: Landgoedwandeling Arnhem Noord-Oost (13 km)