Wandelen, Fietsen, Selfies
WANDELEN: Diepenveen
Soms gaat het goed wanneer je van een korte fietsroute een wandelroute maakt, maar deze keer toch iets te veel asfalt.
Op woensdag, 5 februari 2025, wandel ik bij Diepenveen, net boven Deventer. De titel van de tocht – ‘Geloofslandschap rond Deventer’ – trok me aan, zodat ik weer eens een ‘volle aflaat’ kan verdienen op deze bedevaart. Een ‘aflaat’ is een kwijtschelding in het hiernamaals van een deel van je strafblad. Dat kan geen kwaad als ik in het Vagevuur zit.
Diepenveen is als dorp ontstaan rond een vrouwenklooster van de beweging Moderne Devotie van Geert Grote (1340–1384), Deventenaar van geboorte. Ik vermoed overigens dat Geert Grote geen goed woord over zou hebben gehad voor de kerkelijke handel in ‘aflaten’, want zijn beweging ontstond in de late middeleeuwen uit onvrede over de misstanden in de katholieke kerk.
Meest bekend is geworden het klooster te Windesheim (tussen Deventer en Zwolle), gesticht door volgelingen in 1387, maar verwoest door de watergeuzen aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog (1568–1648).
Het klooster in Diepenveen werd gesticht rond 1400, maar werd ook door Staatse troepen verwoest tijdens het Beleg van Deventer in 1578. Alleen de kloosterkerk bleef gespaard, thans de protestantse kerk van het dorp. Tussen de verzakte grafstenen op het voormalige kerkhof van het klooster groeit volop Italiaanse aronskelk. En binnenkort zou ook holwortel zich moeten laten zien.
Er staat een beeld uit 1984 van een knielende novice, die twijfelt of ze wel definitief moet intreden. Het lijkt alsof ze door Moeder Overste vermanend wordt toegesproken, maar het beeld heeft als titel ‘Bemoediging’.
Ik passeer de Zandwetering, één van een viertal weteringen in de broeklanden van West-Salland, die min of meer parallel aan de IJssel naar het noorden stromen om bij Zwolle uit te monden in het Zwarte Water. Dit doet denken aan de overkant van de IJssel, waar tussen rivier en Apeldoorns Kanaal eveneens een viertal min of meer parallelle weteringen noordelijk stromen om bij Hattem uit te monden in de IJssel (‘Oene’. In: Eigen land laatst!, 2021).
Een ijsvogeltje scheert over het water. In de bermen en tuinen bloeien inmiddels de sneeuwklokjes en nieskruid (Helleborus).
Een eind buiten het dorp een informatiebordje langs het wandelpad over ‘Kostkoperschap’, met zicht op de oude boerderij Erve Veldhuis. De weduwe/eigenaresse van deze boerderij en grond schonk in 1376 haar bezittingen aan het Heilige Geest Gasthuis in Deventer in ruil voor een onbezorgde oude dag in het gasthuis: ‘Haar kostje was gekocht’. Velen, vooral vrouwen alleen, namen deze stap om de armoede te ontlopen.
In de verte graast een grote kudde schapen in een groene weide, terwijl de ‘herders’ zich hier op flinke afstand vermaken in de luwte van hun busje met opschrift ‘Deventer Schaapskudde’. De kudde vertoeft vanaf december tot februari in winterweides bij boeren. In de loop van februari en maart gaan de schapen op stal en worden de lammetjes geboren. Vanaf april begint het nieuwe begrazingsseizoen en worden de stadsparken van Deventer in toom gehouden.
Tegenover de winterweide ligt een natuurgebied met de vreemde naam Moespotleide, onderdeel van Landgoed Kranenkamp. Een ‘leide’ is een watergang en ‘Moespot’ was waarschijnlijk een familienaam van boeren in de omgeving. ‘Vrouwe Moespot’ oogt carnavalesk op het infobord van IJssellandschap. Het gebied is recentelijk natuurvriendelijk ingericht en ook bedoeld voor waterretentie.
Via het bos van Kranenkamp en langs een mooie theekoepel kom ik uit op de Raalterweg en maak een zijsprongetje naar de Abdij Sion, gesticht in 1890. Voorheen een cisterciënzer klooster van de bier brouwende trappisten, tegenwoordig een oecumenisch bezinningscentrum (Nieuw Sion).
‘Urbs fortitudinis nostrae Sion’ staat boven de toegangspoort (Sion is voor ons een veilige stad). Ik bezoek de abdijkerk waar net de kerkklokken hebben opgeroepen tot het getijdengebed Sext van twaalf uur. De Stichting Nieuw Sion houdt de gebedsstonden in ere, maar er is nog niemand in de kerk aanwezig behalve de voorganger. Ik maak dat ik wegkom voor ik gegijzeld word. Ook het kerkhof met een honderdtal identieke grafkruizen wordt netjes bijgehouden. En natuurlijk wordt er nog steeds Sion Kloosterbier gebrouwen!
Sion is een groot complex, waar in 2015 het laatste handjevol kloosterlingen vertrok. Een paar van deze ‘Laatsten der Monnikanen’ maakte een doorstart in hun schiere pijen op Schiermonnikoog. Hun voorgangers hadden daar tijdens de middeleeuwen gewerkt aan de bedijking van het ‘oog’, maar werden verjaagd tijdens de Reformatie (‘Lytje Pole’. In: Zafira, 2024). Bedijking is nu niet meer hun pakkie-an. Bier brouwen hoeven ze ook niet aan te beginnen, want het bier Schiere Monnik bestaat al. Blijft over: ‘schiergebedjes’.
Ik passeer het landgoed Frieswijk, dat omringd wordt door een aantal landweren om gespuis buiten te houden. Al in de middeleeuwen was Frieswijk een bedevaartsoord vanwege een heilige eikenboom met een genadebeeld van Maria. De boom zou zijn ontstaan uit een houten wielspaak die in de grond was gestoken. In de bosrand flinke populaties van de groenblijvende eikvaren.
Het Museum Averlo–Frieswijk–Schalkhaar, waar ik langswandel, kan ongetwijfeld meer vertellen over het wonder van Frieswijk. Vlakbij staat een bouwvallige boerderij met golvend dak, waar overigens nog wel in wordt gewoond.
Salland bestond een paar honderd jaar geleden grotendeels uit natte schraallanden, broekbossen en heel veel heide. Het Wechelerveld is een van de laatste restanten Sallandse heide, dankzij het ministerie van Defensie, dat het gebruikte als oefenterrein. Een deel werd ook als vuilnisbelt in gebruik genomen. Hoewel die gesaneerd is heeft men uit historisch besef de toegangspoort laten staan. Overigens is die wel gerestaureerd en voorzien van natuurvriendelijke panelen.
Ik maak een extra lus van vele kilometers (met ook nog een verkeerde afslag in Deventer) om een kijkje te nemen in buurtschap en landgoed Rande, waar ik al eens langsfietste (‘Midden-IJssel 1’. In: Lustrum, 2017). Het is gelegen tussen Diepenveen en de IJssel. Onderweg veel Deventer bebouwing met af en toe een ontluikende krokus in groenstroken.
Er hebben sinds de dertiende eeuw verschillende landhuizen op het landgoed gestaan, die de tand des tijds niet hebben doorstaan. In Oud Rande staat nog een zestiende-eeuwse toren van een havezate. De toren deed dienst in de zeventiende eeuw als katholieke schuilkerk.
Nieuw Rande is een buitenplaats gebouwd in 1857 door Duymaer van Twist, nadat hij gouverneur-generaal in Nederlands-Indië was geweest (1851–1856). Hij komt voor in ‘Max Havelaar’ van Multatuli, dromend in Batavia van een buitenplaats in Holland! Dat is dus gelukt! Thorbecke (1798–1872) schijnt een regelmatige gast te zijn geweest. Nieuw Rande wordt nu geëxploiteerd als Hotel Gaia.
Ik probeer nog bij de toren van de havezate in Oud Rande te komen, maar deze staat nu op privé terrein bij een nieuwe moderne villa.
Het is even schrikken wanneer ik op het eind 24,5 kilometer op de ‘klok’ heb staan (bijna zes uur gewandeld). Ik vind dat ik wel twee ‘volle aflaten’ heb verdiend en het Vagevuur kan overslaan.
Gepost: 17 Februari 2025
Landschap Overijssel: Geloofslandschap rond Deventer (24 km)