Wandelen, Fietsen, Selfies
WANDELEN: Heilige Driehoek
Door toedoen van vriend en voormalig Portugese wijnboer Gerard had ik wel eens van het klooster Sint-Catharinadal in Oosterhout (NB) gehoord. De nonnen hebben sinds 2016 een grote wijngaard en konden een Portugees zorgadviesje wel gebruiken, zodat de druiven minder zuur zijn.
Wat ik niet wist is dat Sint-Catherinadal deel uitmaakt van de Heilige Driehoek (H3H), een bijzonder stukje Oosterhout, waar drie kloosters vlakbij elkaar liggen. Al in 1647 werd het Slotje Blauwe Camer omgevormd tot het klooster Sint-Catherinadal van de orde der norbertinessen.
Door de secularisatie politiek in Frankrijk van begin twintigste eeuw verhuisde een convent benedictinessen uit het Noord-Franse Wisques naar Oosterhout (Onze Lieve Vrouwe Abdij), een paar jaar later gevolgd door benedictijnse monniken uit dezelfde plaats (Sint-Paulus Abdij).
Tijd om daar eens een kijkje te gaan nemen op dinsdag, 10 december 2024. Ik start bij Sint-Catharinadal, maar maak eerst een wandeling in de omgeving van Oosterhout vóór ik de H3H wat nader bekijk.
Oosterhout ligt op de overgang van de hogere zandgronden in het zuiden naar de lagere polders in het noorden. Ik passeer een ‘rulleke’, restant van de talloze beekjes, die van hoog naar laag stroomden, onder andere door de Heilige Driehoek. De Kleine Dommel (zie: ‘Strabrechtse Heide’) wordt ook Rul genoemd, maar daar ligt wel een gehucht met de naam Rul in de buurt van Heeze.
Bij de tunnelbak in de Bovensteweg staat sinds januari 2023 het opvallende kunstwerk ‘HeArt for Care’, een ode aan de overbelaste en onderbetaalde zorgmedewerkers. Nog getriggerd door de Corona-crisis.
Ik wandel door een straat met opvallende laanbomen. De bladloze bomen lijken vol sterretjes te hangen, toepasselijk in deze tijd van het jaar. Ik ben bekend met de gewone (struik)hazelaar, maar dit is voor mij een eerste kennismaking met de boomhazelaar (Corylus colurna). De ‘sterretjes’ zijn harige kluwens met erin verborgen een groepje kleine hazelnoten met dikke schil.
De basiliek Sint-Jan met onafgebouwde toren dateert van rond 1500. Bij de kerk staat een beeld van drie figuren, de Abdis van Thorn, een Tempelier en een Johanniet. Gedurende de late Middeleeuwen hadden zij het beheer over delen van wat nu Oosterhout is, namens de Heren van Breda.
Op de Markt een grote kerststal en een tijdelijke IJsmarkthal met ijsbaan. Iets verderop de Oude Toren, de mooie façade van een kerk, die in de zeventiger jaren is gesloopt. Het herbergt nog een kleine Stadskapel en achter de façade een leuk Binnenhofje met winkeltjes.
Ik verlaat de stad over het Wilhelminakanaal via de Wilhelminabrug met Sluis I (daar waar het Markkanaal zich bij het Wilhelminakanaal voegt), met zicht op een jachthaven die De Zwaaikom heet.
Vervolgens enkele kilometers over de Vrachelse Heide, vernoemd naar stadsdeel Vrachelen. Een harde knal verraadt het militaire oefenterrein op deze heide, maar blijkbaar is daarna de munitie op.
Hoewel oorspronkelijk naaldbos op zandverstuivingen is aan het bladerdek op de bodem te zien dat de Amerikaanse eik in grote getale het bos heeft gekoloniseerd. De groen-geel-bruine herfstkleuren van het bos worden slechts af en toe opgefleurd door de rode bessen van de hulst, witte vruchtjes van de sneeuwbes, oranje schillen van een sinaasappel en natuurlijk een roodborstje.
Ik bereik de oostkant van de Put van Caron, een zeer diepe voormalige zandwinningsplas vernoemd naar de firma Caron. De plas is aan deze zijde volledig omheind vanwege de gevaarlijke steile oevers. Blijkbaar weet de Schotse stier met zijn harem van hooglandse dames binnen de omheining hier wel mee om te gaan. Aan de westkant, bij horeca Het Houtse Meer, heeft men inmiddels de steile oevers afgevlakt zodat enige recreatie mogelijk is (‘Donge en Kanalen’. In: 1000110, 2019).
Een pluk valse salie bloeit nog langs het bospad. Valse salie is een zogenaamde winterstaander. De trossen met bloemen en vruchtjes blijven zeer lang bij de plant op hun plek zitten.
Een deel van de heide is waterwingebied van Brabant Water. Het is het mooiste deel met zandverstuivingen en flinke zandduinen, vaak begroeid met eikenstruweel. De waterputdeksels worden af en toe geflankeerd door pomphuisjes, die mooi beschilderd zijn met bomen en bosdieren. Een fraai contrast met de container op een speelplek die een wirwar van graffiti vertoont.
Een vreemd bordje van aannemer Heijmans waarschuwt dat een klein stukje bos geïnfecteerd is met de Japanse duizendknoop: ‘Voorkom verspreiding. Niet betreden. Niet maaien’. Wat ze wél doen om de pest uit te roeien wordt niet duidelijk.
Terug de stad in over het Wilhelminakanaal. In het water een verschoten reclameposter van Heineken met de tekst ‘Code Oranje’. Waarschijnlijk uit Duitsland komen drijven na de verloren halve finale EK Voetbal van Nederland tegen Engeland.
In een parkje staat een beeld van Abraham. ‘Wijs is hij die weten wil waar Abram de mosterd haalt’. Het beeld is geplaatst ter gelegenheid van de eerste Oosterhoutse Abrahamdag in 1963, sindsdien een terugkerend jaarlijks festijn voor mannen die de vijftig aantikken. De Oosterhoutse Abrahamdag heeft het geschopt tot Nationaal Immaterieel Cultureel Erfgoed!
Via het Slotpark kom ik uit bij de Ridderstraat met enkele Slotjes, kleine kasteeltjes oorspronkelijk uit de late Middeleeuwen. Slotje Limburg is volledig door water omgeven. Slotjes Beveren en Brakestein liggen aan weerszijden op gepaste afstand. De Blauwe Camer, waar nu Sint-Catherinadal is gevestigd, hoort ook bij deze Slotjes.
De Heilige Driehoek wordt doorsneden door de Kloosterdreef, een smal weggetje met kinderkopjes. De benedictijnse monniken zijn inmiddels zo goed als uitgestorven en hebben hun Sint-Paulus Abdij overgedragen aan een lekengemeenschap met Franse wortels, Chemin Neuf.
Ik neem even een kijkje in de eenvoudige abdijkerk.
De enkele norbertinessen van Sint-Catherinadal hebben het nog druk met hun wijngaard. De dagkapel zou open moeten zijn, maar is gesloten. Ook de kloosterwinkel is ‘closed’, anders had ik wel een geschenkverpakking ‘Broeders & Zusters’ aangeschaft. Het is een unieke combinatie van een fles Sint-Catherinadal Blend, witte wijn uit de wijngaard van de zusters (“Ik ben de ware Wijnstok, mijn Vader de Wijngaardenier”), en een fles La Trappe Isid’or, gebrouwen door de broeders van Abdij Koningshoeven (“Ik ben de ware Gerstkorrel, mijn Vader de Bierbrouwer”).
In het park rond het klooster is een tentoonstelling van zandsculpturen. De voorgevel van het klooster en zijn replica in zand krijg ik samen op de foto. Ook een mooie groep kloosterkoppen is een foto waard.
Ik loop even de hoek om naar de Onze Lieve Vrouwe Abdij, maar ook hier stuit ik op een gesloten kerkdeur.
Gepost: 26 December 2024
Kloosterrondwandeling Oosterhout. Wandelknooppunten: 70, 74, 73, 71, 72, 56, 90, 27, 23, 24, 25, 26, 37, 39, 38, 04, 72, 71, 70 (17 km)