WANDELEN: Meppel

Riviertje de Reest is over een groot deel van zijn lengte van vijfendertig kilometer de grens tussen de provincies Overijssel en Drenthe. Het meandert (meestal) rustig en vredig vanuit buurtschap De Tippe richting Meppel. Vlak vóór Meppel moeten echter een aantal barrières worden overwonnen. Zijn die hordes genomen, dan kan de Reest rustig in het centrum van de stad uitmonden in het Meppelerdiep.


Na een fietstocht in het Reestdal (‘Reestdal’. In: Lustrum, 2017) en een wandeling langs de bovenloop (‘De Reest’. In: Eigen land laatst!, 2021), nu op vrijdag, 4 april 2025, een kijkje bij de benedenloop in de buurt van Meppel.   


Meppel is tegenwoordig een belangrijk knooppunt voor het verkeer naar de noordelijke provincies, zowel voor privé als openbaar vervoer. Dat geldt niet alleen voor de weg en het spoor, maar zelfs voor het water, want de Hoogeveense Vaart en de Drentse Hoofdvaart (inclusief Oude Vaart) sluiten in Meppel aan op het Meppelerdiep voor de verbinding met het IJsselmeer via het Zwarte Water.


Ook eeuwen geleden was Meppel een belangrijke doorvoerhaven van turf vanuit de oostelijke veengebieden naar het westen van het land via de Zuiderzee.


Ik start de wandeling bij treinstation Meppel (daterend uit 1867) en loop vol verwachting naar de Keizersgracht langs de voormalige loop van de Hoogeveense Vaart, met aan de overkant de Heerengracht, duidelijke verwijzingen naar de belangrijke turfrelatie van Mepppel (Mokum van het Noorden) met Amsterdam. Maar dat valt een beetje tegen. Geen deftige herenhuizen of grote pakhuizen. Wel mooie ophaalbruggetjes over het water. En het bloeiende Drentse krentenboompje maakt veel goed.


In het centrum monden de oude loop van de Hoogeveense Vaart en de Reest vlakbij elkaar uit in het Meppelerdiep, onder toeziend oog van stadsmosterdmolen De Vlijt. De molen is niet meer maalvaardig, dus ik weet niet waar Meppel nu de mosterd haalt.


Hiervandaan volg ik de Reest stroomopwaarts met nog een molen, De Weert geheten. Deze maalt nog koren, maar was oorspronkelijk bedoeld als eekmolen (eikenschorsmolen) voor de Meppelse leerlooierijen. 


Pinksterbloemen schieten in bloei. Herderstasje bloeit bijna altijd. Koolwitjes zijn talrijk en zijn liefhebbers van dergelijke kruisbloemigen.


Ik bereik het Wilhelminapark met een theekoepel langs de Reest. Pauwen gillen in het hertenkamp. Langs de vijver het bronzen beeld van een narcis. Eerder uitte ik al eens mijn ergernis over narcissen, die opduiken op plekken waar ze niks te zoeken hebben, maar deze mag blijven! Het beeld hangt schuin boven het water, net zoals de mythologische Narcissus verliefd werd op zijn eigen spiegelbeeld in het water. In het park zit een gigantische nestkolonie van roeken in de hoge bomen. Ook twee ooievaars zijn druk bezig nestmateriaal bijeen te sprokkelen.   


Het is weer zo’n zonnige dag waarop de tjiftjaf me de hele dag blijft achtervolgen met zijn gemekker. Het moet dan toch mogelijk zijn de boosdoener een keer op de foto te zetten. En warempel, het lukt!


Ik passeer de spoorlijn naar het noorden en kom in een klein moerassig natuurgebiedje met een drietal houten bruggetjes terecht in de vork van de spoorlijn en snelweg A32 (een klein vorkje). De boswilg is een vroegbloeier. In de ondergroei heb je weer zo’n pluk narcis, dubbelbloemig nog wel, die hier niks te zoeken heeft. Als het nu eens de wilde narcis was, maar het is één van de wel meer dan duizend kweekvormen.


Vervolgens loopt de Reest onder en ikzelf over de A32 en kom ik even in Overijssel terecht op de Reeststouwe, een zandpad op korte afstand van het grensriviertje. Dit ligt in de vork (nu een grote vork) van de snelwegen A32 (naar Leeuwarden) en A28 (naar Assen en Groningen), net ten noorden van verkeersknooppunt Lankhorst. In natte perioden kan de Reest hier flink buiten zijn oevers treden en dan kun je dat vanaf de snelweg goed zien. Een mooie dotterbloem weide is bewijs van de natte omstandigheden.


Ik hoor een geweerschot en passeer even later twee jagers in volle uitrusting en camouflage. “Waar jagen jullie op?” Kraaien en roeken zijn het doelwit, soms een houtduif als bijvangst. Er ligt een dooie roek aan hun voeten. Roeken en kraaien worden verdelgd, de houtduif wordt thuis geplukt voor de ‘pigeon pie’ of de ‘soupe aux pigeons’.


Ik loop verder en hoor een wulp jodelen. Roep nog achterom naar de jagers: “Niet schieten op de wulp!”. Met een dooie ooievaar zou ik minder moeite hebben, want die is een plaag aan het worden. Er zitten veel ooievaars in het Reestdal. Dat komt door ooievaarsstation De Lokkerij in het nabijgelegen De Wijk  (‘Reestdal’. In: Lustrum, 2017). Een uitkijktoren overziet dit ingeklemde deel van het Reestdal


Ik loop een stuk langs de Omgelegde Hoogeveense Vaart, die ten zuiden van Meppel wordt geleid, maar hier de A28 flankeert. De Reest loopt onder kanaal en snelweg door, waardoor ik opnieuw de provinciegrens passeer. Een bord 'Welkom in Drenthe' op de kanaaloever laat dat luid en duidelijk weten aan de schippers. Er passeert een drijftil met gele lis in het water op weg naar Amsterdam en er vliegt een scholekster krijsend voorbij. Overal duiken rozetten van Jacobskruiskruid op uit de bodem.


Ik passeer de oude loop van de Hoogeveense Vaart en wandel door de Vogelbuurt van Meppel en een flink stuk langs de spoorlijn  Meppel–Hoogeveen. Een innovatief bijenhotelletje is op hoogte rond een lantaarnpaal geklemd. Gewone vogelkers staat in bloei; die is iets eerder dan de Amerikaanse vogelkers. Scheuten van harig wilgenroosje vertonen zich op de oevers van de sloten. Wilde zoete kers staat volop in bloei.


Terug over de A32 en na een tunneltje onder de spoorlijn Meppel–Hoogeveen volgt het Meppeler Bos met waterberging Engelgaarde. Door het gebied stroomt de Wold Aa die ook in het centrum van de stad aansluit op het Meppelerdiep.


Het bos langs de spoorlijn richting Leeuwarden staat vol met speenkruid en hondsdraf. Koolwitjes en citroenvlinders fladderen alom en ook de atalanta is weer in ons land gearriveerd. 


Eenmaal over het spoor zit ik al snel op het Kerkplein bij de Grote Kerk met de Meppeler Toren, een aantrekkelijk horecaplein om deze vrij korte wandeling af te sluiten. Bij de toren staat het beeld van een staande jongeman met gebogen hoofd, getiteld ‘De Tegenslag’. Ik kan wel met hem meevoelen na deze niet al te spectaculaire wandeling. Het beeld heette oorspronkelijk ‘De gezakte student’, maar daar hoef ik me dan weer niet mee te vereenzelvigen. 

 

 

[Beeldverhaal]


Gepost: 22 April 2025

 

Trage Tochten: Stadse Trage Tocht Meppel (16 km)