WANDELEN: Markgraven

Een Markgraaf (of Markies) was in de feodale tijd belast met het bestuur van een mark (meerdere graafschappen), meestal een groot gebied langs de grens van een rijk, waar het onrustig kon zijn. Ik zit te zoeken naar een verklaring van de naam van de beek Markgraven in Twente, maar kan hem niet vinden, al zitten we hier niet zo ver van de Duitse grens af.


Doet er niet toe! Het is in elk geval één van de vele beken die van de Twentse stuwwallen (Oldenzaal, Ootmarsum) afstromen in (zuid)westelijke richting en soms overlast veroorzaken in stedelijke gebieden, met name Almelo dat op het laagste punt van Twente ligt.


Ik wandel op donderdag, 7 november 2024, langs een groot deel van de Markgraven tussen Tubbergen en Almelo. Start bij Bistro Kampkuier in het nietige dorp Harbrinkhoek onder de rook van Almelo. Het is fris en een beetje mistig.


Ik zit meteen op de Markgravenweg en al snel langs de Markgraven op de linker oever stroomafwaarts richting Almelo. De gekanaliseerde beek is opnieuw ingericht, mag op enkele plaatsen weer meanderen, is voorzien van stuwen met vistrap, en heeft diervriendelijke oevers, dus niet steil maar geleidelijk.


Een watersnip vliegt vlak voor mijn voeten op van de waterkant. Veldzuring groeit op de oever. Twee witte soepganzen komen dreigend op me af, maar druipen af wanneer ik terug blaas.


Nog dichter bij Almelo raak ik even aan dorp Mariaparochie, met de O.L. Vrouwe van Altijddurende Bijstand kerk. Vlak onder de torenspits staat op drie zijden van de toren in grote letters de begintekst van het ‘Wees gegroet’ in het Latijn: ‘Ave Maria, gratia plena, Dominus tecum’.


Mariaparochie kreeg nationale bekendheid door het kerstverhaal/hoorspel/tekenfilm van Herman Finkers ‘Kroamschudd’n in Mariaparochie’ (Kraambezoek in Mariaparochie). Wat zou er gebeurd zijn als Jezus niet in Bethlehem, maar in Mariaparochie was geboren? Het is bijna weer Kerst, dus let op de uitzendingen van RTV Oost (of zoek even op internet).


Ik bereik de monding van de Markgraven in het Lateraal Kanaal. Omdat de Twentse beken Markgraven en Lolee soms wateroverlast veroorzaakten in Almelo, werd in de tachtiger jaren van de vorige eeuw het Lateraal Kanaal gegraven om dit water om Almelo heen te leiden. Aan de overkant liggen de rijkere buitenwijken van de stad.


Een paar honderd meter verderop sluit ook het negentiende-eeuwse Kanaal Almelo–Nordhorn aan. Het kanaal heeft geen belang meer voor de scheepvaart, dus de natuur vaart er wel bij.

Opvallend veel struiken met kardinaalsmutsen. Past goed in het katholieke Twente. Er komen er steeds meer, want de paus heeft recentelijk weer een aantal mutsen uitgedeeld.


Een manege met de naam ‘Stal De Mooie Vrouw’ trekt mijn aandacht. Ik kijk even naar binnen, maar zie slechts een klusjesman bezig om enkele boxen te repareren. Hij is niet van hier en heeft geen idee waar de naam vandaan komt. Er blijkt in Almelo een Mooie Vrouwenweg te zijn, die verwijst naar een voormalige herberg in het buitengebied met een niet al te beste reputatie. Misschien een gat in de markt? Ik twijfel overigens niet aan de goede reputatie van ‘Stal De Mooie Vrouw’. Misschien heeft de eigenaar wel gewoon een mooie vrouw op stal staan.    


De teunisbloem heeft nog wel een paar bloemen over. In het water van de Markgraven domineren slierten sterrenkroos. Langs de oevers groeien kleine watereppe, watermunt, moerasandoorn, moerasvergeet-mij-nietje en gele waterkers. De stuwen zijn allemaal van hetzelfde type: twee derde van de beek is afgesloten met een houten schot (overloop) en een derde deel bestaat uit een vistrap.


Zelden zo’n grote kwekerij van levensbomen (Thuja of Chamaecyparis) gezien zo ver het oog reikt. Dan weer langs de smalle, ondiepe, meanderende beek met heel snelle stroom. Een groep staartmezen vliegt een tijdje met me mee.


Prachtige bolle essen. Boeren zijn nog volop grasland aan het maaien. Het vochtige gras wordt achter de trekker meteen opgeslokt door de graseter, maar niet verpakt. Ik denk dat het eerst even naar de grasdrogerij wordt gebracht. 


Bij een brug over de Markgraven staat een lelijk monument, dat in 1991 onthuld is door toenmalig staatssecretaris Gabor van LNV om de herindeling van wegen en waterlopen bij Tubbergen te vieren.


Hier, op dit meest noordelijke punt, beschrijft de route plots een onnavolgbaar cirkeltje. Het kost me een half uur ‘trial and error’, tot ik opgeef en de route zonder ommetje weer oppik bij de Waterzuivering van Tubbergen. De Waterzuivering wordt gemoderniseerd zodat er schoner wordt geloosd en de waterkwaliteit van de Markgraven verbetert.  


Ik passeer een authentiek Twents boerenerf, Erve Volmerinck, met alle gebouwen in oude stijl gerestaureerd. Op het erf staat een antieke paddenstoel die wandelaars de weg wijst, onder andere naar ’t Hondeven en Landgoed Schultenwolde.


Dit landgoed bestaat deels uit bos, deels uit natte heide. Van afstand krijg ik in het heidegebied zicht op het ronde Hondeven – een pingoruïne – en het Rietven. De naam Hondeven zou trouwens een verbastering zijn van ‘hoogstaandven’, omdat door opgeduwde randen het ven op een heuvel lijkt te liggen.


Het bos heeft een ondergroei van adelaarsvaren en brede stekelvaren. Het bladertapijt is van de Amerikaanse eik. Er steekt wat blauwe bosbes doorheen.


Een aangename lange wandeling met een vrij kort verslag, want er was niet zo veel om over naar huis te schrijven. Maar ik heb thuis wel even gekeken naar ‘Kroamschudd’n in Mariaparochie’. Hilarisch is de Chinees die op kraamvisite komt met een bakje ‘babi panggang’.

 

 

[Beeldverhaal]


Gepost: 22 November 2024

 

Mooisteroutes.nl: De Markgraven (22 km)