WANDELEN: Meierijstad

Meierijstad refereert aan de Meierij van ’s-Hertogenbosch – een onderdeel van het laatmiddeleeuwse Hertogdom Brabant – maar de naam Meierijstad is in 2017 gekaapt door de fusiegemeente Veghel–Schijndel–Sint-Oedenrode.


Op woensdag, 30 april 2025, de eerste zomerse dag van 2025, wandel ik in het zuidelijke deel van deze plattelandsgemeente, met de Dommel als leidraad, het Vresselse Bos als beschutting tegen de felle zon en de Heilige Oda als beschermheilige.


Zoals al eens vermeld in een eerder fietsverhaal (‘Dommel’. In: Eigen land laatst!, 2021) staat Oda van Brabant aan de basis van de naam Sint-Oedenrode. Genezen van haar aangeboren blindheid door een wonder in Luik werd ze door haar koninklijke vader geacht alsnog strategisch te trouwen, maar Oda (c. 680–726) wilde haar kluizenaarsleven voortzetten en vestigde zich op een kleine gerooide plek (rode) langs de Dommel (Oda’s rode), later verbasterd tot Oedenrode en sinds haar heiligverklaring tot Sint-Oedenrode. In Sint-Oedenrode herinnert veel aan Oda, zoals Oda’s Eksterkapel (een kunstwerk langs de Dommel, als het nog bestaat) en bij de Sint-Martinuskerk de Oda Begrafeniskapel op een heuveltje. Hier zou Oda zich in de vroege middeleeuwen gevestigd hebben, maar dat is net zo twijfelachtig als de andere locaties die worden genoemd. Tot zo ver Sint-Oedenrode, want ik kom helemaal niet in de plaats zelf.


Startend bij horeca De Vresselse Hut gaat de route eerst zuidwestelijk in de richting van de Dommel langs aspergevelden en door een bosgebiedje op de hoge oevers waar de adelaarsvarens alweer in het gelid staan. Wilde kardinaalsmuts bloeit uitbundig wit. Dit in schril contrast met de gedomesticeerde scharlaken rode bonnetten van de kardinalen, die binnenkort in conclaaf gaan om één van hen tot nieuwe paus te verkiezen.   


Op een heuveltje langs de Dommel staat een bankje met opschrift ‘Sint-Odaberg’. Hier zou Oda een ‘rode’ hebben gekapt om zich te vestigen, dichter bij Son en Breugel en Nijnsel dan bij Sint-Oedenrode.


Ik steek de Dommel over en wandel door een rustige nieuwbouwwijk van Son en Breugel – Sonniuspark – langs een vijver waar volop de echte koekoeksbloem bloeit.


De wijk is goed beschermd tegen het verkeerslawaai van de A50. In de begroeiing onderlangs de geluidswal heb ik het genoegen om op meidoornbloesem twee landkaartjes te fotograferen, die elkaar het hof maken (of elkaar het leven zuur maken).


Bovenop de geluidswal een enorm rood metalen kunstwerk, dat je vast wel eens is opgevallen op weg naar de ‘Route du Soleil’: een soort stille fanfare, een bovenmaatse toeter, die echter door de kunstenaar ‘Oor’ is gedoopt.


Bij de eerste de beste boerderij staat bij de uitrit van het erf op een houten hek een richtingaanwijzer: ‘◀ Route du Soleil. Fijne vakantie’, en dan is deze toeter het eerste dat je tegenkomt op de snelweg.


Weer bij de Dommel pik ik een stukje mee van het ‘Ommetje van Thieu Sijbers (1924–1998)’, een lokale grootheid uit Nijnsel, die voortrekker was van muziek en teksten in de Brabantse streektaal. Bordjes langs de route geven er voorbeelden van: 

 

                ‘t Zal oe goewd doen hier te kuire

                Snuif de locht en pruuf de hèij

                Heur de malder [merel] vlijtig zinge

                Hij fluit al oew zurg opzij

 

Wilgen zijn echter genadeloos aan het pluizen. Dus af en toe even geen ‘locht snuiven’, want je zou er gewatteerde longen van krijgen.


Ik steek de Dommel weer over, passeer een zogenaamde kortgevelboerderij, Spank genaamd, met de voordeur in de kopgevel, die naar de Dommel is gericht.


Dan volgen de Dommelbeemden, een natuurreservaat met schrale hooilanden. De dode Dommelarm De Krieze is bijna volledig dichtgegroeid met de grote waternavel, een invasieve exoot. De Dommel zelf lijkt hiervan inmiddels zo goed als verschoond, maar het gevaar ligt dus op de loer.


Langs de Dommel een uitkijktoren, met op de achtergrond de knoptoren van Sint-Oedenrode, die geen knop meer heeft (gesneuveld in een storm), maar een open lantaarn (waar de wind doorheen kan blazen). Er wordt ontspannen gekanood op de Dommel. Ik maak een onscherpe foto van een roodborsttapuit op een knotwilg.


Oostelijk van de Dommelbeemden ligt een bosgebied met veenplas De Moerkuilen, restant van de turfwinning. De plas is rijkelijk voorzien van waterlelies (maar nog zonder bloemen).


Ik maak foto’s van een bloeiende koningsvaren (dat wil zeggen: met centrale pluim van vruchtbare bladeren met sporenhoopjes) en van een tapijt van bloeiend dalkruid in de bosrand. Een passerende wandelaarster met hond begint meteen over de Heilige Oda en zal mij het Odaputje laten zien, een gat van niet meer dan dertig bij vijftig centimeter en zestig centimeter diep. Ik zou er zo voorbij gelopen zijn. Het putje staat ook nog droog, het kwelwater laat het momenteel afweten. De overlevering wil dat het water uit dit putje genezende kracht bezit voor lijders aan oogziektes, waar Oda immers patrones van is vanwege haar eigen genezing van aangeboren blindheid. Enkele planten hemelsleutel zijn hier waarschijnlijk ooit gedumpt voor een nadere religieuze omlijsting.


Langs museum Hoeve Strobol (oude ambachten, speelgoed, huishoudelijke artikelen, motoren, landbouwmachines stoommachines) bereik ik het Vresselse Bos met het grote vennengebied De Hazenputten. Rond het open water ligt moeras met stilstaand water. Het open water wordt vanaf de oevers gekoloniseerd door enorme matten van jonge planten moerashertshooi. Tot mijn vreugde staan op de oever ook enkele planten moeraswederik met beginnende bloeiwijzen in de oksels van de bladeren. In dit stadium heb ik de plant nog niet eerder gezien.


Bij een loopplank over een sloot in het bos huist een grote populatie groene poelkikkers, die alle kanten opspringen bij onverwachte indringers.


De laatste lus van deze mooie wandeling sla ik over, herstellende van een vervelende verkoudheid. Horeca De Vresselse Hut lonkt op deze lentedag met zomerse temperaturen.       

 

 

[Beeldverhaal]


Gepost: 17 Mei 2025

 

Klik, Print en Wandel: Dommelbeemden – de grote tocht, Sint-Oedenrode te Noord-Brabant (17 km).